|
T I T E L : |
Buñuel's prisoners |
R E G I E : |
Een film van Ramon Gieling |
In: Filmuseum, Amsterdam; Poelestraat, Groningen
Gebazel bij 'Las Hurdes' van Buñuel
Door RAYMOND VAN DEN BOOGAARD
Voor Buñuel's
prisoners is de Nederlandse filmer Ramon Gieling naar de streek
gegaan waar de Spaanse cineast Luis Buñuel in 1931 een van zijn
vroege films heeft gedraaid, Las Hurdes, tierra sin pan (Las
Hurdes, land zonder brood).
Gieling vraagt de huidige bewoners van die
streek wat ze van Buñuels film vinden en koppelt documentaire
beelden van toen, over armoede en achterlijkheid op het Spaanse
platteland, aan beelden van nu. Gielings film is niet zonder een zekere
charme, maar al spoedig gaat zich wreken dat de filmer zich er bij de
verwezenlijking van dit mooie idee met een jantje-van-leiden vanaf
heeft gemaakt. In plaats van een kritisch onderzoek naar mythevorming,
dat de film belooft, zien we slechts een weinig zinrijke juxtapositie
van oud en nieuw materiaal, afgewisseld met flauwekul: voor vertrek
naar Spanje brengt Gieling in Amsterdam zijn zoontje naar school. Uit
een toelichting van Gieling blijkt dat hij geen film over een film heeft
willen maken, maar wil tonen hoe met film mythen kunnen worden
geschapen. Zeker is niemand gehouden tot het maken van educatieve
televisie, maar ook een kunstzinnig uitgangspunt is geen excuus voor
onzorgvuldigheid: de Tierra sin pan waarvan Gieling in zijn
eigen film fragmenten verwerkt, en die hij ook aan hedendaagse
dorpelingen laat zien, is niet de in 1931, kort na de Un chien
andalou en l'Age d'or, door Buñuel gemaakte, zwijgende
film. Wat getoond wordt, is een versie uit 1937, vervaardigd ten tijde
van de Spaanse burgeroorlog, waarbij Buñuels filmverhaal wordt
getransformeerd tot een pleidooi voor revolutionaire landhervorming,
met een gesproken, belerend commentaar, waarin de ellende van de arme
boerenbevolking ad absurdum wordt uitgemeten. Tegen deze platte
agitprop richten zich, zo te horen, ook de bezwaren van de hedendaagse
bewoners van Las Hurdes, niet zozeer tegen de beelden die Buñuel
gedraaid heeft. Gieling heeft dat niet begrepen, of het heeft hem
gewoon niet geïnteresseerd. Toch lijkt mij dat wie, 73 minuten
lang, zijn eigen werk naast dat van een der groten uit de
filmgeschiedenis wil stellen, beter serieus te werk kan gaan dan wat
bazelen over mythevorming.
|
NRC Webpagina's
8 MAART 2000
|