|
T I T E L : |
Lef |
R E G I E : |
Ron Termaat |
M E T : |
Viggo Waas, Alice Reys, Rick Engelkes, Victor Reinier, Eric van Sauers, Ineke Veenhoven, Cees Geel |
In: 10 theaters
Sympathiek, maar onbeholpen regiedebuut
Door RAYMOND VAN DEN BOOGAARD
Lef, de eerste lange
speelfilm van Ron Vermaat, is in veel opzichten een sympathiek project.
Het geld ervoor is bijeengesprokkeld in de omgeving van de makers, door
de uitgifte van certificaten van duizend gulden. Acteurs en crew hebben
- in afwachting van revenuen - in eerste instantie gratis meegewerkt.
Helaas wordt de in deze gang van zaken besloten suggestie - dat Lef
een film is die gemaakt móest worden ook al zagen de
gebruikelijke geldschieters er op voorhand weinig in - nergens
bewaarheid. Camerawerk, acteursregie, montage, muziek zijn alle in orde
- wat dat betreft zijn er met no-budget wonderen verricht. Maar de
vérgaande onbenulligheid van het verhaal, dat van
onwaarschijnlijkheden aan elkaar hangt, doet Lef de das om.
We zien twee vrienden - twintigers maar zich gedragend als pubers - die
een film willen maken met geld van een rijke tante. Een van hen, de
scenarioschrijver, is op een havenkade toevallig getuige van een ruzie
tussen een jongen en een meisje, dat hij niet te hulp schiet als zij
geslagen wordt. Toevallig heeft dit meisje geposeerd voor een meer dan
levensgrote reclameaffiche, die komt te hangen tegenover het raam van
de zwoegende scenarioschrijver. Die wordt verliefd (Fellini-citaat).
Toevallig komt het meisje voorbij, en blijft een nachtje slapen. Ze gaat
ook mee naar een fotogeniek aan het strand geparkeerde woonwagen waar
de scenarioschrijver zijn script hoopt te voltooien - voortdurend
zeulend met een eveneens fotogenieke, voorwereldse schrijfmachine. De
idylle wordt verstoord door de aankomst van zijn compagnon. Meisje
afgepakt, held boos, meisje besluit op een vrachtschip naar Costa Rica
te gaan. Op de kade voor vertrek herkent zij de jongen die haar
destijds niet geholpen heeft.
Tot zover het eerste uur van Lef, waarin nog enige consistentie
bespeurbaar is. Helaas gaat de film dan nog een half uur door met een
opeenstapeling van psychologisch onverklaarde, steeds grover
ongerijmdheden. Kennelijk is de bedoeling dat de intrige van de
gangsterfilm waaraan de beide vrienden werken, de motor wordt achter de
intrige van Lef. Maar dat functioneert van geen kant omdat de
lijzige zwart-witbeelden uit die andere film de indruk wekken van een
nog veel vervelender en geposeerder werk, dan Lef zelf.
|
NRC Webpagina's
19 JANUARI 2000
|