|
T I T E L : |
Inquiétude |
R E G I E : |
Manoel de Oliveira |
M E T : |
José Pinto, Luis Miguel Cintra, Irene Papas, Leonor Silveira, Diogo Dória, Isabel Ruth |
In: Filmmuseum, Amsterdam; Haags Filmhuis
Drieluik De Oliveira weinig toegankelijk
Door HANS BEEREKAMP
Met grote hardnekkigheid blijft
het Filmmuseum de jaarlijkse film van de Portugese regisseur Manoel de
Oliveira (Porto, 1908) uitbrengen, ook al valt er zelfs voor de meest
verstokte Skrien-abonnee nauwelijks meer plezier aan te beleven.
Inquiétude uit 1998 is van alle recente films van De
Oliveira de minst toegankelijke: een academische stijloefening in het
creëren van statische, theatrale beelden, bijna als een hommage aan
de 'primitieve' film van voor 1915.
Aan de structuur valt alleen in intellectueel opzicht eer te behalen.
Inquiétude is een drieluik van ongelijksoortige
literatuurverfilmingen van ons onbekende Portugese auteurs, met dood en
onsterfelijkheid als vage rode draad. Het eerste deel heeft de vorm van
een boulevardklucht waarin een hoogbejaarde arts zijn bijna even
beroemde bejaarde zoon tot zelfmoord aanzet, om zo seniliteit te
vermijden. Wanneer beiden op burleske wijze het raam uit zeilen, gaat
het doek op en weerklinkt het applaus van het publiek, onder wie de
helden van het tweede deel: een ongeneeslijk zieke courtisane en haar
grootste bewonderaar. Om deze na haar dood te troosten vertelt zijn
beste vriend hem een sprookje, dat het derde deel van de film vormt. In
die legende ontmoet een dorpsmeisje de 'moeder van de rivier', een
duizend jaar oude vrouw die uit de bergen naar beneden komt om haar
gouden vingers aan het kind over te dragen. De rol van de moeder wordt
gespeeld door Irene Papas, die in het Grieks praat, terwijl het kind in
het Portugees antwoord geeft. Dat De Oliveira van surrealistische
vervreemdingseffecten houdt, hadden we op dat moment al wel begrepen.
De reputatie van De Oliveira, vooral in de Franse filmpers, als een van
de grote filmmakers van onze tijd, is mij altijd een raadsel geweest. In
een handvol van zijn films, zoals Os canibais (1988) en A
carta (1999), overwint hij met vileine elegantie zijn eigen
rigiditeit, maar voor het overgrote deel vind ik de films van De
Oliveira vooral een probaat slaapmiddel.
|
NRC Webpagina's
8 SEPTEMBER 1999
|