U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.
    F I L M  &  V I D E O  
NIEUWS  | TEGENSPRAAK  | SUPPLEMENT  | AGENDA  | ARCHIEF  | ADVERTENTIES  | SERVICE 

T I T E L : 8 1/2 Women
R E G I E : Peter Greenaway
M E T : John Standing, Matthew Delamere, Vivian Wu, Shizuka Inoh, Kirina Mano, Toni Colette, Amanda Plummer, Natacha Amal, Polly Walker, Manna Fujiwara

In: 6 theaters

Aftandse mannenfantasieën

Door BIANCA STIGTER
Aan het begin van 8 1/2 Women, de nieuwe film van Peter Greenaway, slapen een vader en een zoon met elkaar. Zelfs voor zo'n verlangen bestaat geen naam, en het is dan ook een op film niet vaak vertoonde fantasie. Voor de hoofdpersonen is het een experiment dat niet voor herhaling in aanmerking komt.

In de rest van de film geven ze zich over aan de bekende fantasieën van heteroseksuele mannen. Vader en zoon vermaken zich onder meer met een zwangere vrouw, een vrouw die paard rijdt, een non, een dienstmeid, een hoer met een hart van goud en een geisha. In het persbericht somt Greenaway mannen op die deze stereotypen eerder hebben verbeeld. Rembrandt, De Sade, Klimt, Picasso, Diderot, Flaubert en Strauss passeren de revue. De meest recente meester is Federico Fellini, naar wiens 8 1/2 (1963) de film vernoemd is. Het verbaast niet dat Greenaway onder zijn voorbeelden geen hedendaagse kunstenaars noemt; de gebruikte archetypes zijn ouderwets.

Sommige kunstenaars, onder wie Greenaway's held de schilder Vermeer, krijgen ook in beeld een hommage. Maar ondanks deze verwijzingen en Greenaway's als vanouds exuberante vormgeving, doet de erotiek in 81/2 Women niet aan grote kunst denken of aan eerder, erotisch uitdagender werk van Greenaway zelf, als The Pillow Book. De mooie plaatjes in 8 1/2 Women zien eruit als de laatste stuiptrekkingen van de oude voorbeelden. Ze zijn niet bedoeld om te prikkelen, daarvoor toont hij ze te koeltjes, te achteloos. Het is glorie die stukloopt op de werkelijkheid. Greenaway heeft niet steeds de mooiste vrouwen gebruikt. De film deed mij ook daardoor denken aan de foto's uit de rubriek Reader's Wives van soft porno-bladen.

In het verhaal dat Greenaway om zijn harem heen bouwde, is seks zoals gebruikelijk een uitvloeisel van macht. De Engelse zakenman Philip verwerft aan het begin van de film achteneenhalve gokhal in Japan, die zijn zoon Storey gaat managen. Als zijn moeder sterft, keert hij terug naar het landhuis in Genève waar hij opgroeide. Om zijn vader te troosten, slaapt hij met hem en neemt hem mee naar de film Otto e Mezzo van Fellini. Als dat niet helpt stelt hij voor het landhuis in een alleen voor hen toegankelijk bordeel te veranderen. De acht vrouwen die ze rekruteren hebben zich allemaal op de een of andere manier in de schulden gestoken. Alleen de motieven van de halve vrouw blijven onduidelijk. Zij heeft geen benen, maar is misschien in de ogen van de regisseur ook op andere manieren half - travestiet, androgyn, onvolwassen.

"De meeste films gaan over wat mensen niet hebben: seks en geluk. Wij hebben ze allebei", zegt Philip op een gegeven moment tegen zijn zoon. Greenaway is zoals altijd arrogant genoeg om een film te maken die beproefde vertelmethodes aan zijn laars lapt, maar zijn alternatief is ditmaal houterig en larmoyant. In het begin staan vader en zoon naakt voor de spiegel, bespreken in de dan al zoveelste laconiek man en paard noemende conversatie of hun narcisme niet erg saai is. Ze besluiten dat ze vrouwen nodig hebben om hun pik weer in vervoering te brengen. De vrouwen komen, maar de film blijft van een ziekelijke zelfbewondering die aan het eind omslaat in zelfmedelijden. De mannelijke fantasie is niet meer wat het geweest is. Greenaway wil dat inzien en het duurt niet al te lang voor de hoeren in opstand komen. Het is een voorspelbare wending. Maar gelukkig lopen verhaal en vormgeving in deze film niet synchroon. Door de mannelijke fantasieën al vanaf het begin zo decadent aftands vorm te geven, heeft Greenaway de glorie ervan al op het moment suprème laten vergaan.

NRC Webpagina's
5 JANUARI 2000


    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD (web@nrc.nl)