U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.
NIEUWS  | TEGENSPRAAK  | SUPPLEMENT  | AGENDA  | ARCHIEF  | ADVERTENTIES  | SERVICE 

  NIEUWSSELECTIE  
  KORT NIEUWS  
  RADIO & TELEVISIE  
  MEDIA  

S c h a k e l s
Discussie: Fries Museum hoeders cultureel erfgoed?

Fries Museum


De crisis rond het Fries Museum

Scholte of stamboekvee


Wim van Krimpen, directeur van Het Fries Museum, wordt beticht van het verkwanselen van het regionale erfgoed. "Iedere beslissing die ik neem wordt hier als crisis ervaren."

door Paul Steenhuis

'Kom zelf kijken' staat er boven de grote advertentie die Wim van Krimpen, de directeur van het Fries Museum, vandaag in de Leeuwarder Courant plaatst. Daaronder staat een bon die de krantenlezer recht geeft op gratis toegang tot het museum, inclusief een kopje Friese koffie (van Douwe Egberts uit Joure) en een glaasje van de Friese volksdrank nummer één: Sonnema beerenburg. Daarnaast is er de bon met de tekst: 'Van Krimpen moet blijven' en 'Van Krimpen moet weg'. De lezer/museumbezoeker mag overmorgen, op zondag 13 februari, de ingevulde bon in het museum inleveren.

"Als mijn tegenstanders het handig aanpakken en hun verzet goed organiseren, ben ik weg. Want als er een meerderheid tegen me stemt, en er minimaal 2000 stemmers zijn, vertrek ik", zegt Wim van Krimpen, tevens directeur van de Kunsthal in Rotterdam, ontspannen in zijn werkkamer in het Fries Museum.

Het is zijn antwoord op de groeiende kritiek uit de hoek van de hoeders van het Friese erfgoed. Zoals de Steentijdwerkgroep Fryslân, die vreest voor 'RTL-isering' van het museum. Of de Friese Beweging die begin deze week zijn zorg uitte over de positie van de Friese kostuums in het museum.

'Dat Van Krimpen derút moatte soe is foar my net oan é oarder' - 'Dat Van Krimpen op moet stappen is voor mij niet aan de orde', liet Van Krimpens voornaamste tegenstander, gedeputeerde voor cultuur van de provincie Friesland dr. Bertus Mulder, vorige week weten aan de Leeuwarder Courant.

"Ik praat niet met Van Krimpen", zegt Mulder in zijn werkkamer in het statige Friese provinciehuis. Het staat in het hart van de Friese hoofdstad, een paar honderd meter verwijderd van het Fries Museum. "Ik wil niet met hem over straat rollen. Ik praat met zijn bestuur."

Vorige week is er crisisberaad geweest. Gedeputeerde Mulder heeft zijn zorgen gedeeld met het museumbestuur en herhaalde wat hij eerder al aan de Leeuwarder Courant vertelde. Dat de directeur van het Fries Museum goed moet begrijpen, dat het museum geen 'tentoanstellingsmasine foar moderne keunst' (tentoonstellingsmachine voor moderne kunst) is, en dat hij het cultureel erfgoed van de provincie moet behoeden en benutten: 'it kultureel erfskip fan dizze provinsje hoedzje en noedzje'.

Fotomodellen

Morgen gaat in een bont gekleurde zaal van het Fries Museum een tentoonstelling open van nieuwe schilderijen van de moderne Nederlandse schilder Rob Scholte, getiteld Plug-in, De mooiste vrouwen volgens Rob Scholte. Het is het enige museum in Nederland waar Scholtes schilderijen van fotomodellen en filmsterren te zien zullen zijn.

Is de tentoonstelling van Scholtes beauties - die soms een tepel tonen - de steen des aanstoots voor de Friese verontrusten? Natuurlijk niet. De zaak ligt dieper. Hoewel gedeputeerde Mulder in het Fries Museum liever een grote tentoonstelling zag over het, ook mooie, Friese stamboekvee. Toen hij de eerste grote tentoonstelling onder Van Krimpens directeurschap (Friezen, Denen & Duitsers) mocht openen, heeft Mulder in zijn openingstoespraak in het Fries uiteengezet dat dat een interessant cultureel onderwerp voor het Fries Museum was om een tentoonstelling over te maken: het Fries stamboekvee in al zijn facetten. "U denkt toch niet", zegt gedeputeerde Mulder nu, "dat Hollanders de Afsluitdijk over komen en het Fries Museum bezoeken vanwege een moderne kunst-tentoonstelling?"

