|
T I T E L : |
Angela's Ashes |
R E G I E : |
Alan Parker |
M E T : |
Emily Watson, Robert Carlyle, Joe Breen, Ciarán Owens, Michael Legge, Kerry Condon, Eamonn Owens, Pauline McLynn |
In: 20 theaters.
Effectieve verfilming van Ierse bestseller
Door HANS BEEREKAMP
De filmografie van regisseur
Alan Parker (Londen, 1944) vermeldt dertien lange speelfilms. Het is
een intrigerend lijstje, omdat de meeste op het moment dat ze in de
bioscoop verschenen veelal schamper werden afgedaan als glad en
effectief vakwerk zonder bezieling; filmcritici riepen dan fijntjes in
de herinnering dat Parker ooit begonnen was als maker van commercials
en dat hij nog steeds een vendetta voerde tegen de intellectuelen onder
zijn regisserende landgenoten als Peter Greenaway en Derek Jarman.
En
toch roepen titels als Midnight Express, Angel Heart,
Mississippi Burning en Evita op afstand vooral positieve
associaties op, door scenario's die de kijker bij de lurven namen en
door een onontkoombare visuele retoriek. Ook Parkers dertiende film,
gebaseerd op Frank McCourts autobiografische bestseller Angela's
Ashes, zal niemand snel kunnen vergeten. Er zijn kanttekeningen te
plaatsen bij de manier waarop de literaire ironie door middel van een
voice-over tot filmtaal gemaakt wordt, of bij de glamour die Parkers
vaste cameraman Michael Seresin aan barre armoede weet te verlenen,
maar over het geheel genomen is Angela's Ashes een publieksfilm
van onloochenbare allure.
Net als het boek speelt de film zich af over een periode van zo'n
vijftien jaar. In 1935 remigreert een Ierse familie uit Brooklyn naar
Limerick, na de dood van de zeven weken oude jongste dochter.
In hetzelfde gezin zullen nog drie kinderen sterven, zodat de verteller
Frank, vijf jaar oud aan het begin van het verhaal, overblijft met zijn
aangeslagen moeder (Emily Watson), een grotendeels afwezige
alcoholische vader (Robert Carlyle) en twee nieuwe broertjes. Armoede
en ziekte, vochtigheid en kou zijn niet de enige problemen van de
familie McCourt. De uit Noord-Ierland afkomstige protestantse vader
wordt met de nek aangekeken door de katholieke familie van zijn vrouw.
Boek en film zijn doordesemd van haat jegens de roomse clerus, die zich
onbarmhartig en schijnheilig opstelt tegenover de armen. De film laat
ook de sympathie zien van de Ierse nationalisten voor Hitler, omdat die
tenminste de Engelsen bombardeert.
Het anti-papisme, gemotiveerd door tal van overtuigende details, loopt
als een rode draad door de vertelling, die eindigt met de terugkeer van
Frank naar Amerika, waar hij leraar Engels zal worden. De crematie van
moeder Angela in 1981, waaraan het boek zijn titel ontleende, heeft
McCourt op aandrang van de uitgever weggelaten. In de film krijgt de
titel een nieuwe betekenis, door het lusteloze kettingroken van de
moeder, zo'n typisch Parker-beeld dat je bij blijft.
Parker is ook altijd, sinds zijn debuut Busgy Malone in 1975, een
voortreffelijk regisseur van kinderen geweest. Aan de zorgvuldig
uitgekozen jonge acteurs ontlokt Parker bewonderenswaardig
doeltreffende karakteriseringen. Ze vormen een overtuigend contrapunt
voor de passiviteit van de meeste volwassenen, die zich alleen maar als
geslagen honden hoeven te gedragen. Maar ook dat doen Watson en Carlyle
zeer geloofwaardig.
De film doet veel moeite om de ambivalentie van de hoofdpersoon ten
opzichte van zijn vader te benadrukken: enerzijds is het een
krachteloze zuiplap en een deserteur, anderzijds een held, misschien
wel juist door zijn afwezigheid, zodat de herinnering aan de verhalen
die hij vertelde de inspiratie kan worden voor het latere
schrijverschap van de jonge McCourt. Ook dat is een typische retorische
truc, opgelegd pandoer, maar het wérkt. Ik vermoed dat ook
Angela's Ashes, op dit moment al een grote hit in Engeland, na
verloop van tijd een veel betere film zal lijken, omdat je je
paukenslagen ook eerder herinnert dan gefluister.
Vrijdag in CS: Reportage uit Limerick.
|
NRC Webpagina's
16 FEBRUARI 2000
|