|
T I T E L : |
Runaway Bride |
R E G I E : |
Garry Marshall |
M E T : |
Julia Roberts, Richard Gere, Joan Cusack, Hector Elizondo, Rita Wilson, Paul Dooley |
In: 85 theaters
Julia Roberts als bruid op de vlucht
Door HANS BEEREKAMP
De runaway heiress was
een vaak terugkerend personage in Amerikaanse screwball comedies
uit de jaren dertig: een welgestelde en goedgebekte dame, die aan de
vooravond van een comfortabel huwelijk besloot de benen te nemen en een
wild avontuur te beleven met een veelal minder welgestelde, verlegen
man, bij voorkeur een verslaggever. Ondanks de krankzinnige scenario's
waren de situaties waarin Claudette Colbert of Katharine Hepburn
belandden toch altijd herkenbaar.
Runaway Bride, de romantische komedie die de regisseur (Garry
Marshall) en de sterren (Julia Roberts en Richard Gere) van de hit
Pretty Woman (1990) herenigt,draait de rollen een beetje om.
Roberts schrikt vlak voor het altaar terug voor de consequenties van een
gedomesticeerd bestaan, maar zij is de Assepoester en Gere, nog steeds
journalist, de toevallig passerende prins op het witte paard. Kennelijk
zijn verslaggevers in de jaren negentig geen slonzige paria's meer maar
succesvolle mediahelden, en mag Roberts wel haar op de tanden hebben,
mits ze een eenvoudige ijzerwarenwinkel drijft in de diepste provincie
van Maryland. In Runaway Bride wordt het plattelandse Amerika,
waar op zaterdagmiddag een barbershopkwartet op het dorpsplein zingt,
voorgesteld als een verloren idylle, hervonden door de door de wol
geverfde New-Yorkse columnist van USA Today.
Het staat allemaal ver van ons bed: de niets ontziende fixatie van zo'n
gemeenschap op het huwelijksritueel als eindbestemming, de dubbelzinnige
houding van een kittige meid die zich tot drie keer toe in een andere
bruidsjurk hijst om op het laatste moment af te haken, maar ook het
honende cynisme van een populistische stukjesschrijver, die de
wegloopster schrobbeert over de mannenlevens die ze verwoest heeft met
haar wankelmoedigheid.
Zo doet zich het merkwaardige verschijnsel voor dat de alledaagsheid in
Runaway Bride moeilijker voorstelbaar is dan de meer exotische
omstandigheden in Roberts' grootste hits. Ik kan me eerder verplaatsen
in een ster die verliefd wordt op een schutterige boekverkoper
(Notting Hill) of een callgirl die zich laat heropvoeden door een
miljonair (Pretty Woman) dan in een onafhankelijk denkende en
handelende vrouw die serieus overweegt om te trouwen met een bullebak
van een sportcoach, en die op het laatste moment inruilt voor een gladde
riooljournalist.
Nu werkt regisseur Marshall dit keer niet bepaald mee om van het
onwaarschijnlijke scenario toch een charmante film te maken. De pogingen
om de lachers op zijn hand te krijgen met karikaturaal vertolkte
nevenpersonages en onhandige slapstickmomenten werken volstrekt
averechts. Runaway Bride is een prototype van bedachte
kunstmatigheid.
|
NRC Webpagina's
8 SEPTEMBER 1999
|