|
T I T E L : |
Rosie |
R E G I E : |
Patrice Toye |
M E T : |
Aranka Coppens, Sara de Roo, Frank Vercruyssen, Dirk Roofthooft, Joost Wijnant |
In: 6 theaters
Passie tegen de werkelijkheid
Door BIANCA STIGTER
De Waalse broers Jean-Pierre en
Luc Dardenne maakten vorig jaar de film Rosetta, die vorig jaar
de Gouden Palm won in Cannes, een paar weken geleden op het Filmfestival
Rotterdam draaide en waarschijnlijk volgende week in de Nederlandse
bioscopen is te zien.
De Vlaamse regisseur Patrice Toye maakte in 1998
Rosie, die prijzen won op iets minder prestigieuze festivals in
Gent, Valladolid en Seattle en vandaag in Nederland in première
gaat. De films lijken op elkaar. Beide gaan over een jong meisje met een
zwaar leven. Rosetta woont met haar alcoholistische moeder in een
caravan en is wanhopig op zoek naar werk. Rosie woont met haar jonge
moeder die ze zusje moet noemen in een flat in een grauwe straat en
leest met wanhopige hunkering romannetjes waarin een hete lans een vrouw
tot het diepste genot brengt. Rosetta is zestien, Rosie is dertien, en
beide gaan hun werkelijkheid met passie te lijf. Rosetta laat iemand
bijna verdrinken, Rosie steelt een baby.
Het is niet omdat de een iets van de ander gestolen heeft dat ik beide
films met elkaar vergelijk, al heeft Patrice Toye wel haar bewondering
uitgesproken voor een eerdere film van de Dardennes, La promesse.
"Hun ontwapenend menselijke, bijna fluisterende toon, de sobere kracht,
de beklemmende sfeer", dat is wat Toye in hun films bewondert. Je kunt
haar eigen film om dezelfde redenen bewonderen. Je zou kunnen zeggen dat
de aanpak van de Dardennes school heeft gemaakt. Rosie kun je
zien als een bescheiden tribuut aan de Waalse meesters. Rosie is
het debuut van Toye (Gent, 1967), die eerder een aantal korte films
maakte en voor de Vlaamse en Nederlandse televisie werkte. Voor de VPRO
maakte ze de film L'amant de maman. Het is een zelfverzekerd
debuut, dat zich op de hoofdpersoon durft te verlaten. Toye schreef een
scenario zonder bijzaken. Alles in Rosie draait om Rosie, die zo
dertien is als een meisje van dertien maar zijn kan. In een onderjurkje
en met veel blauwe oogschaduw op staat ze voor de spiegel te dansen, een
en al verleiding en nog steeds spel. Rosie, die formidabel lijkt samen
te vallen met de jonge actrice Aranka Coppens en haar guitige schuine
ogen, wil en kan fantasie en realiteit niet uit elkaar halen. Ze denkt
dat ze kan vliegen en als een auto haar op haar rolschaatsen omver
rijdt, ziet ze zich gered worden door een mooie blonde jongen, van wie
ze later haar vriendje maakt.
Voor de ontwikkeling van haar verhaal maakt Toye, anders dan de
Dardennes, gebruik van enkele vertrouwde melodramatische wendingen. De
ontknoping is al lang van te voren te raden. Maar veel doet dat er
eigenlijk niet toe.
Rosie verrast door het roerende fanatisme waarmee Toye zich op
haar hoofdpersoon concentreert.
|
NRC Webpagina's
16 FEBRUARI 2000
|