|
T I T E L : |
Louise (take 2) |
R E G I E : |
Siegfried |
M E T : |
Elodie Bouchez, Roschdy Zem, Gérard Thomassin, Antoine du Merle |
In: Rialto, Amsterdam; 't Hoogt, Utrecht; Poelestraat, Groningen; Cinemariënburg, Nijmegen
Mooie hoofdrol in afwasbaar zelfkantleed
Door BIANCA STIGTER
De Franse actrice Elodie Bouchez
won vorig jaar op het festival van Cannes samen met haar
tegenspeelster in La vie rvée des anges, Natacha Regnier,
de prijs voor beste actrice. Bouchez was tijdens hetzelfde festival in
nog een film te zien. Ze speelt de titelrol in Louise (take 2),
het debuut van een jonge Franse regisseur die zich Siegfried noemt en
over zichzelf niet meer kwijt wil dan dat hij ook muzikant, fotograaf en
zwerver is. Bouchez is het beste wat deze film over Parijse zwervers en
wie daarvoor door wil gaan, te bieden heeft. De actrice is in Louise
(take 2) fenomenaal meisjesachtig. Bouchez is zo volleerd meisje dat
het lijkt alsof ze huppelend geboren is. Ze huppelt door metrogangen en
warenhuizen en ze huppelt nog als ze voor de politie op de vlucht is.
Want wie zou zo'n glimlachend, grootogig meisje niet vergeven dat ze
mensen berooft? Alleen op straat kun je toch het echte leven leven?
Stelen is leuker dan studeren en een vriendje uit een sloppenwijk is een
grotere uitdaging dan een jongeman die net zo bourgeois is als zij.
Bouchez dartelt door Parijs en Siegfried dartelt met zijn camera op de
schouder met haar mee. De film speelt zich voor een groot deel af op
metrostations; het verbod dat Hedy Honigmann het filmen van
straatmuzikanten in de metro voor Het ondergronds orkest
onmogelijk maakte, deerde Siegfried kennelijk niet. In de metro ontmoet
Louise haar vriend Yaya en zijn bende, die zich in leven houdt met
zakkenrollen en berovingen. Tot die bende gaat ook een achtjarig
jongetje behoren, het kind van een clochard en een prostituée
over wie Louise zich ontfermt. Op straat komt ze ook nog Remi tegen, een
dakloze Don Juan die op Louise echt verliefd wordt.
Louise (take 2) deed mij lang denken aan een neptatoeage, aan een
vlinder of een vleermuis die je zo weer van je arm kunt wassen.
Siegfried, die behalve de regie ook het scenario, de montage en de
muziek (van hiphop tot jazz) verzorgde, wendt zijn talenten aan om een
snelle, moderne film te maken, een zonnige flirt met de zelfkant.
Sommige scènes zijn stuitend in hun gewilde esthetiek, zoals die
waarin de in wijde hiphopkleding gestoken bende op de vlucht voor de
politie de Parijse opera inrent en oog in oog komt te staan met in roze
tutu's gehulde ballerina's. In het tweede deel van de film, nadat Louise
door de politie is opgepakt, krijgt het verhaal een grimmiger toon.
Siegfried weet een beeld dat in de meeste films voor geluk zou staan -
twee kinderen lopen over een zonovergoten strand - geniepig een angel te
geven. Aan het onbezorgde huppelen van Lou ise denk je dan toch met
weemoed terug.
|
NRC Webpagina's
3 NOVEMBER 1999
|