|
T I T E L : |
Karnaval |
R E G I E : |
Thomas Vincent |
M E T : |
Sylvie Testud, Amar Ben Abdallah, Clovis Cornillac, Martine Godart |
In: Rialto,Amsterdam; Haags Filmhuis; 't Hoogt, Utrecht
Authentieke speelfilm over Duinkerks carnaval
Door HANS BEEREKAMP
Over het carnaval als
maatschappelijk fenomeen zijn veel sociologische verhandelingen
geschreven, maar de noordelijke variant (drie dagen drinken en
nauwelijks slapen, waarbij individuen hun alledaagse identiteit
opzettelijk verliezen) komt in bijna geen enkele speelfilm voor.
Toch is
het een dankbaar object, niet alleen vanwege het fotogenieke aspect en
de uitdaging om in massascènes fictie met documentaire te
vermengen, maar ook inhoudelijk. Carnavalvierders overschrijden in
vermomming grenzen, waar ze in burger niet eens aan zouden durven
denken. Maar de bandeloosheid kent ook haar beperkingen: wat er in die
drie dagen gebeurt, mag geen consequenties hebben voor de rest van het
jaar.
In zijn bewonderenswaardige debuutfilm Karnaval vertelt de Franse
regisseur Thomas Vincent precies dit verhaal. De titel wordt meteen K
gespeld, omdat Vincent zijn camera richtte op Duinkerken,de enige
Franse stad die de voor die taal exotische letter in zijn naam bevat. In
de tijdens de Tweede Wereldoorlog geheel verwoeste havenstad lijkt het
carnaval het meest op de traditie in Vlaanderen en Zuid-Nederland. Het
is een proletarisch feest, waarin als vrouw verklede mannen met lange
stokken in de hand door de straten hossen. Maar Duinkerken ligt ook vlak
bij Engeland: Vincents film herinnert regelmatig aan het intense
sociaal-realisme in bij voorbeeld het werk van Ken Loach of Mike Leigh.
We bezien de carnavalsrituelen door de ogen van een jonge Arabier (Amar
Ben Abdallah), die in een flatportiek een als dansmarieke geklede vrouw
(Sylvie Testud) helpt haar laveloze man de trap op te hijsen. Ze bedankt
hem voor zijn hulp met een carnavalszoen, die door de ontvanger verkeerd
uitgelegd wordt. Of misschien heeft hij juist heel goed begrepen, dat ze
de kans omarmt op een ontsnapping uit haar vreugdeloze en regenachtige
bestaan. Het incident loopt uit op een vrijage, in de mlee van
carnavalsoptochten, kroegtijgeren en massabacchanalen in een sporthal.
Al snel steekt het voorspelbare racisme de kop op, maar de allochtoon
wordt soms ook welwillend ingeburgerd. In een ontwapenende scène
krijgt de buitenlander les in braken zonder je kleren vies te maken.
Maar uiteindelijk wordt op Aswoensdag alles weer zoals het was. De jonge
aanbidder vertrekt naar zonnig Marseille, en de autochtonen gaan over
tot de troosteloze orde van de dag.
Karnaval is een schijnbaar eenvoudige, maar intelligent
gestructureerde, weergaloos authentieke film, die via de omweg van het
carnaval misschien dichter komt bij de Noord-Franse realiteit van bij
voorbaat tot mislukken gedoemde opstand tegen regen en uitbuiting dan
andere recente voorbeelden, zoals La vie de Jésus en La
vie rvée des anges. Vincent maakt de dionysische vergetelheid
in massaliteit ook visueel voelbaar, en verzuimt geen moment om ook de
individuele eigenschappen van zijn personages het volle pond te geven.
Vorig jaar werd Vincent aan het slot van het filmfestival van Berlijn
bekroond met de prijs voor het beste debuut. Met grote belangstelling
mag uitgezien worden naar zijn volgende film.
|
NRC Webpagina's
1 MAART 2000
|