U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.
    F I L M  &  V I D E O  
NIEUWS  | TEGENSPRAAK  | SUPPLEMENT  | AGENDA  | ARCHIEF  | ADVERTENTIES  | SERVICE 


T I T E L : The Green Mile
R E G I E : Frank Darabont
M E T : Tom Hanks, Michael Clarke Duncan, David Morse, Doug Hutchinson, James Cromwell, Sam Rockwell

In: 39 theaters

Frank Darabont maakt van een gevangenis een idylle

De executie van een Verlosser

Door BIANCA STIGTER
In films en boeken regent het vaak als er iets erg gebeurt, hoe harder het regent hoe erger het is. Singing in the Rain is een uitzondering. Veel regisseurs houden ervan om net als de goden, met druppels en donder hun opwinding over onrecht te tonen.

In The Green Mile, een tearjerker die voor vier Oscars is genomineerd, regent het vaak, maar niet als de gevangenis in het zuiden van de Verenigde Staten, waar deze film zich afspeelt, voor het eerst in beeld komt. Het is 1935 en een chaingang is aan het werk in de mooie velden rondom de gevangenis. Regisseur Frank Darabont laat de zon er uitbundig op schijnen, het tafereel baadt zelfs in het gouden licht dat in historisch drama altijd tevoorschijn wordt getoverd om van het verleden een paradijs te maken. De geketende, merendeels zwarte mannen zingen, de vogels fluiten. Voor Darabont is daar geen verschil tussen.

In The Green Mile is er niets dat deze idylle kan verstoren. Ook tijdens een executie regent het niet. Het gaat alleen een beetje stormen als een van de beulen zijn werk niet goed doet en een gevangene op de pittoreske elektrische stoel met leren riempjes levend verbrandt. De hoofdbewaker, door Tom Hanks zo betrouwbaar gespeeld als we van deze acteur gewend zijn, zorgt er wel voor dat zoiets de orde niet weer zal verstoren. Hanks leidt death row alsof het een sober ziekenhuis is en een executie een vorm van euthanasie. Hanks en zijn collega's op the green mile, zo genoemd naar het groene linoleum op de gang tussen de dodencellen, hebben het beste met hun patiënten voor. En ook zij schikken zich zoet naar hun als onvermijdelijk gepresenteerde lot. Zelfs een met bovennatuurlijke krachten gezegende zwarte reus verzet zich niet. Hij wendt zijn met veel special effects vertoonde krachten alleen aan om een bewaker, een muis en de vrouw van de gevangenisdirecteur te genezen. Darabont maakte eerder The Shawshank Redemption, een film die net als The Green Mile zich in een gevangenis afspeelt, op een boek van Stephen King is gebaseerd, met veel vakmanschap gemaakt is, en een witte en een zwarte hoofdpersoon heeft. Toch zijn de verschillen groot. De eerste was vrij ingetogen, bij de tweede is het alsof er een pak boter in je mond wordt geduwd. In The Shawshank Redemption was racisme een grote afwezige. In The Green Mile speelt het op de achtergrond voortdurend mee. Wie die film wil volgen, wordt gedwongen in stereotypen te denken. The Green Mile is een film waarin drie uur lang vooroordelen worden opgeroepen, op de spits worden gedreven om dan weer door andere te worden vervangen. Van John Coffey, de zwarte kolos wiens borstkas en spierballen maar aan zijn rafelige T-shirt blijven ontsnappen, krijgen we bijvoorbeeld lang niet het gezicht te zien. Het kader blijft steken bij zijn machtige schouders, want tot zover reiken zijn bewakers. Maar lang hoeven ze niet bang te zijn, want deze King Kong blijkt zo mak als een lammetje. Coffey (gespeeld door de voor een Oscar genomineerde nieuweling Michael Clarke Duncan) is bang in het donker en spreekt zijn bewakers keurig met 'boss' aan.

Steeds roept Darabont weer een nieuw cliché op en als ze op zijn, gaat hij variëren. Zwart en wit worden op de grofste wijze tegenover elkaar gezet. De reus zit gevangen omdat hij twee meisjes heeft vermoord. Wat voor meisjes? Twee witte snoesjes met lange blonde krullen. De reus ziet vlak voor hij geëxecuteerd wordt voor het eerst van zijn leven een film. Welke film? Top Hat, en wij kijken met hem naar de scène waarin Fred Astaire met Ginger Rogers danst en 'Heaven, I'm in heaven' zingt. Steeds wordt de zware zwarte man met lichte, blonde engelen geconfronteerd. Hoogtepunt van de film is de scène waarin hij in de slaapkamer van de directeur van de gevangenis diens vrouw, alweer een blonde southern belle, vol op de mond kust. De directeur en twee bewakers staan er machteloos, om niet te zeggen impotent bij. De belangrijkste twist in de film is vanzelfsprekend dat Coffey niet zo slecht, eng en anders is als hij lijkt, een verrassing waarvan het mij vooral verbaast dat hij nog als verrassing gepresenteerd kan worden. Coffey heeft die meisjes niet vermoord. Hij kust de vrouw niet, hij geneest haar. En hij is zelf ook een heilige: het licht van de projector in de gevangenisbioscoop omkranst zijn hoofd als een aureool. In deze christelijk geïnspireerde pulp zijn Coffey's initialen natuurlijk niet voor niets J.C en lijkt een executie op een kruisiging. En ja hoor, dán regent het weer.

NRC Webpagina's
8 MAART 2000


    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD (web@nrc.nl)