F I L M & V I D E O
|
|
Stanley Tucci
"Als je er etnisch uitziet en je bent ook nog kalend," zei Stanley Tucci drie jaar geleden in deze krant, "dan word je niet snel een leading man." Tucci, die destijds op het International Film Festival Rotterdam de Nederlandse première van zijn regiedebuut Big Night begeleidde, wist waarover hij sprak. Geboren in Katonah (New York) als Italo-Amerikaan van de derde generatie (11 januari 1960), en afgestudeerd in drama aan de NY State University, kon hij terugkijken op een weinig spectaculaire carrière. Zijn eerste filmrol, als de gangster Lucky Luciano in Billy Bathgate (1991), zette de toon; daarna speelde hij voornamelijk slechteriken: de hondenmepper in Beethoven, een Arabische moordenaar in The Pelican Brief en, het meest memorabel, een moordenaar-miljardair in de televisieserie Murder One. Voor deze laatste rol kreeg de droefogige Tucci een Emmy Award, die hem het zelfvertrouwen en het krediet gaf om "zelf de touwtjes in handen te nemen." Samen met een neef schreef hij het scenario voor de sublieme tragikomedie Big Night, over twee Italiaanse broers die een restaurant houden in het New Jersey van de jaren vijftig. Tucci regisseerde samen met zijn eveneens acterende schoolvriend Campbell Scott, en speelde de hoofdrol. De film, waarin tot watertandends toe werd gekookt, werd een van de grote arthouse-successen van het jaar en verloste Tucci van de stereotiepe rollen als mafioso en willekeurige welke etnische zware jongen. "Ik zie het als mijn taak het andere Italiaanse Amerika te laten zien," zei Tucci in 1997; "dat van zangers en koks, van huisvaders en ploeteraars." Maar kennelijk achtte hij dat voornemen ook te beperkend. Als acteur toonde hij in de jaren daarna hoe veelzijdig hij was. Hij was de getrouwde homo in de komedie The Daytrippers, speelde mee in Deconstructing Harry van zijn grote voorbeeld Woody Allen, en is nu Puck in verfilming van A Midsummer Night's Dream. En als regisseur verbond hij zich aan twee films die weinig met Italië te maken hebben: Joe GouId's Secret, gebaseerd op een lang non- fictieverhaal in The New Yorker van de schrijver Joseph Mitchell, en The Imposters, een volgens Amerikaanse critici Buster Keaton- achtige komedie over twee verstekelingen op een Atlantisch cruiseschip. Wat de herboren Tucci voor ogen staat, is een carrière als die van zijn helden Allen, Keaton en Chaplin: scenario's schrijven, daarna de films regisseren en zelf de hoofdrollen spelen. Of hij op de goede weg is, kunnen wij pas beoordelen als zijn twee laatste films de oceaan zijn overgestoken - op het 29ste Filmfestival Rotterdam zijn ze jammer genoeg niet te zien. Maar Stanley Tucci heeft hoe dan ook geduld. Zoals hij ten tijde van Big Night al over zijn loopbaan als acteur zei: "Net als bij het opzetten van een eigen zaak gaat het met kleine stapjes. Je bent niet van de ene dag op de andere Al Pacino."
|
NRC Webpagina's
26 JANUARI 2000
|
Bovenkant pagina |