|
|
|
NIEUWSSELECTIE
|
First Ladies praten graag over vrouwenzaken
OTTAWA, 2 OKT. Met vertederde blikken luisteren dertig vrouwen naar de zoete klanken van het kinderkoor Les petits chanteurs de l'île. Goed gekapt zijn de dames over het algemeen, en de meesten van hen dragen keurige mantelpakken in bescheiden tinten. De vrouwen, hoofdrolspeelsters van een internationale conferentie in de Canadese hoofdstad Ottawa, vormen een zeer gemengd gezelschap. Delores Velma Miller Ingraham uit de Bahama's bijvoorbeeld is van oorsprong onderwijzeres. Lorena Clare Facio de Rodríguez Echeverría is een voormalig dressuurkampioen uit Costa Rica. En Ruth Corra Leite Cardoso is een Braziliaanse sociologe en antropologe. Het enige wat de vrouwen aan elkaar bindt is dat ze zijn getrouwd met premiers en presidenten van landen in het westelijk halfrond. Ze zijn, kortom, allemaal 'first Ladies'. En daarom komen ze sinds het begin van de jaren negentig eens per jaar bijeen voor een conferentie. Niet voor thee en koekjes terwijl hun mannen de wereldpolitiek bediscussiëren. Maar om te praten over zaken die, zoals ze zelf zeggen, vrouwen en kinderen aangaan. "Als echtgenotes van staatshoofden en regeringsleiders zijn we in een bevoorrechte positie om doelen te bevorderen die ons na aan het hart liggen", vat Aline Chrétien, echtgenote van de Canadese premier en gastvrouw van de conferentie, de essentie samen van de positie van 'first lady'. Haar collega's sluiten zich bij haar aan met timide toespraken over de gezondheid van vrouwen en de zorg voor jonge kinderen. "Het is alarmerend om te zien dat kinderen geen goed onderwijs krijgen en fundamentele zaken als liefde tekort komen", zegt Patricia Escobar Dalton De Arzú, first lady van Guatemala. Yolanda Prada de Banzer, presidentsvrouw van Bolivia, verklaart dat "de gezondheid van vrouwen overal hoog op de agenda moet staan, omdat het personen betreft die leven scheppen en de hoeksteen vormen van de maatschappij." Even verderop, in het Canadese parlement, wordt het nut van de driedaagse bijeenkomst, die tot en met vandaag duurt, echter in twijfel getrokken. Deborah Grey, oppositielid in het Canadese Lagerhuis, meent dat onderwerpen als gezondheidszorg voor vrouwen en zuigelingen worden gemarginaliseerd door ze over te laten aan 'echtgenotes van'. Kim Campbell, een voormalige Canadese premier, prijst de first ladies juist voor hun moeite. "Ze zijn vrouwen die prominent zijn in hun landen, die de tijd nemen om van elkaar te leren en begrip op te bouwen van belangrijke kwesties." Het dilemma voor de first ladies zit hem in de vraag of de echtgenotes invloed hebben op het beleid van hun mannen. Hebben ze die invloed niet, dan worden onvermijdelijk vragen gesteld over de zin van hun onderonsjes. Maar hebben ze die invloed wel, dan krijgen ze vaak kritiek te verduren wegens misbruik van een positie waartoe ze niet democratisch gekozen zijn. Zo wekte de Amerikaanse presidentsvrouw Hillary Clinton tijdens de eerste ambtstermijn van haar echtgenoot argwaan onder de bevolking met haar ambitieuze, mislukte poging tot hervorming van de Amerikaanse gezondheidszorg. Ze zag zich gedwongen een toontje lager te zingen, en won pas weer aan populariteit als gekrenkte echtgenote die met zwijgende gratie de seksuele schandalen rond haar man onderging. Inmiddels is Hillary van plan zich kandidaat te stellen in de staat New York voor een zetel in de Amerikaanse Senaat. Een poging om in het voetspoor te treden van Eleanor Roosevelt, de presidentsvrouw die na de dood van haar man uit diens schaduw trad om ambassadeur te worden bij de VN. In Ottawa valt Clinton echter niet uit haar rol van spreker over 'vrouwenzaken'. "Sommigen zullen zeggen dat andere ontmoetingen, over handel of veiligheid, of andere zaken waarover presidenten en premiers spreken, veel belangrijker zijn", zegt ze. "Maar mij dunkt dat wat er echt toe doet is te investeren in het onderwijs van onze kinderen, en ervoor te zorgen dat ze de gezondheidszorg krijgen die ze nodig hebben. Dat gaat boven elke andere kwestie waarover we het zouden kunnen hebben." In Latijns Amerika is niet Eleanor Roosevelt, maar Eva Perón het prototype 'first lady'. 'Evita' overvleugelde haar echtgenoot, Generaal Juan Perón, president van Argentinië, in de jaren veertig en vijftig in populariteit. Ze richtte liefdadigheidsinstellingen op ten behoeve van de armen. Tegenwoordig hebben echtgenotes van Latijns- Amerikaanse leiders veelal een officiële functie, met een kantoor en personeel. Zo staat Susana Galli De González Macchi, presidentsvrouw van Paraguay, aan het hoofd van het 'kantoor van de first lady', dat zich buigt over sociale kwesties rond onder meer zuigelingen en bejaarden. Critici menen dat het bevoorrechte bestaan de first ladies slecht in staat stelt over problemen te spreken als armoede, ongewenste zwangerschappen en het HIV-virus. De prominentie van die rol kan echter ook een voordeel zijn. Zo ontpopte Mary Flake de Flores, first lady van Honduras, zich vorig jaar als woordvoerder van haar land nadat het was getroffen door orkaan Mitch. Via haar contacten in haar geboorteland de VS hielp ze de internationale noodhulp in goede banen te leiden. Tenslotte geniet het 'ambt' van first lady een dusdanig aanzien in de meeste Amerikaanse landen dat zelfs wanneer er eigenlijk geen presidentsvrouw is, er toch vaak een first lady wordt aangewezen. Zo stuurde de Cubaanse leider Fidel Castro zijn schoonzus naar Ottawa. Alberto Fujimori, president van Peru die is gescheiden van zijn vrouw, vaardigde zijn dochter af. Mannelijke presidentspartners waren er echter niet; de twee vrouwelijke staatshoofden in de regio zijn beide weduwen.
|
NRC Webpagina's
2 OKTOBER 1999
|
Bovenkant pagina |