|
T I T E L : |
The Green Mile |
R E G I E : |
Frank Darabont |
M E T : |
Tom Hanks, Michael Clarke Duncan, David Morse, Doug Hutchinson, James Cromwell, Sam Rockwell |
In: 39 theaters
Frank Darabont maakt van een gevangenis een idylle
De executie van een Verlosser
Door BIANCA STIGTER
In films en boeken regent het
vaak als er iets erg gebeurt, hoe harder het regent hoe erger het is.
Singing in the Rain is een uitzondering. Veel regisseurs houden
ervan om net als de goden, met druppels en donder hun opwinding over
onrecht te tonen.
In The Green Mile, een tearjerker die
voor vier Oscars is genomineerd, regent het vaak, maar niet als
de gevangenis in het zuiden van de Verenigde Staten, waar deze film zich
afspeelt, voor het eerst in beeld komt. Het is 1935 en een
chaingang is aan het werk in de mooie velden rondom de
gevangenis. Regisseur Frank Darabont laat de zon er uitbundig op
schijnen, het tafereel baadt zelfs in het gouden licht dat in historisch
drama altijd tevoorschijn wordt getoverd om van het verleden een
paradijs te maken. De geketende, merendeels zwarte mannen zingen, de
vogels fluiten. Voor Darabont is daar geen verschil tussen.
In The Green Mile is er niets dat deze idylle kan verstoren. Ook
tijdens een executie regent het niet. Het gaat alleen een beetje stormen
als een van de beulen zijn werk niet goed doet en een gevangene op de
pittoreske elektrische stoel met leren riempjes levend verbrandt. De
hoofdbewaker, door Tom Hanks zo betrouwbaar gespeeld als we van deze
acteur gewend zijn, zorgt er wel voor dat zoiets de orde niet weer zal
verstoren. Hanks leidt death row alsof het een sober ziekenhuis
is en een executie een vorm van euthanasie. Hanks en zijn collega's op
the green mile, zo genoemd naar het groene linoleum op de gang tussen de
dodencellen, hebben het beste met hun patiënten voor. En ook zij
schikken zich zoet naar hun als onvermijdelijk gepresenteerde lot. Zelfs
een met bovennatuurlijke krachten gezegende zwarte reus verzet zich
niet. Hij wendt zijn met veel special effects vertoonde krachten alleen
aan om een bewaker, een muis en de vrouw van de gevangenisdirecteur te
genezen. Darabont maakte eerder The Shawshank Redemption, een
film die net als The Green Mile zich in een gevangenis afspeelt,
op een boek van Stephen King is gebaseerd, met veel vakmanschap gemaakt
is, en een witte en een zwarte hoofdpersoon heeft. Toch zijn de
verschillen groot. De eerste was vrij ingetogen, bij de tweede is het
alsof er een pak boter in je mond wordt geduwd. In The Shawshank
Redemption was racisme een grote afwezige. In The Green Mile
speelt het op de achtergrond voortdurend mee. Wie die film wil volgen,
wordt gedwongen in stereotypen te denken. The Green Mile is een
film waarin drie uur lang vooroordelen worden opgeroepen, op de spits
worden gedreven om dan weer door andere te worden vervangen. Van John
Coffey, de zwarte kolos wiens borstkas en spierballen maar aan zijn
rafelige T-shirt blijven ontsnappen, krijgen we bijvoorbeeld lang
niet het gezicht te zien. Het kader blijft steken bij zijn machtige
schouders, want tot zover reiken zijn bewakers. Maar lang hoeven ze niet
bang te zijn, want deze King Kong blijkt zo mak als een lammetje. Coffey
(gespeeld door de voor een Oscar genomineerde nieuweling Michael Clarke
Duncan) is bang in het donker en spreekt zijn bewakers keurig met 'boss'
aan.
Steeds roept Darabont weer een nieuw cliché op en als ze op zijn,
gaat hij variëren. Zwart en wit worden op de grofste wijze
tegenover elkaar gezet. De reus zit gevangen omdat hij twee meisjes
heeft vermoord. Wat voor meisjes? Twee witte snoesjes met lange blonde
krullen. De reus ziet vlak voor hij geëxecuteerd wordt voor het
eerst van zijn leven een film. Welke film? Top Hat, en wij kijken
met hem naar de scène waarin Fred Astaire met Ginger Rogers danst
en 'Heaven, I'm in heaven' zingt. Steeds wordt de zware zwarte man met
lichte, blonde engelen geconfronteerd. Hoogtepunt van de film is de
scène waarin hij in de slaapkamer van de directeur van de
gevangenis diens vrouw, alweer een blonde southern belle, vol op
de mond kust. De directeur en twee bewakers staan er machteloos, om niet
te zeggen impotent bij. De belangrijkste twist in de film is
vanzelfsprekend dat Coffey niet zo slecht, eng en anders is als hij
lijkt, een verrassing waarvan het mij vooral verbaast dat hij nog als
verrassing gepresenteerd kan worden. Coffey heeft die meisjes niet
vermoord. Hij kust de vrouw niet, hij geneest haar. En hij is zelf ook
een heilige: het licht van de projector in de gevangenisbioscoop
omkranst zijn hoofd als een aureool. In deze christelijk
geïnspireerde pulp zijn Coffey's initialen natuurlijk niet voor
niets J.C en lijkt een executie op een kruisiging. En ja hoor,
dán regent het weer.
|
NRC Webpagina's
8 MAART 2000
|