|
T I T E L : |
Buena Vista Social Club |
R E G I E : |
Wim Wenders |
M E T : |
Ry Cooder, Ibrahim Ferrer, Rubén González |
In: 8 theaters.
Cuba als openluchtmuseum
Door HANS BEEREKAMP
Aan het einde van de jaren
negentig is het niet meer Castro's socialistische experiment dat Cuba
aantrekkelijk maakt voor westerse intellectuelen, maar eerder een
onbedoeld bijeffect van zijn politiek.
De economische ontreddering op
het eiland en het isolement door de Amerikaanse boycot hebben van Cuba
één groot openluchtmuseum gemaakt. Niet alleen toeristen
ontlenen nostalgisch genoegen aan een reservaat van sleetse Cadillacs en
andere rudimenten van de gangsterglamour die tot 1959 van Havana een
dubieus paradijs maakte. Cuba biedt ideaal materiaal voor
documentairemakers en muzikale etnografen. Inheemse muziekvormen als de
son en de danzón zijn er niet gecorrumpeerd door de smeltkroes
van de commercie, en leven onaangetast voort in de authentieke
uitvoering door hoogbejaarde, kwieke sigarenrokers. Sonia Herman Dolz
maakte in 1997 de documentaire Lágrimas negras over zo'n
gezelschap muzikanten, en vorig jaar volgde Wim Wenders de voetsporen
van de Amerikaanse gitarist Ry Cooder, die de muziek componeerde voor
Wenders' speelfilms Paris, Texas en The End of Violence.
In 1996 nam Cooder in Havana de cd Buena Vista Social Club op,
volgespeeld door door Cooder bijeengebrachte oude meesters. Er werden
meer dan een miljoen exemplaren verkocht van Buena Vista Social
Club, zodat de zanger Ibrahim Ferrer, de pianist Rubén
González en de tres-speler Compay Segundo op hun oude dag wat
gerieflijker kunnen leven dan ze tot dan toe gewend waren.
Wenders filmde met een digitale videocamera Cooder bij zijn terugkeer
naar Havana in 1998 om een soloalbum met Ferrer op te nemen. In een
knalblauwe motor met zijspan rijdt Cooder door de kleurrijke straten van
een stad, die er uitziet alsof een production designer er weken hard aan
gewerkt heeft, en doorsnijdt die beelden met een registratie van het
concert dat dezelfde muzikanten in april 1998 in het Amsterdamse
Carré gaven. Uit dat concert is de kleur praktisch
weggemanipuleerd, zodat een fraai contrast ontstaat tussen pittoreske
armoede en sobere muzikale rijkdom.
De door cameraman Robby Müller gedraaide concertbeelden vormen
tevens het meest intieme en intense deel van een documentaire, die
overigens nogal snel genoegen neemt met gezellige anekdotes en
toeristische plaatjes. Wenders' eerdere documentaires, over de stervende
Nicholas Ray, over filmer Ozu en modeontwerper Yamamoto, waren
persoonlijke dagboeken. Buena Vista Social Club is een in de
derde persoon gefilmd gebruiksartikel, zonder eigen signatuur. Voor
Cooder mag de son dan de muzikale pendant zijn van een Japanse haikoe,
uit de film wordt het belang ervan niet erg duidelijk. De muziek spreekt
voor zichzelf, tot genoegen van de fans uiteraard, maar er wordt geen
poging gedaan nieuwe liefhebbers te werven. De ontroering over de late
erkenning die de innemende muzikanten ten deel valt, doet me iets te
veel denken aan een televisieprogramma over de hereniging van elkaar uit
het oog verloren hebbende verwanten: een traan is snel getrokken, maar
ook weer zó afgeveegd, als er niets méér mee gedaan
wordt.
|
NRC Webpagina's
27 OKTOBER 1999
|