|
T I T E L : |
Lake Placid |
R E G I E : |
Steve Miner |
M E T : |
Bill Pullman, Bridget Fonda, Oliver Platt, Brendan Gleeson |
In: 40 theaters
Krokodil in mooi meer
Door BIANCA STIGTER
Ja, er zwemt een krokodil in
Black Water, het rustige mooie meer in de Amerikaanse staat Maine dat
wij in de eerste scène vanuit een helikopter tussen de bomen
mogen zien liggen glanzen.
Het is een gemeen beest, groot ook, die
zomaar uit het water kan opduiken om een man door midden te bijten of
een hoofd van een romp te snaaien. Maar als hij honger heeft wil hij
zich ook wel te goed doen aan een geblinddoekte koe. Tsja. Je kunt ook
twee beren broodjes laten smeren. Als het echte beren zijn, ziet dat er
vast spannender uit dan dit uit de dump gehaalde monster. De mensen van
de special effects en de animatronics hebben op de krokodil niet erg hun
best gedaan. Dan maar gekeken naar de mensen die het beest willen
vangen. Ze doen alle dingen die je niet moet doen als er een monster in
de buurt is. Ze gaan varen in een klein bootje, ze lopen dicht langs de
oever, eentje gaat er zelfs zwemmen. Tot de jagers behoren een sheriff
(Brendan Gleeson), een boswachter (Bill Pullman), een wetenschapster uit
de grote stad (Bridget Fonda) en een excentrieke miljonair (Oliver
Platt). De acteurs lijken niet de opdracht te hebben gekregen deze
personages tot leven te brengen. Als ze nou maar gewoon op hun plaats
gaan staan en hun tekst zeggen, dan doet de voorkennis van de kijker de
rest wel, moet de regisseur hebben gedacht. Zo geloven wij wel dat de
wetenschapster aan haar boekenkennis niets heeft in de wildernis - zo
gaat het altijd met mooie geleerden in de wildernis. We begrijpen ook
dat de smachtende blikken van de boswachter voor haar bedoeld zijn. Maar
misschien keek Bill Pullman tijdens de opname wel naar een kolibrie.
Lake Placid is een slechte film van het vervelendste soort: een
film die koketteert met zijn eigen inferioriteit. Griezelig wil de film
maar niet worden, dus legden de makers overal een ironisch sausje
overheen. Maar de af en toe wel spitse dialogen kunnen de film niet
redden, net zomin als de gaten in de plot waar alsmaar weer leuk over
wordt gedaan. Op den duur kan niets deze film redden, behalve een
olifant met een lange snuit.
|
NRC Webpagina's
19 JANUARI 2000
|