|
T I T E L : |
Bovenbad |
R E G I E : |
Mirjam Boelsums en Lony Scharenborg |
In: Het Ketelhuis, Amsterdam
Doelgroepzwemmers vinden hun paradijs in het chloor
Door DANA LINSSEN
Dat het voor het International
Documentary Filmfestival Amsterdam (IDFA) steeds moeilijker wordt om
vast te houden aan de eis dat geselecteerde documentaires niet eerder op
televisie mogen zijn vertoond, is tijdens het huidige festival al
meerdere malen gebleken. Zo werd de competitiefilm A Cry from the
Grave eerder deze week door de BBC uitgezonden en volgde de
Nederlandse televisie met Jannes en Bovenbad. Dat die
laatste film, tijdens het afgelopen Nederlands Filmfestival nog
genomineerd voor beste korte documentaire, nu alsnog een bescheiden
bioscoopuitbreng krijgt is echter een noviteit. Terecht overigens, want
de met steun van de NCRV-televisie geproduceerde film komt het best tot
zijn recht op het grote doek, waar hij er sprookjesachtig uitziet.
Regisseuses Mirjam Boelsums (die met Bovenbad debuteert) en Lony
Scharenborg (die in 1996 in Ongeregeld goed het derde leven van
tweedehands kleding verfilmde) maakten een klein portret van het
zogenaamde 'bovenbad' van een zwembad in Amsterdam. Het is een klein,
betegeld bassin dat uitsluitend plaats biedt aan zogenoemde
doelgroepzwemmers - van zwangere vrouwen, trotse jonge ouders met hun
peuters, geestelijk gehandicapten en naaktzwemmende homoseksuelen, tot
bejaarden die in het water de polonaise dansen. Het zwembad met zijn
holdoffe akoestiek, die alle geluiden vervormt, soms dempt en dan weer
laat galmen, wordt een metafoor voor een oerbaarmoeder waarin we
allemaal tot rust kunnen komen. Kalm kabbelen de aanstaande moeders met
hun Baron von Münchhausen-buiken in het chloorblauwe water.
Sommigen van hen willen dat hun kind ook onder water geboren wordt, zo
horen we in de spaarzame gesprekken die Boelsums en Scharenborg in hun
film opnamen en die de zwembad-levenscyclus perspectief moeten geven.
Dan spetteren de dreumesen, terwijl hun ouders hen weer onder water
leren zwemmen. Zelden is de verbanning uit het paradijs eenvoudiger
verbeeld.
Onder water komt alles tot stilstand. Bewegingen worden stroperig,
geluid wordt gefilterd. Daar mixten de maaksters dan klassieke muziek
overheen, wat jammer is, omdat juist het contrast tussen die
rondzingende herrie boven en die onaardse stilte onder water van
zichzelf al zo mooi is. Er zitten meer schoonheidsfoutjes in de film,
zoals het verlangen om te veel te verklaren over de bezoekers van het
bad. We snappen ook zo wel dat het water vermoeide mevrouwen verlichting
geeft, en vitale heren nog meer energie. Maar waar de camera, en dat
doet hij gelukkig veelvuldig, onder water duikt, mogen de beelden weer
voor zichzelf spreken en dat doen ze ijzersterk.
|
NRC Webpagina's
1 DECEMBER 1999
|