U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.
    R A D I O  &   T E L E V I S I E  
NIEUWS  | TEGENSPRAAK  | SUPPLEMENT  | AGENDA  | ARCHIEF  | ADVERTENTIES  | SERVICE 

  NIEUWSSELECTIE  
  KORT NIEUWS  
  RADIO & TELEVISIE  
  MEDIA  

S e l e c t i e


Televisie

Radio

F I L M   V O O R A F :
Coming to America

YASHA LANGE
Mierzoet verhaaltje: rijke Afrikaanse prins wordt uitgehuwelijkt aan belachelijk gedienstige schoonheid, maar zoekt liever eigen vrouw. Eentje met pit, die het niet om zijn geld doet. Dus gaat de prins naar Amerika om een koningin te vinden. Waar? In Queens, New York, natuurlijk.

Het is allemaal erg over the top, in Coming to America. In Queens lopen allemaal cliché-types rond: de zwerver, de oude mannetjes die de hele dag bekvechten over boksen, de zwarte priester die telkens 'praise the lord' roept. Akeem en zijn vriend Semmi (Arsenio Hall) trekken in een shithole met ratten, want niemand mag weten dat de prins bakken met geld heeft.

Natuurlijk wordt Akeem verliefd op een intelligent meisje, natuurlijk zijn er de Crocodile Dundee-achtige grappen over het onbekende ('what does dumb fuck mean?') en natuurlijk loopt Murphy de hele film rond met die lach waar hij het patent op heeft.

Het scenario van Coming to America is geschreven door Murphy zelf en ademt de frustratie die hij ooit uitte in zijn one-man-show Raw: vrouwen zijn uit op geld. I want half, zeggen ze bij de scheiding. Maar dat is net te dun. Dat kunnen de vier rollen van Murphy (prins, zanger, kapper en jiddisch mannetje) en de vier rollen van Arsenio Hall niet verbergen.

Coming to America haalt het ook niet bij Trading Places, de film die Murphy en regisseur John Landis eerder samen maakten. In die film is Murphy een arme sloeber die, door een weddenschap van twee beursmagnaten, zijn leven verruilt met een beurshandelaar. De twee beursmagnaten, Mortimer en Randolph, komen even terug in Coming to America: als zwervers aan wie prins Akeem een zak geld geeft. Landis en Murphy trekken daarmee zelf de parallel. Stom misschien, want het scenario van Trading Places is veel sneller.

Valt er niets te lachen in Coming to America? Jawel, soms. Als zijn buren willen slapen ('hé, fuck you') roept Murphy enthousiast terug: 'yes, fuck you too'. Je kan ook niet helpen symphatie te ontwikkelen voor die charmante prins die zijn zinnen heeft gezet op dat lieve meisje. Murphy is beter op dreef dan in een hele zwik recentere films waar hij in speelt. Maar dat is niet genoeg om van Coming to America meer te maken dan een feel-good movie.

Coming to America (John Landis, 1988, VS). SBS6, 20.30-22.35u.

NRC Webpagina's
1 FEBRUARI 2000


    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD (web@nrc.nl)