|
T I T E L : |
American Beauty |
R E G I E : |
Sam Mendes |
M E T : |
Kevin Spacey, Annette Bening, Thora Birch, Wes Bentley, Mena Suvari, Chris Cooper, Peter Gallagher, Allison Janney, Scott Bakula, Sam Robards |
In: 20 theaters. Overrompelend filmdebuut van theaterregisseur Sam
Mendes
Meditaties bij een zakje in de wind
Door HANS BEEREKAMP
In de wekelijks door de Internet
Movie Data Base bijgehouden top-250 van beste films aller tijden prijkt
American Beauty sinds kort op de tweede plaats, achter The
Godfather, maar voor Casablanca, Citizen Kane en
Star Wars.
Het zijn dus niet alleen de filmcritici en - naar
verwachting binnenkort - de leden van de Academy of Motion Picture Arts
and Sciences, die het filmdebuut van de Engelse theaterregisseur Sam
Mendes met loftuitingen overladen, maar ook de gewone bioscoopbezoekers.
Met die reputatie in het achterhoofd kan American Beauty bijna
alleen maar tegenvallen, en toch is dat nauwelijks het geval.
Je zou kunnen zeggen dat het door Steven Spielbergs innovatieve studio
DreamWorks geproduceerde American Beauty een pijnlijke boodschap
voor een breed publiek verteerbaar maakt. Het is de boodschap die eerder
verkondigd werd in onafhankelijke producties als Todd Solondz'
Happiness of David Lynch' Blue Velvet, over het morele
faillissement van het traditionele gezin en de materialistische
schijnwereld van suburbia. Het scenario van de eveneens debuterende
televisieauteur Alan Ball werd door de gelauwerde toneelregisseur Mendes
gelezen als een absurde zwarte komedie, maar tot zijn eigen verbazing,
zo blijkt uit een interview in Sight & Sound, werd American
Beauty in de montage iets anders: een serene oefening in
spiritualiteit en een troostrijke verkenning van Zen-achtige schoonheid.
Het 'overkwam' Mendes mede door de voortreffelijke acteerprestaties, de
lege decors, de magische muziek van Thomas Newman en vooral het sublieme
camerawerk van Conrad L. Hall.
Op het eerste gezicht lijkt de titel American Beauty te slaan op
de door modelechtgenote Annette Bening dwangmatig bijgehouden rozentuin
of op de blonde cheerleader Mena Suvari, een Lolita die Kevin Spacey, de
vader van haar boezemvriendin, het hoofd op hol brengt. Maar die
interpretatie is te plat-ironisch: Mendes en Ball zoeken ook naar echte
schoonheid, zoals de buurjongen (Wes Bentley) die met zijn videocamera
tracht vast te leggen. Eindeloos kan hij kijken naar het beeld van een
in de wind fladderende lege plastic zak. Dat voor een Hollywoodfilm
ongebruikelijk glamourloze, bijna experimentele beeld, het tegendeel van
de voor de hand liggende symboliek van het neerdwarrelende veertje uit
Forrest Gump, biedt ook troost aan het slot van de film, bij de
dood van hoofdpersoon Spacey. Slim wordt in het scenario de spanning
opgebouwd: niet over Spacey's ondergang, die al in de eerste minuut
wordt aangekondigd, met de woorden: "Ik ben 42, binnen een jaar ben ik
dood, maar dat weet ik nu natuurlijk nog niet." De vraag die de
toeschouwer zich steeds stelt is, wie hem zal vermoorden: de
gedesillusioneerde echtgenote, de jaloerse tienerdochter (Thora Birch),
haar zelfverzekerde buurjongen of diens vader, een reactionaire
Vietnamveteraan, die heimelijk verliefd is op Spacey. De ontknoping is
maar een van de vele verrassingen van een film, die de kijker
voortdurend op het verkeerde been zet.
Elk van de personages in American Beauty koestert een of meer
geheimen en slaagt er niet in om een evenwicht te vinden tussen binnen-
en buitenwereld. Relatief de minst neurotische personages zijn de
homoseksuele buren Jim en Jim. Zij leven als enigen in het heden; de
jongste generatie droomt wanhopig van een betere toekomst, de
Vietnamveteraan (Chris Cooper) adoreert Ronald Reagan en het neo-
conservatisme van de jaren tachtig, terwijl Spacey om jonger te lijken
regredieert naar de jaren zeventig, met stickies en Pink Floyd. Zo wordt
de film ook een panorama van de recente Amerikaanse geschiedenis, van
oude en nieuwe utopieën, die geen uitweg blijken te bieden. Als
American Beauty zich beperkt zou hebben tot het categoriseren van
doodlopende wegen, dan zou het publiek nooit zo enthousiast gereageerd
hebben. Het wonder van Mendes' regie is dat hij in de vormgeving ruimte
heeft geschapen voor ontsnapping. In de dofste ellende daagt er een vorm
van schoonheid die niet te koop is en ook nauwelijks in woorden te
beschrijven.
American Beauty kwezelt niet over spiritualiteit, maar maakt die
tussen de regels door voelbaar. Wie alleen maar de vernietigende
maatschappijkritiek en inktzwarte humor wil waarnemen, kan aan de film
zijn hart ophalen, maar mist de essentie. En zal zich tot in lengte van
dagen moeten blijven verbazen over wat die plastic zak toch betekent, of
de filmtitel. Om een beetje te helpen, gaf Mendes American Beauty
nog een motto mee: 'Look closer...', voor de verandering een
zinvolle kijkinstructie.
|
NRC Webpagina's
19 JANUARI 2000
|