|
T I T E L : |
The Blair Witch Project |
R E G I E : |
Eduardo Sanchez en Dan Myrick |
M E T : |
Heather Donahue, Michael Williams, Joshua Leonard. |
In: 20 bioscopen
Lowbudget horrorfilm speelt in op angst voor
donker
'Te bang om ogen te sluiten'
Door DANA LINSSEN
Van alle dingen die we tijdens
een filmvertoning kunnen ervaren, lijkt het donker het meest
vanzelfsprekend. Niet echter bij The Blair Witch Project
(TBWP), een ultra-lowbudget horrorfilm die zo nadrukkelijk niet
op effect belust is (hij wordt gepresenteerd als een door de
hoofdpersonen zelf gedraaide documentaire) dat de duisterste angsten
van de toeschouwer vrij spel krijgen. Waarbij de uit onze kinderjaren
stammende angst voor de nacht wel de voornaamste is.
Want wie is niet
bang geweest voor de fantomen en de spoken die over de muur slopen in
het bedreigende zwart van zijn slaapkamer? TBWP is meer dan een
sensationele fake-documentaire over drie filmstudenten die in de bossen
van Maryland een reportage maken over de legende van de 'Blair Witch'
en na een aantal dagen spoorloos verdwijnen. Nog voordat iemand de film
had gezien bezochten miljoenen bezoekers de website www.blairwitch.com
waarop de complete mythologie rondom het project werd uiteengezet. Van
'The Blair Witch Cult' een boek uit 1809 over een door het Black Hills
Forest dwalende heks, tot geheime FBI-dossiers over de verdwijning van
studenten Heather, Mike en Josh (die om het werkelijkheidsgehalte te
vergroten hun eigen naam gebruiken). Inmiddels is TBWP ook een
boek, een cd en is er een dvd in voorbereiding, die naast de film ook
een gefingeerde documentaire zal bevatten over de zoektocht naar de
drie studenten.
Maar verbluffender dan het fenomeen TBWP, dat vooral op een
verstandelijk niveau intrigeert en amuseert, is toch die deels op
zwartwit 16mm geschoten en deels op High-8 video gedraaide film,
gemonteerd uit wat een jaar na de vermissing van de hoofdpersonen in de
kelders van een vervallen huis werd gevonden. Het ziet er niet uit, is
vaag en onscherp en vaker alleen maar zwart. We zien hun verschrikte,
afgepeigerde gezichten, horen hoe ze schreeuwen en door het bos rennen
en zijn getuige van Heathers laatste biecht: "Ik ben te bang om mijn
ogen te sluiten, maar ik ben ook te bang om ze open te houden."
Op een
enkel moment na komen we niet te weten waarvoor zij zo bang zijn en dat
maakt de film des te suggestiever. Niet alleen kan de toeschouwer
straffeloos zijn eigen kampvuurverhalen op de film projecteren, de
angst die we zien is wel degelijk echt. De drie acteurs wisten dat ze
gedurende het productieproces aan een aantal ontberingen zouden worden
blootgesteld, waar ze dan vanuit hun personage op zouden moeten
reageren. Op gezette tijden kregen ze voedsel en instructies, maar ze
konden ook totaal onverwacht 's nachts worden gewekt door gegiechel of
geschreeuw. 'Method filming' noemen regisseurs Sanchez en Myrick dat.
Door dit geënsceneerde realisme maken ze de toeschouwer ook
medeplichtig aan de angst van de hoofdpersonen met hij zich
tegelijkertijd identificeert. Wie zijn die 'they' waar Heather, Mike en
Josh zo bang voor zijn? Zijn dat de bomen, die overdag maar een beetje
staan te dromen in het bos, zoals het kinderliedje zingt, maar 's
nachts in het rond dansen? Zijn dat een stelletje stomme rednecks uit
de omgeving die die bleekneuzerige studentjes wel eens een lesje zullen
leren, zijn het de sadistische filmmakers, is het de heks, of de
archetypische angst voor de heks, zitten er inderdaad ogen in de bomen
die hen beloeren? Wat de hoofdpersonen niet weten, maar wij
toeschouwers des te beter, is dat ze inderdaad bekeken worden, een
beetje argwanend eerst - wie zijn zij en wat doen zij hier - later
misschien met humor en sympathie, tot we hen uiteindelijk met angst en
afgrijzen gadeslaan, niet vermoedend dat onze angst hun angst voedt.
Wij willen dat ze dat huis binnengaan, waar later hun dagboeken en
filmrollen gevonden zullen worden, want wij weten dat dat
onvermijdelijk is, omdat een eenvoudige titelkaart dat al heeft verteld.
Met het zweet in je handen en al je nekharen gespannen wacht je even
verlamd als zij op hun ondergang. En dan is er opeens dat laatste
beeld, zo gruwelijk en onverwacht, dat het zich na afloop op je
netvlies heeft vastgebrand als een halfverduisterde zon. En dat heb je
dan samen met de film in 90 minuten zo echt zitten maken, dat je maar
één ding wilt. De film nog een keer zien. En hopen dat het
anders af zal lopen. En schreeuwen: 'Doe het niet.' Maar dat doen de
hoofdpersonen in een horrorfilm natuurlijk wel. En net als Heather
moeten we blijven kijken, want dit is zo eng dat het niet eens meer
helpt om je ogen dicht te doen. De toeschouwer van The Blair Witch
Project is zelf zijn grootste belager.
|
NRC Webpagina's
6 OKTOBER 1999
|