U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.
    F I L M  &  V I D E O  
NIEUWS  | TEGENSPRAAK  | SUPPLEMENT  | AGENDA  | ARCHIEF  | ADVERTENTIES  | SERVICE 


T I T E L : De grote vakantie
R E G I E : Johan van der Keuken

In: Rialto en het Ketelhuis, Amsterdam; Cinemariënburg, Nijmegen.

Van der Keuken geeft zijn doodsangst door in een chronologisch reisverslag

'De grote vakantie': kroniek van een ik

Door HANS BEEREKAMP
'Nosh is jarig!', legt Johan van der Keuken uit. Hij filmt zijn partner en geluidsvrouw Noshka van der Lely op de achterbank van een schuddende bus in Bhutan, waar ze samen een deel van De grote vakantie opnemen. Johan houdt van Nosh, al meer dan dertig jaar, en dat gaat ons aan, want Johans film is een chronologisch gemonteerd dagboek. Hij noemt het zelf 'de kroniek van een blik', maar het is meer 'de kroniek van een ik'.

De titel van de twee en een half uur durende film, die vorige week tijdens het International Film Festival Rotterdam in première ging, verwijst naar Vakantie van de filmer, een home movie van Van der Keuken en zijn gezin uit 1974, die je eerder een verkenning van vormen en gedachten zou kunnen noemen dan De grote vakantie. De titel heeft ook een andere betekenis, die vooruit verwijst naar wat de filmer te wachten staat, namelijk The Big Sleep: Van der Keuken heeft prostaatkanker, die in de loop van de film erger wordt. Hij heeft haast, want hij wil zijn zaken tijdig op orde hebben en ons iets nalaten. Hij vraagt de dokter, een Utrechtse hoogleraar, hoe lang hij nog heeft. Een half jaar is minimaal nodig om de film tot een goed einde te brengen.

Dat is in ieder geval gelukt. Aan het einde van de film verschijnt een deus ex machina, een andere dokter, dit keer uit New York. Die verwijt zijn Europese collega's dat ze de ziekte niet agressief genoeg te lijf gaan. Hij biedt een peperduur wondermiddel aan, PC Spes, een kruidenmengsel met veel vrouwelijk hormoon, dat de filmer baat brengt. De professor wordt niet meer om commentaar gevraagd op de beschuldigingen van zijn Amerikaanse collega. Leven Europese prostaatkankerpatiënten korter dan Amerikaanse, althans degenen met genoeg geld om wondermedicijnen te kopen?

Johan wint tijd, dit is misschien toch niet zijn laatste film. Goed nieuws, maar voor de film een anti-climax. Een mooi einde lijkt een beeld van Nosh, die in de tuin in de zon zit: de liefde overwint de dood, vooralsnog. Maar dan gaat de film door met een etentje in de tuin, veel jonge mensen die niet aan ons zijn voorgesteld, vermoedelijk kinderen van de filmer. En dan volgt een epiloog, van onscherp gefilmde schepen op een Nederlandse rivier, laten we zeggen: de Styx.

Direct na de Rotterdamse première van De grote vakantie viel veel kritiek te horen op het schaamteloos autobiografische karakter van de film. Van der Keuken filmt zichzelf bij een sjamaan, die steentjes door zijn huid naar buiten lijkt te zuigen; bij een slecht- nieuws-gesprek met zijn behandelend geneesheer; en terwijl hij een prijs in ontvangst neemt op het festival van San Francisco. Nu heeft Johan van der Keuken (1938) in zijn lange carrière altijd zichzelf gefilmd en egobespiegelingen aan de voice-over toevertrouwd. Als er één film is waar autobiografische elementen onvermijdelijk zijn, dan is het in een egodocument over een aangekondigde dood. Niemand verweet dat Ed van der Elsken, toen hij zijn laatste jaren met kanker minutieus op video vastlegde en postuum liet monteren tot de film Bye.

De irritatie is wel begrijpelijk, gezien de manier waarop Van der Keuken zijn eigen naderende dood, ook buiten de film, in de openbaarheid lijkt te willen regisseren. Maar mijn belangrijkste kritiek op De grote vakantie is van een andere aard. Vergeleken met bij voorbeeld zijn magnum epos en echte testament, Amsterdam Global Village, is De grote vakantie een bij elkaar geharkte reeks reisimpressies: een boeddhistische lama in Bhutan, 105 kinderen die hun naam noemen in een dorp in Burkina Faso, een glijvlucht van de filmer boven een krottenwijk in Brazilië. Sommige van die beelden zijn spannend en onvergetelijk, andere lijken er nauwelijks toe te doen. Wie nog nooit eerder een film van Van der Keuken gezien heeft, zou verrukt kunnen raken van De grote vakantie. Slechts zelden drukt Van der Keuken dit keer tegen de randen van het kader, verkent hij de grenzen van de cameravoering, geeft hij in de montage betekenissen aan tussen de beelden. De door de filmer geopperde 'dialoog' tussen video en film blijft een loze constructie. Eerder voel je de pijn van de filmer- cameraman bij het draaien, die hem minder flexibel en creatief maakte.

Een interessante monoloog van een Afrikaan over zijn strijd tegen vrouwenbesnijdenis wordt gevolgd door een montage van inwoonsters van Ouagadougou op motor en scooter, steevast laag van achteren gefilmd. De associatie van de kijker bij het kijken naar al die vrouwenbillen ligt voor de hand, en werkt minder sterk dan wanneer een van hen zelf aan het woord zou zijn gekomen.

Vrij is de filmer nog lang niet. De grote vakantie is een krampachtige poging om gevoelens, vooral een begrijpelijke doodsangst, met de kijker te delen: ikke spikke spauw, ik geef mijn ik aan jou. Het leidt tot esthetische problemen en misschien een enkele ethische kwestie: wanneer de filmer zou denken dat hij door zijn naderende dood te openbaren zichzelf kan vrijwaren van kritiek. Dat zou rieken naar chantage.

NRC Webpagina's
9 FEBRUARI 2000


    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD (web@nrc.nl)