U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.
    F I L M  &  V I D E O  
NIEUWS  | TEGENSPRAAK  | SUPPLEMENT  | AGENDA  | ARCHIEF  | ADVERTENTIES  | SERVICE 


T I T E L : The Hole (Dong)
R E G I E : Tsai Ming-liang
M E T : Yang Kuei-mei, Lee Kang-sheng, Miao Tien, Tong Hsiang-chu, Lin Hui-chin, Lin Kun-huei

In: Rialto, Amsterdam; Lantaren/Venster, Rotterdam; Haags Filmhuis, Den Haag; 't Hoogt, Utrecht; Filmcentrum Poelestraat, Groningen

Taiwanese meester Tsai Ming-liang biedt hoop voor een diepduistere toekomst

Overleven in apocalyptische regenbuien

Door DANA LINSSEN
Het is nog maar net begonnen, het jaar dat Tsai Ming-liang zo troostrijk laat beginnen in The Hole. Want als er iets spreekt uit de diepduistere toekomstvisie die de Taiwanese regisseur ontvouwt in zijn bijdrage aan de door de Franse televisiezender La Sept Arte geïnitieerde filmreeks '2000 vu par...' is het wel hoop en humanisme.

Voor een filmkijker is dat een verheugende en louterende ervaring. Hoe thuis zijn we inmiddels in de desolate en gedegenereerde grotestadslevens, geschoten in grijs en blauw, waar veel hedendaagse cineasten ons hardhandig mee naartoe sleuren. Hoe gewend zijn we geraakt aan de liefdeloze levens die mensen daar leiden, eenzaam en geïsoleerd. Hoe aangenaam is die eeuwigdurende schemering geworden, dat elke glimp van dageraad verdacht is geworden, klef of geforceerd.

Bij Tsai is het eerst niet anders. Een naamloze wereldoorlog is uitgebroken aan het einde van 1999. Is het de derde of de vierde? Vergiftigde regens denderen neer op Taipei. En die mooie, schone, moderne stad wordt helemaal week en modderig. Het is het Oran van Albert Camus' La peste, waarin alleen de kakkerlakken nog resistent zijn. Waartegen? Tegen het leven zelf. En wat doet de mens, dat veerkrachtige wezen? Schuw als een kakkerlak trekt hij zich terug in het donker. Als hij fysiek en mentaal totaal murw geslagen, uitgeput is heeft hij nog maar een instinct: overleven. Ook als dat ontmenselijking tot gevolg heeft.

En het regent maar. Mechanisch. Martelend.

Water is een sterk motief bij Tsai. Het reinigt en vernietigt, het lost dingen op, sleurt ze mee en het geroffel maakt je langzaamaan krankzinnig.

Sinds Tarkovski's ondergelopen levens is elke waterstroom een symbool geworden voor het onderbewuste dat aan de oppervlakte komt. Bij Tsai zijn ook de desintegrerende torenflats waarin zijn hoofdpersonen wonen mentale architecturen, die mensen gevangen houden in onwetendheid en desinteresse. De man en de vrouw die hij in The Hole opvoert zijn boven- en onderburen, maar pas als er een gat in het plafond wordt gehakt beginnen ze enige notie van elkaar te nemen.

De man is apathisch, de vrouw neurotisch. Eerst hebben ze alleen maar last van elkaar. Het gat is een wond, waaraan je krabt en peutert, die je verbergt onder vuile pleisters. Het gat is ook een kwetsbare opening waardoor de man in het leven van de vrouw kan binnendringen. Hij kotst er doorheen en raakt bedwelmd door haar insecticiden. En uiteindelijk kan hij haar erdoor redden.

The Hole heeft geen woorden meer. Het water raast, de conversatie is verstomd, zo af en toe proclameert een nieuwslezer de zoveelste quarantainemaatregel. Bedachtzaam maakt Tsai ons deelgenoot van zijn verdriet om de wereld. Economische groei, welvaart en haast hebben de wereld verziekt. De troost die hij biedt lijkt vals: in een handvol musicalachtige intermezzo's plaatst hij de man en de vrouw terug in een nostalgische setting van petticoats en liedjes over de liefde van de Taiwanese zangeres Grace Chang. Maar zijn zorg om zijn twee hoofdpersonen is oprecht. Het zijn de laatste twee mensen in Taipei, in de hele wereld misschien wel, maar ze zijn voorbestemd om elkaar te ontmoeten, een helpende hand toe te steken, even te omhelzen. Ook als dat het laatste is wat ze doen.

Die finale daad van menselijkheid maakt Tsai tot zo'n verbluffende filmmaker. Zijn weergaloze composities zijn overdonderend, zijn beheerste vertelstijl is hypnotiserend, maar het is die vanzelfsprekende manier waarop hij hoop uit wanhoop laat ontspruiten die zijn genie onthult. Zijn nog maar vier films tellende oeuvre (eerder werden Rebels of the Neon God, Vive l'amour en The River in Nederland uitgebracht) wordt met elke nieuwe film intenser en luchthartiger tegelijkertijd. Tsai is niet alleen een waardige erfgenaam van Camus, maar ook van Kafka's Gregor Samsa. Hij kan ons laten huilen door laconiek te zijn en laten lachen door ons te laten huilen. Zo vaak laat een droevige film zich niet met zoveel opluchting bekijken.

NRC Webpagina's
12 JANUARI 2000


    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD (web@nrc.nl)