R A D I O & T E L E V I S I E
|
NIEUWSSELECTIE
S e l e c t i e
Televisie
|
F I L M V O O R A F :
Coming to America
YASHA LANGE
Natuurlijk wordt Akeem verliefd op een intelligent meisje, natuurlijk zijn er de Crocodile Dundee-achtige grappen over het onbekende ('what does dumb fuck mean?') en natuurlijk loopt Murphy de hele film rond met die lach waar hij het patent op heeft. Het scenario van Coming to America is geschreven door Murphy zelf en ademt de frustratie die hij ooit uitte in zijn one-man-show Raw: vrouwen zijn uit op geld. I want half, zeggen ze bij de scheiding. Maar dat is net te dun. Dat kunnen de vier rollen van Murphy (prins, zanger, kapper en jiddisch mannetje) en de vier rollen van Arsenio Hall niet verbergen. Coming to America haalt het ook niet bij Trading Places, de film die Murphy en regisseur John Landis eerder samen maakten. In die film is Murphy een arme sloeber die, door een weddenschap van twee beursmagnaten, zijn leven verruilt met een beurshandelaar. De twee beursmagnaten, Mortimer en Randolph, komen even terug in Coming to America: als zwervers aan wie prins Akeem een zak geld geeft. Landis en Murphy trekken daarmee zelf de parallel. Stom misschien, want het scenario van Trading Places is veel sneller. Valt er niets te lachen in Coming to America? Jawel, soms. Als zijn buren willen slapen ('hé, fuck you') roept Murphy enthousiast terug: 'yes, fuck you too'. Je kan ook niet helpen symphatie te ontwikkelen voor die charmante prins die zijn zinnen heeft gezet op dat lieve meisje. Murphy is beter op dreef dan in een hele zwik recentere films waar hij in speelt. Maar dat is niet genoeg om van Coming to America meer te maken dan een feel-good movie.
Coming to America (John Landis, 1988, VS). SBS6, 20.30-22.35u.
|
NRC Webpagina's
1 FEBRUARI 2000
|
Bovenkant pagina |