U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.
   B U I T E N L A N D
NIEUWS  | TEGENSPRAAK  | SUPPLEMENT  | AGENDA  | ARCHIEF  | ADVERTENTIES  | SERVICE 

  NIEUWSSELECTIE  
  KORT NIEUWS  
  RADIO & TELEVISIE  
  MEDIA  

S c h a k e l s
South-African Government Online

Department of Labour

Economic Indicators


Zuid-Afrika ziet nieuwkomers liever gaan


Het relatief welvarende Zuid- Afrika werkt als een magneet op inwoners van andere Afrikaanse landen. In grote drommen, legaal en illegaal, komen ze hun geluk beproeven in het zuiden. Veel zwarte Afrikanen zien hun zwarte buren liever gaan.

Door onze correspondent LOLKE VAN DER HEIDE

JOHANNESBURG/KAAPSTAD, 11 FEBR. Regen, regen en nog eens regen in Johannesburg, al dagenlang komt het water bij bakken naar beneden. Voor de mensen met geld geen probleem, maar Manuel uit Mozambique heeft geen huis, geen eten, geen werk, niets. De jonge knaap, zestien pas, trok drie weken geleden uit zijn geboorteland de grens over, op zoek naar werk en inkomen. Vader dood, moeder zonder werk en een groot gezin, hij moest iets doen. Nu sluit Manuel zich in de wijk Yeoville aan bij de rij armoedzaaiers, buitenlanders en Zuid-Afrikanen voor de lunch van de gaarkeuken. De kerkelijke liefdadigheid serveert vandaag bruine bonensoep in gerecyclede yoghurtbekers. De nabijgelegen supermarkt heeft droog brood geschonken, de houdbaarheidsdatum is gepasseerd, dat wel.

Manuel is een van de vele Mozambikanen - niemand weet bij benadering hoeveel die illegaal naar hier zijn gekomen. Mozambique behoort tot armste landen ter wereld, terwijl Zuid-Afrika juist een van de rijkste van het continent is. Het was een fluitje van een cent de douane te omzeilen, zegt Manuel, die vergeleken met de oudgediende 'mannen van de straat' nog keurig in de kleren zit. "Het stelt weinig voor, terwijl anderen worden aangehouden, loop je zelf gewoon door." De grenzen met Mozambique en Zimbabwe zijn zo lek als een mandje.

Zuid-Afrika houdt er ambivalente opvattingen op na over de buitenlanders. Terwijl de boeren in de grensstreek profiteren van de extreem goedkope arbeidskrachten, bestaat onder de rest van de bevolking grote weerzin tegen (zwarte) immigranten, met of zonder verblijfsvergunning. Met grote regelmaat worden vreemdelingen in elkaar geslagen of van hun handel beroofd. Op het onafhankelijke Centrum voor Democratie (IDASA) in Kaapstad spreekt men ronduit over "xenofobie". Blanke Europeanen, die de grootste groep vormen onder de legale immigranten, ondervinden geen enkel probleem, terwijl zwarte nieuwkomers kunnen rekenen op agressie. Idasa-manager Vincent Williams heeft daar wel een verklaring voor. "Zuid-Afrika is pas zes jaar geleden opengegaan voor de rest van Afrika. Daarvoor was men alleen bekend met Afrikanen uit de buurlanden. Ineens kwamen er zwarte mensen die een totaal onbekende taal spraken en er anders uitzagen. Dat is bij veel zwarte Zuid-Afrikanen als bedreigend overgekomen."

Williams zegt dat "mythes en stereotypen" over buitenlanders de overhand hebben, zowel bij het publiek als de overheid. "Eén Nigeriaan wordt betrapt als drugsdealer, dus zitten alle Nigerianen in de drugshandel en maakt men gemakshalve van alle buitenlanders criminelen." De vrees onder zwarte Zuid-Afrikanen dat hun werk wordt ingepikt, is grotendeels ongegrond, legt hij uit. "Alleen in de landbouw en woningbouw is sprake van concurrentie." Hij wijst er verder op dat in de mijnbouw al meer dan een eeuw gebruik wordt gemaakt van grote aantallen buitenlanders, met name uit Lesotho. "Zonder hen zou de mijnindustrie niet kunnen bestaan."