Friezen noemen alle niet-Friese Nederlanders 'Hollanders' - een gewoonte die waarschijnlijk teruggaat op de diepe argwaan die ze voelden tegen de graven van Holland, die tot in de 14de eeuw tevergeefs probeerden de 'vrije Friezen' te onderwerpen.

"Mensen komen niet uit de Randstad voor een tentoonstelling van meneer Scholte of zo", zegt Mulder peinzend. "Ze denken: die tentoonstelling komt ook wel naar Den Haag of Rotterdam. Nee, de mensen die hier naartoe komen willen in het Fries Museum iets van de geschiedenis van Friesland zien, ze willen iets van de regio begrijpen. En dan: de voornaamste kring van bezoekers van het Fries Museum bestaat uit mensen uit de regio. Als er jaarlijks 50.000 bezoekers komen, dan zijn dat niet 50.000 verschillende mensen. Nee, het zijn zo'n 10.000 mensen die vijf keer per jaar komen. Die kring bezoekers is je kern. Die moet je niet van je vervreemden. Dat zijn mensen die in de eerste plaats in het Friese erfgoed geïnteresseerd zijn."

Afgelopen dinsdag stond in het Fries Museum al een echtpaar voor de deuren van de zaal waar Scholtes expositie werd ingericht, dat bedelde om naar binnen te mogen.

"We zijn er speciaal voor over de Afsluitdijk gereden", smeekt de vrouw, als Van Krimpen zegt dat dat de inrichting nog niet klaar is. "Dan komt u toch eens wat vaker de Afsluitdijk over naar ons mooie museum", zegt Van Krimpen en loopt weg.

Gedeputeerde Mulder herhaalt dat hij niets heeft tegen Van Krimpen. Maar de 'toon waarop hij communiceert' is verontrustend. Die stoot Friezen af die het museum een warm hart toedragen. Een museum, verzelfstandigd, dat miljoenen van de provincie krijgt. Mulder heeft al verscheidene verontruste telefoontjes gehad. De kwestie met de kostuumcommissie, aanleiding tot het crisisberaad, is een goed voorbeeld van hoe het niet moet.

Sinds 1993 houdt de Friese kostuumcommissie elke dinsdag zitting in het Fries Museum. Van Krimpen heeft ze te verstaan gegeven dat hij voor hen geen plaats meer heeft in het museum. Van Krimpen: "Het is een sympathiek clubje van negen lieve dames die adviezen geven aan mensen die oude Friese kostuums namaken. Ze zitten in een nis in de gang en laten de deur open staan. Ik heb nog nooit iemand advies zien vragen. Ik heb er niks tegen, maar ik vind dat zoiets niet in een museum anno 2000 past. Dat heb ik ze geschreven."

Dat had hij beter niet kunnen doen, volgens Mulder. Want juist deze commissie is een schakel tussen Friesland en het museum. Die moet niet worden verbroken, maar juist worden verstevigd.

Moederfunctie

Van Krimpen heeft in de visie van de gedeputeerde al meer van zulke schakels verbroken. Zo wil hij de provinciale museumconsulent, die ondermeer alle 70 Friese oudheidkamers van advies moet dienen, niet langer huisvesten: die moet een kantoor op het provinciehuis zoeken, vindt Van Krimpen. Ook heeft Van Krimpen twee panden afgestoten die door het Fries Museum moesten worden onderhouden, het middeleeuwse kerkje van Janum en een buitenhuis, Fogelsangh State. Hij vond dat niet behoren tot de taken van het museum.

In de opvatting van Mulder moet het voornaamste museum in de provincie Friesland een 'moederfunctie' hebben. Het moet zorgen voor al die kleinere musea en andere bewaarplaatsen voor de Friese cultuur. Daarom hoort ook een museumconsulent en een kostuumcommissie (die er in 2001 nu uit moet) volgens hem in het museum.

Zo'n moedermuseum moet ook de cultuurhistorie voeden, vindt Mulder. Vandaar dat hij nauwelijks zijn teleurstelling kan verbergen over de huidige tentoonstelling Koningen van de Noordzee in het Fries Museum, waar ondermeer prachtige gouden sieraden te zien zijn. Zoals een fibula, een met halfedelstenen en in Wijnaldum opgegraven mantelspeld uit 600. "We hebben als provincie subsidie gegeven om daar een groot wetenschappelijk congres bij te houden, om er een gedegen en mooie studie bij te publiceren."

