|
T I T E L : |
O primeiro dia |
R E G I E : |
Walter Salles, Daniela Thomas |
M E T : |
Fernanda Torres e.a. |
In: Rialto, A'dam; Lantaren/Venster, R'dam; Haags Filmhuis, Den Haag; 't Hoogt, Utrecht; Cinemariënburg, Nijmegen; Filmcentrum Poelestraat, Groningen
Opnieuw worden Adam en Eva uit paradijs
verdreven
Door DANA LINSSEN
Het is opmerkelijk dat de meeste
filmmakers die door de Franse televisiezender La Sept Arte werden
uitgenodigd om in de reeks '2000, vue par.. .' een film over het jaar
2000 te maken op tragische liefdesgeschiedenissen zijn uitgekomen.
Alsof ze nog één keer de laatste dagen van de eerste
mensen hebben willen verbeelden, alsof ze zich bovenal de vraag hebben
gesteld hoe Adam en Eva in een wereld zonder god, satan en paradijs
zouden overleven. De twee sterkste films uit de reeks, die bovendien de
meeste thematische verwantschap vertonen, worden nu kort na elkaar in
de Nederlandse bioscopen uitgebracht. Vanaf 13 januari is dat The
Hole van de Taiwanese cineast Tsai Ming-liang en vanaf de dag
waarop de film zich afspeelt is O primeiro dia van de
Brazilianen Walter Salles en Daniela Thomas te zien. Samen maakten zij
eerder het ook al tamelijk ontnuchterende romantische sprookje Terra
estrangeira (1995) en Salles kreeg vorig jaar een Oscarnominatie
voor Central do Brasil.
O primeiro dia verweeft, aanvankelijk op een wat al te
vrijblijvende manier, de levens van João, een langgestrafte
crimineel die op oudejaarsdag wordt vrijgelaten op voorwaarde dat hij
zijn beste vriend liquideert en Maria, een jonge vrouw die uitgerekend
op de laatste dag van het millennium door haar echtgenoot verlaten
wordt. Dat Salles en Thomas nogal wat tijd nemen om hun hoofdpersonen
te introduceren is begrijpelijk. In een modern, pre-apocalyptisch
stedelijk landschap duurt het even voordat die archetypische eerste man
en vrouw elkaar hebben gevonden. Sociale verschillen, armoede, misdaad,
verdriet en ambities vormen welhaast onneembare obstakels. Het geeft de
filmmakers, die beiden een achtergrond hebben in de documentairefilm,
bovendien ruimschoots de gelegenheid om de balans op te maken van het
leven in Rio de Janeiro anno 1999. Het contrast tussen de favela's en
de welvaart aan het strand van Copacabana is enorm. De oogverblindende
widescreencomposities tonen nu eens de claustrofobie van de van
daglicht verstoken steegjes en dan weer immense, heldere ruimtes.
Langzamerhand bouwen zij zo ook aan een dreigende en onheilspellende
sfeer. De gevangenisopstand en de onderhandse vrijlating van
João, de zweterige agressie van de criminelen en hun corrupte
bewaarders overschaduwen ook het aanvankelijk zo lichte leventje van
Maria. Het tempo waarin hun werelden door onnadrukkelijke
parallelmontages aan elkaar gekoppeld worden, wordt door neurotisch
getiktak en verdwaalde vioolstreken op de geluidsband opgezweept. Lang
voordat zij elkaar ontmoeten is al duidelijk dat alles wat er op 31
december 1999 in Rio gebeurt in de richting van een alomtegenwoordig
einde beweegt.
Een boodschap zit er niet in de film, die via barmhartigheid en
verlossing Adam en Eva wederom uit het paradijs verdrijft. Subtiele
kritiek op een wereld waarin steeds meer mensen ondanks een
ongelimiteerde toegang tot gemaksgoederen en communicatiemogelijkheden
alleen zijn, is er wel in te lezen. O primeiro dia maakt echter
vooral indruk door de manier waarop hij in sterke beelden de wereld als
een droevige droom schetst. Het is een eenzame en verdrietige film, die
alleen op grond van het humanisme van de makers hoop geeft. Dat biedt
ook na 31 december stof tot overpeinzing.
|
NRC Webpagina's
29 DECEMBER 1999
|