In het centrum van Johannesburg is het Jezuïtische Opvangcentrum (JRS) voor vluchtelingen gevestigd. Elke dag komen hier ongeveer zestig buitenlanders binnen die politiek asiel hebben gekregen of dit hebben aangevraagd. Paulin Mbecke za Mulamba, bij wie nieuwkomers zich moeten melden, is zelf gevlucht uit Congo. Ze zegt dat buitenlanders "niet al te best worden behandeld" in Zuid-Afrika. "Onze eigen mensen verwerpen ons. Ze zijn bang dat we er met hun vrouwen vandoor gaan en hun werk afpakken."

Op een bankje in het centrum zit Jeanne Françoise Barakengera, een Rwandese vrouw, die eind vorig jaar met drie kinderen het aanhoudende geweld in eigen land ontvluchtte. "Mijn halve familie is door het leger uitgeroeid", zegt ze met zachte stem. Het leven in Zuid- Afrika is haar zwaar tegengevallen: geen inkomen, geen werk en de voortdurende dreiging van geweld. "Maar hier is het in elk geval niet de regering voor wie je bang moet zijn."

Dat is maar de vraag. Minister van Binnenlandse Zaken Mangosuthu Buthelezi verhult zijn sterke afkeer van andere Afrikanen binnen zijn landsgrenzen doorgaans niet. De bewindsman heeft verscheidene keren betoogd dat grote problemen zoals werkloosheid, criminaliteit, zelfs aids, als sneeuw voor de zon zullen verdwijnen als de vreemdelingen ophoepelen. Hoeveel illegale buitenlanders Zuid-Afrika inmiddels telt, is niet bekend. Het ministerie van Binnenlandse Zaken spreekt doorgaans over ettelijke miljoenen. Buthelezi houdt het op tussen de 2,5 en 4,1 miljoen. Het Zuid-Afrikaanse bureau voor de statistiek houdt een veel lagere schatting aan: tussen de 500. 000 en één miljoen. Vincent Williams wenst aan dit 'getallenspel' niet mee te doen. "De waarheid is dat er geen betrouwbare methode is het aantal niet- ingezetenen te tellen." De enige cijfers die kloppen, zijn die van de gedeporteerden: ruim 181.000 in 1998. Binnenlandse Zaken in Pretoria legt inmiddels de laatste hand aan een witboek over immigratie. De voorlopige tekst daarvan heeft tot veel consternatie geleid, niet alleen onder mensenrechtengroeperingen maar ook in de zakenwereld. In het witboek wordt "medewerking van de burgers" gevraagd in het keren van "de stroom buitenlanders". Volgens IDASA is een dergelijke uitspraak in het licht van het bestaande geweld tegen buitenlanders een gevaarlijke oproep. In Zuid-Afrika bestaat inmiddels een aanzienlijke groep geslaagde buitenlanders. Behalve de Europeanen en Amerikanen zijn er veel Afrikaanse handelaren die hun eigen nis in de samenleving hebben weten te scheppen. Zo beheersen Senegalezen, Malinezen en andere West- Afrikanen de kunst- en souvenirhandel. Voor originele Afrikaanse maskers, beeldjes en batiks kan men terecht op de Afrikaanse vlooienmarkten. De gebroeders Ousmane en Dabo verkopen hun waar langs de kant van de weg in de chique wijk Rosebank, Johannesburg. Ousmane gehaakt Bob Marley mutsje met dito haarband omschrijft zijn handel als "niet slecht" en "in elk geval veel beter dan thuis". De misdaad is hun grootste zorg. Broer Dabo: "Vorig jaar zijn 43 Senegalezen in Johannesburg door geweld om het leven gekomen, het is hier zeer onveilig."

Ze importeren de meeste goederen zelf, Zuid-Afrikanen komen er niet aan te pas. "Dit is een markt die hier niet bestond, dus we hebben niemands werk ingepikt", zegt Ousmane. Traoré, een Malinese handelaar in het centrum van Kaapstad, gaat nog een stap verder. Hij heeft Zuid- Afrikaans personeel in dienst en ziet zichzelf als een schepper van banen. "Als wij West-Afrikanen er niet waren, was deze handel er ook niet en dus nog minder werk." Lindiwe, zijn Xhosa-verkoopster, beaamt dit gretig. Ze strijkt liefkozend met haar lange vingers langs de okerkleurige dansmakers uit Gabon.

NRC Webpagina's
11 FEBRUARI 2000


( a d v e r t e n t i e s )

    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD (web@nrc.nl)