Het is er niet van gekomen. Volgens Van Krimpen omdat de conservator in een cruciaal stadium ziek werd. Mulder vindt het een gemiste kans en hij kan het niet los zien van Van Krimpens voornemen om de afdeling archeologie in het Fries Museum in zijn huidige vorm op te heffen. "Hij wil er een kinderafdeling van maken, in de kelder van het museum", zegt Mulder somber. Daarmee heeft Van Krimpen de honderden, zo niet duizenden Friezen met belangstelling voor streekarcheologie tegen de haren ingestreken.

Inmiddels heeft Mulder bijval gekregen uit progressieve hoek. Het GroenLinks statenlid Ineke Verdoner omschrijft het beleid van Van Krimpen als een 'nare droom' omdat hij 'gewone mensen en gewone dingen' uit het museum wil zetten. Het succes dat Van Krimpen met de Kunsthal in Rotterdam heeft, is in Friesland niet te kopiëren, stelde ze maandag vast in een opiniërend artikel in de Leeuwarder Courant. Vandaar, concludeert ze, moeten 'we het geluid van de heer Van Krimpen uitzetten'.

Een Hollander hoeft de Friezen niet te komen vertellen hoe zij hùn Fries Museum moeten runnen. "Ik ben een halve Hollander", corrigeert Wim van Krimpen, "Ik ben geboren in Groningen en werk in de Randstad. Maar ik heb al jaren een huis in Workum, en daar zei mijn Friese buurman licht misprijzend toen ze me in 1998 aanstelden als directeur: 'Zo, ze hebben liever een halve Hollander dan een hele Fries.' Ze noemen me nog steeds 'die Hollander' - en dat in een tijd waarin we de euro aan het invoeren zijn."

Tegenwerking

Van Krimpen is de derde directeur in successie van een groot Nederlands provincie-museum die kampt met tegenwerking van provinciale erfgoed- bewakers. Frans Haks werd als directeur van het Groninger Museum in de jaren tachtig verweten dat hij veel te veel deed aan moderne kunst en te weinig aan de regionale cultuur. En directeur Alexander van Grevestein zag zijn ambities om van het vernieuwde Bonnefanten Museum in Maastricht een internationaal moderne kunst-museum te maken, gefnuikt door de provincie Limburg, die van hem een 'meer op de provincie gericht' beleid wenste. "Nu marcheert daar de plaatselijke fanfare over een tentoonstelling over smaak. Zo wil ik het niet", zegt Van Krimpen.

Het enige dat hij wil, is het museum moderniseren. En dat wil zijn bestuur ook, en dat staat ook in het door de provincie goedgekeurde beleidsplan: "het eerste dat hier in tien jaar is geschreven," zegt hij trots.

"Het was hier een grote opgeblazen oudheidkamer geworden. De ramen moesten open gezet, en daar ben ik mee bezig. Het probleem is alleen dat sommige mensen hier iedere tien jaar oude fiets waar ooit een Fries op gereden heeft als cultureel erfgoed beschouwen. Als ik daar alleen maar naar wijs is er al crisis."

Hij gaat voor naar de kelder van het museum. Onder de lage booggewelven staan in de donkere ruimtes kasten vol oud Fries zilversmeedwerk. "Prachtig zilver, niveau Rijksmuseum. Dat moet je niet in een kelder zetten. Zilver moet schitteren in het zonlicht. Daarom wil ik deze prachtcollectie in het licht brengen. Hij wijst op een aparte vitrine. "Bovendien ben ik begonnen werk van hedendaagse Friese zilversmeden aan te kopen. Is dat erfgoed aantasten?"

