U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.
    F I L M  &  V I D E O  
NIEUWS  | TEGENSPRAAK  | SUPPLEMENT  | AGENDA  | ARCHIEF  | ADVERTENTIES  | SERVICE 


Een festival in de ban van emoties en televisiecultuur

Politiek naïeve documentaires op IDFA


Het International Documentaury Festival Amsterdam is het grootste documentairefestival ter wereld. Politieke onderwerpen krijgen er veel aandacht, vooral als ze beladen zijn met emoties.

Door HANS BEEREKAMP

AMSTERDAM, 24 NOV. A Cry from the Grave, een documentaire reconstructie door de Britse regisseur Leslie Woodhead van de val van de Bosnische moslim-enclave Srebrenica in juli 1995, gaat vrijdagavond in wereldpremière als competitiefilm van het 12de International Documentary Filmfestival Amsterdam (IDFA). Het is een belangrijke film, die internationaal de beeldvorming over 'de grootste Europese massamoord sinds de Tweede Wereldoorlog' blijvend zal beïnvloeden; het beeld van de door de Serviërs gevangengenomen moslim Ramo Osmanovic, die met zijn handen aan zijn mond zijn zoon roept hem te volgen en niet bang te zijn, loopt de kans een icoon te worden, vooral omdat vader en zoon sindsdien vermist worden. De documentaire iconen van de twintigste eeuw, zoals de atoompaddestoel, de Zapruder-tape van de moord op president Kennedy en het zigeunermeisje tussen de deuren van een treinwagon in Westerbork, vormen dit jaar een programmathema van IDFA. Om meer redenen is A Cry from the Grave een typische IDFA-film, representatief voor de sterke en de zwakke kanten van het zo succesvolle festival, dat zich terecht het grootste documentaire evenement ter wereld noemt.

Politieke onderwerpen, zoals de oorlog in voormalig Joegoslavië, krijgen ook dit jaar weer veel aandacht van IDFA, vooral wanneer ze beladen zijn met emoties en stof leveren voor actuele beschouwingen. Het lijkt een aanlokkelijke en tot op zekere hoogte onvermijdelijke keuze voor een documentairefestival. Maar veel van die documentaires zou je politiek naïef kunnen noemen, juist omdat de makers zich eerder laten leiden door hun emoties dan door een meer afstandelijke analyse. Een goed voorbeeld, zij het niet meer zo actueel, is Genet Chatila van de Zwitserse regisseur Richard Dindo, waarin een Frans- Algerijnse actrice in de voetsporen treedt van schrijver Jean Genet, toen deze in 1982 de gevolgen van de slachtpartij door Falangisten in het Palestijnse kamp Chatila in ogenschouw nam en later beschreef. Regelmatig slaat de actrice de hand voor haar mond, en de pretentieus- artistiek vormgegeven documentaire wil dat wij meegruwelen met wat zij hoort, ziet en leest. Maar waarom die moordpartij plaatsvond, wat precies de vermeende betrokkenheid van het Israelische leger was en hoe de obsessie van Genet paste in de rest van zijn leven en oeuvre, daarover zwijgt Dindo.

De selectie van Genet Chatila voor de competitie van dit jaar deed me denken aan de editie van 1991, toen Israel en Palestina het gemeenschappelijke landenthema van het festival vormden. Festivaldirecteur Ally Derks moest verbaasd constateren dat van de kant van beide partijen blokkades werden opgeworpen, men toezeggingen over de beschikbaarheid van films introk en er niet vanuit Nederland een verzoening in naam van de documentaire filmkunst geregeld bleek te kunnen worden.

Verbazing over de wrede werkelijkheid, over de absurditeit van oorlogsgeweld, lijkt een drijfveer te zijn van veel documentaires en van hun programmering. Crazy van Heddy Honigmann, een andere IDFA- wereldpremière, portretteert Nederlandse militairen die naar muziek luisteren en zo herinnerd worden aan wat zij meegemaakt hebben tijdens hun uitzending als vredeshandhavers in opdracht van de Verenigde Naties. Het is een sympathieke film, die niet oordeelt, maar intens observeert. Een kijker die de Nederlandse samenleving niet kent, zal zich waarschijnlijk wel verbazen over het gebrek aan eelt op de ziel bij het merendeel van de geportretteerde militairen: aardige, oprechte Hollanders, die geen idee hadden van wat oorlog betekent, omdat ze zelf al zo lang in vrede leefden en nog geen vlieg kwaad zouden doen.

A Cry from the Grave is minder naïef dan veel documentaires over Joegoslavië; de film bestaat voor een belangrijk deel uit authentiek beeldmateriaal van de gebeurtenissen rond Srebrenica, gedraaid op camcorders door moslims, Servische militairen en Nederlandse blauwhelmen. Nauwkeurig volgt Woodhead de val van Srebrenica van uur tot uur, en laat alle partijen aan het woord. Het commentaar, in de beste BBC-traditie gesproken door 'de stem van God', en de droge tussentitels, bieden objectief aandoende informatie. We zien eindeloze hoeveelheden stoffelijke resten, en Woodhead leert ons dat er minimaal 7.414 moslims werden vermoord. Wat de film niet doet, is zijn eigen objectiviteit ter discussie stellen, laten zien hoe de informatie verzameld werd en die berekening tot stand kwam en reflecteren op de documentaire 'waarheid'.

In dat opzicht is A Cry from the Grave een typische televisiedocumentaire, die kort na de première zowel door de BBC als de NPS zal worden uitgezonden. Realiteit, gevangen door een videocamera, is een documentaire vorm die het op televisie goed doet. Dat de televisie de belangrijkste financier, opdrachtgever en producent van documentaires is, kan tijdens IDFA niemand ontgaan. Het Forum in Paradiso, waar aspirant-documentairemakers voor commisioning editors (televisieredacteuren) uit heel Europa hun plannen pitchen, vormt een deel van de internationale aantrekkingskracht van IDFA, zonder dat het festival inhoudelijk veel tegenwicht biedt.

Niemand kan ontkennen dat IDFA een festival van formaat is, waar honderden documentaires door een breed publiek bekeken worden en tientallen goede tot voortreffelijke films of video's te zien zijn. Toch zijn er ook mensen die niet tevreden zijn. Filmdocent Stefan Majakowski organiseerde, een programma van een paar uur op zaterdagmiddag (16.15u.) in theater Rialto 'In de schaduw van IDFA', waar volgens de uitnodiging "werk en ideeën worden uitgewisseld geheel onafhankelijk van omroepen, marketing en pitching." Het is maar een piepklein vlekje, waar het echte festival zijn schouders over kan ophalen, maar wellicht ook een voorzichtig teken aan de wand, die klacht van een enkel individu over 'een teveel aan realiteit'.

12de International Documentary Filmfestival Amsterdam (IDFA). In: City, De Balie, Filmmuseum, Amsterdam. Tot en met donderdag 2 december. De opening is vanaf 20u. vanavond live te volgen op de Internetsite van NRC Handelsblad. Informatie en reserveringen: tel 020-6261939.

NRC Webpagina's
24 NOVEMBER 1999


    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD (web@nrc.nl)