|
T I T E L : |
Dance of Dust (Raghs-e-Khak) |
R E G I E : |
Abolfazl Jalili |
M E T : |
Mahmood Khosravi, Limua Rahi |
In: Rialto, Amsterdam; Haags Filmhuis
Onvergetelijke regen in Iraans filmgedicht
Door HANS BEEREKAMP
Ondanks een aan zijn werk gewijd
retrospectief tijdens het vorige International Filmfestival Rotterdam is
de naam van de Iraanse regisseur Abolfazl Jalili (Saveh, 1957) nog
steeds niet erg bekend. Zelfs Jalili's belangrijkste film, het in 1991
opgenomen, maar pas in 1998 door de censuur vrijgegeven Dance of
Dust (Raghs-e-Khak), is een moeilijk toegankelijk werkstuk, een
experimenteel vormgegeven filmgedicht met etnografische elementen.
Jalili vertelt in Dance of Dust niet echt een verhaal; de los
gemonteerde, soms wonderschone beelden uit het bestaan van een elfjarige
steenbakker bevatten nauwelijks dialogen en lijken wel op zichzelf te
staan. In zekere zin zou je Dance of Dust een laat vervolg kunnen
noemen op de traditie van de 'absolute film' uit de jaren twintig.
Wat je niet snel vergeet zijn flarden uit een onbekende wereld: de
eindeloze hoeveelheden modderklei die in houten mallen tot baksteen
worden, de regen, de gezichten van kinderen, bejaarden en een dorpsgek.
Er zijn ook rituelen te zien, ongetwijfeld heidens en het islamitische
bewind onwelgevallig, handen die ten hemel worden geheven om de
elementen te bezweren.
Jalili's werk kent fervente verdedigers; Dance of Dust werd vorig
jaar in Locarno bekroond met een Zilveren Luipaard. Die bewondering is
begrijpelijk, maar verbazing ligt meer voor de hand. Net als de absolute
film is Jalili's zuivere benadering van het medium per definitie gedoemd
tot een eeuwig bestaan als voetnoot in de marge van de filmgeschiedenis.
|
NRC Webpagina's
8 DECEMBER 1999
|