|
T I T E L : |
Gloria |
R E G I E : |
Sidney Lumet |
M E T : |
Sharon Stone, Jeremy Northam, Jean-Luke Figueroa, George C. Scott, Cathy Moriarty, Bonnie Bedelia, Sarita Choudhury |
Uitgebracht op huurvideo door RCV Home Entertainment.
Sharon Stone: gangstermeid of moeder?
Door HANS BEEREKAMP
Er zijn genoeg redenen waarom de
film Gloria van Sidney Lumet uit 1998 een beter lot verdient dan
alleen een uitbreng op video, in de eerste week van het nieuwe jaar.
Memorabel is bij voorbeeld de laatste (bij)rol van de in september 1999
overleden acteur George C. Scott: als een wijze, milde maar almachtige
mafialeider maakt hij in niet meer dan twee of drie scènes grote
indruk.
Elke film van regisseur Lumet (1924) is per definitie
interessant. Gloria is lang niet zijn beste, maar beter dan heel
wat in de Nederlandse bioscoop terechtgekomen misdaadfilms. Ook dit keer
excelleert Lumet in zijn portrettering van New-Yorkse locaties en
personages, die hij quasi-nonchalant haarscherp typeert, met
traditiegetrouw enkele verwijzingen naar de endemische corruptie van de
stad.
En het gegeven van de film, een tamelijk getrouwe remake van de
gelijknamige film van John Cassavetes uit 1980, blijft erg aardig.
Gloria is en was een onverwachte love story tussen
een hardgekookte dame met mafiaconnecties en een aan haar zorg
toevertrouwd zevenjarig Puerto-Ricaans weesjongetje, dat ze uit de
klauwen van zijn belagers moet zien te houden.
Cassavetes' specialiteit was, ook in het relatief toegankelijke
Gloria, een losse, schijnbaar geïmproviseerde stijl die de
acteurs optimaal tot hun recht laat komen. De film bezorgde Gena
Rowlands, mevrouw Cassavetes, in 1980 terecht een Oscarnominatie.
Sharon Stone is een minder excentriek en paradoxaal actrice dan
Rowlands, en het dilemma tussen een bestaan als kinderhatende
broad en de roeping van adoptiemoeder, komt iets meer uit de
lucht vallen dan bij de kettingrokende, van het begin af aan meer
breekbare Gloria van Rowlands. Stone doet vooral haar rol uit
Casino dunnetjes over en maakt haar entree in de film als een
vrouw die na drie jaar de gevangenis verlaat zoals ze die betreden
heeft, in een oogverblindende glitterjapon. Binnen vijf minuten heeft
Lumet waar hij ons hebben wil: bij de voorwaardelijke
invrijheidsstelling wordt Stone expliciet verteld dat ze de staat
Florida niet mag verlaten, maar in het volgende beeld zit ze al in het
vliegtuig naar New York. Lumet kan ook niet lang zonder die stinkende
rotstad, door niemand zo consequent en mooi bezongen als door hem.
Immers, Woody Allens Manhattan is een fictieve droomstad, een utopie, de
stad die New York wel zou willen zijn, maar Lumet toont ons de echte
straten en stegen.
|
NRC Webpagina's
12 JANUARI 2000
|