De archeologische afdeling van het Fries Museum is al jaren op de zolder ondergebracht. "Dat vind ik geen goede plek. Ik wil een permanente tentoonstelling van hoogtepunten van archeologische vondsten uit Friesland maken. Daarnaast wil ik in de kelder een kinderafdeling archeologie maken, waar kinderen in het zand naar scherven kunnen graven. Omdat ik de educatieve functie van dit museum wil vergroten. Al die mensen die schreeuwen dat ik de afdeling archeologie wil opdoeken en de kostuums het museum uit wil gooien, weten niet waar ze het over hebben. Ze moeten zelf komen kijken. Ik heb het eens laten uitrekenen: 87 procent van de ruimte in dit museum is gewijd aan het Friese culturele erfgoed. Pronkkamers, stijlkamers, archeologie, zilver, Friese schilderkunst, Fries textiel. En dat blijft zo. Want dit is het Fries Museum en geen kopie van het Stedelijk Museum in Amsterdam of een ander moderne kunst-museum. Juist omdat de aansluiting van dit museum met de moderne kunst grotendeels ontbrak, heb ik aan het museum een ruimte toegevoegd voor moderne kunst: Bureau Leeuwarden. Dat is erbij gekomen."

Wie door het Fries Museum loopt, treft een veelheid aan onderwerpen aan: naast het Mata Hari-museum is er een grote textielafdeling, waar momenteel de expositie 'Sluiers en sjaals' te zien is, met Friese kostuums uit de 18de en 19de eeuw met hun sluiermutsen en grote omslagdoeken, naast hedendaagse islamitische kledingstukken. De 18de- eeuwse Friese vrouw was bijna net zo onzichtbaar als de moderne streng- islamitische vrouw. Het is een schoolvoorbeeld van hoe Fries erfgoed in een moderne multiculturele context wordt geplaatst. Dat is verbazingwekkend na alle ophef over de kostuumcommissie, die overigens niet dit jaar, maar na het crisisberaad tussen museumbestuur en gedeputeerde Mulder volgend jaar uit het museum moet vertrekken.

Van Krimpen: "Dat iedere beslissing die ik neem als crisis ervaren wordt hier, komt omdat alles hier op zijn elf en dertigst gaat. Dat is een uitdrukking die stamt uit Friesland, met elf steden en een stuk of dertig grietenijen. Alles moet ponds-ponds gewijs over alles verdeeld worden. Het betekent dat als iemand in Harlingen een kippenhok bouwt, iemand in Sneek ook een kippenhok wil. Zo is het hier in de cultuurwereld ook. Iedere stad wil wat een andere stad ook wil. Dat leidt tot eindeloos gesteggel, tot problemen zoals bij een klein museum als 't Coopmanshûs in Franeker - schande dat dat dicht moet - en opvatting over een moedermuseum dat alles maar verzorgen moet. Dat leidt tot vertraging en handhaven van de status quo. Friesland heeft 600.000 inwoners. Dat kun je besturen als een grote stad. Zo moet je dat ook aanpakken: je moet van Heerenveen het industriegebied maken - ze hebben daar al veel industrie. Van Drachten maak je het winkelcentrum. En van Leeuwarden moet je het cultureel centrum maken, met een hoofdrol voor het Fries Museum."

Van Krimpen staat in de entreehal van het Fries Museum. Als voorproefje hangen daar drie grote objecten: een reusachtige lichtbak met kleurenfoto van de fibula uit Wijnaldum, als uithangbord voor 'Koningen van de Noordzee'. Op een tweede lichtbak een uitvergroot doek van een van Scholtes mooiste vrouwen ter wereld. En het echte, reusachtige zwaard van de zestiende eeuwse Friese vrijheidsstrijder en Zuiderzeepiraat Grote Pier, het symbool bij uitstek van het Friese erfgoed dat in het museum te zien is.

Er wordt druk gewerkt in de entreehal. De zware eikenhouten deuren die de Friese architect Gunnar Daan in het door hem ontworpen nieuwe Fries Museum liet plaatsen, laat Van Krimpen verwijderen. "Mensen hadden geen idee wat zich achter die deuren bevond. Het was te gesloten, als de burcht van Wodan. Ik laat er nu glazen deuren in zetten, zodat je kan zien: daar is het café, daar is een museumzaal. Als de Friezen me wegstemmen met de bonnen uit de Leeuwarder Courant heb ik in ieder geval licht in het museum gebracht met glazen deuren", zegt hij. Of de eikenhouten deuren van Gunnar Daan al tot het Friese erfgoed gerekend moeten worden, is nog niet bekend.

NRC Webpagina's
11 FEBRUARI 2000

Archief
Cultureel Supplement


( a d v e r t e n t i e s )

Bovenkant pagina


NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD (web@nrc.nl) DECEMBER 1999