|
T I T E L : |
Dobermann |
R E G I E : |
Jan Kounen |
M E T : |
Vincent Cassel, Tchéky Kargo, Monica Belluci, Antoine Basler, Chick Ortega, Stéphane Metzger |
Uitgebracht op huurvideo (Filmfreak)
Knipogen naar Bonnie en Clyde in 'Dobermann'
Door DANA LINSSEN
O wat is het heerlijk om
onbeschaamd te zijn, vieze woorden te gebruiken alsof je leven ervan
afhangt en te provoceren tot je erbij neervalt. De in Nederland geboren
en in Frankrijk opgegroeide Jan Kounen (1964) weet in zijn
speelfilmdebuut Dobermann (1997) gelukkig net iets beter dan dat
waar hij mee bezig is.
Natuurlijk, de film dient geen ander doel dan
brutaliteit en vermaak, maar Kounen weet dondersgoed waar hij in de
filmgeschiedenis wil staan. Als hij een van zijn personages zijn reet
laat afvegen met een bladzijde uit het prestigieuze Franse
filmtijdschrift Cahiers du cinéma, dan is dat wel net die
bladzijde waarop een artikel over nieuwe Franse filmauteurs staat
afgedrukt. Je zou de filmmaker, die voordat hij Dobermann
maakte voornamelijk als animator werkzaam was, kunnen rekenen tot de
sterk op visuele hoogstandjes leunende 'Cinema du look' van Luc Besson
en Jeunet & Caro. Dobermann ziet eruit als een videoclipstrip:
wijde kaders, skipframes, extreme camerastandpunten, groothoeklenzen,
splitscreens, ritmische montage (op de score van de Franse techno-
popband Schyzomaniac) en de schetsmatige tronies van de helden waarom
het te doen is, de 'cops and robbers' uit de alleronbeduidendste B-
films.
Veel meer dan dit diefje met verlos heeft het verhaal van de film niet
om 't lijf. De bende van Yann le Pentec, oftewel Dobermann (Vincent
Cassel) - omdat een exemplaar van deze viervoeters hem braaf en kwijlend
zijn eerste pistool, een Magnum .357, in 't wiegje kwam leggen - wordt
op de hielen gezeten door de sadistische politie-inspecteur Sauveur
Cristini (Tchéky Kargo). Dat enige vorm van afstraffing of
reflectie uitblijft is al vanaf de eerste minuut duidelijk, als in grove
animatiebeelden een opdringerige hond de begintitels besnuffelt en
aflebbert.
Dobermann ging in première tijdens het Filmfestival
Rotterdam van 1998 (als onderdeel van The Cruel Machine), beleefde als
'speciale import' een kleine zegetocht langs de filmtheaters van het
zogenaamde 'derde circuit', en is nu dan op video verkrijgbaar. Hoewel
Kounens explosieve widescreenbeelden zich natuurlijk slechts per
uitzondering op een televisiescherm mogen laten bekijken, is ook in de
videotheek een instant succes voor deze film verzekerd. Je oren suizen
en je ogen duizelen na ruim 100 minuten pekzwarte humor en meedogenloos
geweld. Je hoofd dendert van de vele ontaarde echo's van gangsterfilms
die rondzingen, met Michael Manns Heat (onlangs nog op televisie)
en het aloude Bonnie & Clyde als meest in het oog springende
inspiratiebronnen. Kounen levert ongegeneerd vermaak, en weet daarbij
ook nog te knipogen.
|
NRC Webpagina's
29 DECEMBER 1999
|