|
T I T E L : |
8 1/2 Women |
R E G I E : |
Peter Greenaway |
M E T : |
John Standing, Matthew Delamere, Vivian Wu, Shizuka Inoh, Kirina Mano, Toni Colette, Amanda Plummer, Natacha Amal, Polly Walker, Manna Fujiwara |
In: 6 theaters
Aftandse mannenfantasieën
Door BIANCA STIGTER
Aan het begin van 8 1/2
Women, de nieuwe film van Peter Greenaway, slapen een vader en een
zoon met elkaar. Zelfs voor zo'n verlangen bestaat geen naam, en het is
dan ook een op film niet vaak vertoonde fantasie. Voor de
hoofdpersonen is het een experiment dat niet voor herhaling in
aanmerking komt.
In de rest van de film geven ze zich over aan de
bekende fantasieën van heteroseksuele mannen. Vader en zoon
vermaken zich onder meer met een zwangere vrouw, een vrouw die paard
rijdt, een non, een dienstmeid, een hoer met een hart van goud en een
geisha. In het persbericht somt Greenaway mannen op die deze
stereotypen eerder hebben verbeeld. Rembrandt, De Sade, Klimt, Picasso,
Diderot, Flaubert en Strauss passeren de revue. De meest recente meester
is Federico Fellini, naar wiens 8 1/2 (1963) de film
vernoemd is. Het verbaast niet dat Greenaway onder zijn voorbeelden
geen hedendaagse kunstenaars noemt; de gebruikte archetypes zijn
ouderwets.
Sommige kunstenaars, onder wie Greenaway's held de schilder Vermeer,
krijgen ook in beeld een hommage. Maar ondanks deze verwijzingen en
Greenaway's als vanouds exuberante vormgeving, doet de erotiek in
81/2 Women niet aan grote kunst denken of aan eerder, erotisch
uitdagender werk van Greenaway zelf, als The Pillow Book. De
mooie plaatjes in 8 1/2 Women zien eruit als de laatste
stuiptrekkingen van de oude voorbeelden. Ze zijn niet bedoeld om te
prikkelen, daarvoor toont hij ze te koeltjes, te achteloos. Het is
glorie die stukloopt op de werkelijkheid. Greenaway heeft niet steeds
de mooiste vrouwen gebruikt. De film deed mij ook daardoor denken aan
de foto's uit de rubriek Reader's Wives van soft porno-bladen.
In het verhaal dat Greenaway om zijn harem heen bouwde, is seks zoals
gebruikelijk een uitvloeisel van macht. De Engelse zakenman Philip
verwerft aan het begin van de film achteneenhalve gokhal in Japan, die
zijn zoon Storey gaat managen. Als zijn moeder sterft, keert hij terug
naar het landhuis in Genève waar hij opgroeide. Om zijn vader te
troosten, slaapt hij met hem en neemt hem mee naar de film Otto e
Mezzo van Fellini. Als dat niet helpt stelt hij voor het landhuis
in een alleen voor hen toegankelijk bordeel te veranderen. De acht
vrouwen die ze rekruteren hebben zich allemaal op de een of andere
manier in de schulden gestoken. Alleen de motieven van de halve vrouw
blijven onduidelijk. Zij heeft geen benen, maar is misschien in de ogen
van de regisseur ook op andere manieren half - travestiet, androgyn,
onvolwassen.
"De meeste films gaan over wat mensen niet hebben: seks en geluk. Wij
hebben ze allebei", zegt Philip op een gegeven moment tegen zijn zoon.
Greenaway is zoals altijd arrogant genoeg om een film te maken
die beproefde vertelmethodes aan zijn laars lapt, maar zijn alternatief
is ditmaal houterig en larmoyant. In het begin staan vader en zoon
naakt voor de spiegel, bespreken in de dan al zoveelste laconiek man en
paard noemende conversatie of hun narcisme niet erg saai is. Ze
besluiten dat ze vrouwen nodig hebben om hun pik weer in vervoering te
brengen. De vrouwen komen, maar de film blijft van een ziekelijke
zelfbewondering die aan het eind omslaat in zelfmedelijden. De
mannelijke fantasie is niet meer wat het geweest is. Greenaway wil dat
inzien en het duurt niet al te lang voor de hoeren in opstand komen.
Het is een voorspelbare wending. Maar gelukkig lopen verhaal en
vormgeving in deze film niet synchroon. Door de mannelijke
fantasieën al vanaf het begin zo decadent aftands vorm te geven,
heeft Greenaway de glorie ervan al op het moment suprème laten
vergaan.
|
NRC Webpagina's
5 JANUARI 2000
|