|
T I T E L : |
Happiness |
R E G I E : |
Todd Solondz |
M E T : |
Dylan Baker, Philip Seymour Hoffman, Jane Adams, Lara Flynn Boyle, Ben Gazzara, Louise Lasser, Jared Harris, Elizabeth Ashley, Jon Lovitz, Camryn Manheim, Cynthia Stevenson, Rufus Read |
In: 8 theaters
Todd Solondz observeert de moeizame pogingen tot
seksuele communicatie in suburbia
Niets meer voelen is misschien wel het
ergste
Door HANS BEEREKAMP
Nu Todd Solondz'
Happiness, de winnaar van de persprijs op het filmfestival van
Cannes 1998, meer dan een jaar later in de Nederlandse bioscoop
verschijnt, is er al heel wat gepolemiseerd over deze opmerkelijke
film. Veel critici roemen als hoogtepunt van de film, vijf overlappende
liefdesverhalen van twaalf hoofdpersonen in de treurige ambiance van New
Jersey en Florida, het goede gesprek aan het slot tussen vader en zoon.
De psychiater (Dylan Baker) die ontmaskerd is als pedofiele
verkrachter, bekent aan zijn 11-jarige zoon (Rufus Read) al zijn
misdaden. Ook de vraag van de zoon of hij zich aan zijn eigen vlees en
bloed zou willen hebben vergrijpen krijgt een eerlijk antwoord: zo
schokkend in zijn goedkope waarheid dat het niet aardig zou zijn het
hier te onthullen.
Het effect van deze scène is niet alleen verwoestend omdat die
goed geschreven en gespeeld is, maar omdat het de eerste keer is in de
film dat er geen façade wordt opgehouden. Ook de voorafgaande
'goede gesprekken over seks' tussen dezelfde vader en zoon bevatten
geen leugens, maar de essentie wordt tot dan toe verzwegen.
Solondz' mozaïek van relaties volgt het sinds Altmans Short
Cuts vaak toegepaste model van schijnbaar op zichzelf staande
verhaaltjes, waarvan de samenhang langzaam duidelijk wordt. De
personages blijken een netwerk te vormen rond de (aangetrouwde) familie
van de pedofiele therapeut, maar er is ook een inhoudelijk verband:
geen van allen is in staat zichzelf te verwezenlijken, vooral op het
gebied van de seksuele communicatie, en allen verschuilen zich achter
een façade van hypocrisie en sociale wenselijkheid. De
verdringing van hun impulsen of de onmacht om ze in een wederzijds
bevredigend contact om te zetten leidt tot een wirwar van steeds erger
blijkende noodgrepen.
De zweterige dikzak (Philip Seymour Hoffman) kan zijn libido slechts
kwijt in anonieme telefoontjes, waarin hij vrouwen vernedert. Zodra een
masochistisch aangelegd slachtoffer (Lara Flynn Boyle) zich
aangesproken voelt en hem uitnodigt eens langs te komen, slaat hij
dicht. Een aardige, maar onbeholpen romantica (Jane Adams) wijst een
aanbidder af, die even later zelfmoord pleegt. Ze wordt verliefd op een
liefdesliedjes kwelende Russische taxichauffeur (Jared Harris), maar
die blijkt na haar te hebben versierd getrouwd en een dief. En de
moddervette alleenstaande Kristina (Camryn Manheim) bewaart het
lugubere bewijs van een uit seksuele frustratie gepleegde moord in een
plastic zakje in haar koelkast.
Voor het enige sympathieke én verstandige personage (Ben Gazzara)
blijkt het te laat om te ontsnappen uit Solondz' hel. Na zich eindelijk
los te hebben gemaakt uit tientallen jaren vreugdeloos huwelijk, blijkt
hij impotent bij een nieuwe vriendin. "Ik voel helemaal niets," zegt
Gazzara, en dat is misschien wel het meest tragische moment in
Happiness.
Van twee kanten kreeg Solondz de wind van voren. De bezwaren van
fatsoensrakkers en van de gevestigde orde waren te voorzien. Geen enkele
Amerikaanse distributeur brengt van harte een film uit, waarin de kijker
gevraagd wordt begrip op te brengen voor kinderlokkers, hijgers en
lustmoordenaars. En Solondz bewees al eerder, in Welcome to the
Dollhouse (1995), morele vooroordelen effectief te kunnen
ondermijnen.
Meer verbazing wekt het verwijt aan Solondz' adres van minachting en
morele superioriteit ten opzichte van zijn personages. De triomftocht
van Happiness was al een tijdje bezig, toen het toonaangevende
Britse filmblad Sight & Sound onder de kop Welcome to the
Nerdhouse een frontale aanval op de film publiceerde. Solondz zou
gebrek aan mededogen hebben met de bewoners van suburbia, en genadeloos
hun lulligheid observeren: "Hij gedraagt zich als een jongetje dat
insecten in een potje vangt, en dan zegt een experiment uit te voeren,
terwijl hij kijkt hoe ze stikken." Zo'n oordeel zegt ook iets over de
criticus, die kennelijk zelf geen enkele verwantschap voelt met de
onmacht van Solondz' personages. De klinische blik van de regisseur,
die inderdaad weinig troost aan de kijker biedt, maakt hen nog niet tot
insecten. Wie eerlijk is, herkent de wanhoop en de angst die vaak aan
leugenachtigheid en agressie ten grondslag liggen. Een droge, statische
observatie van de grote en kleine drama's zoals die in Happiness
geschilderd worden, is niet de slechtste manier om het mechaniek bloot
te leggen. Het effect van Happiness op de kijker is ingewikkeld,
en uiteraard niet voor iedereen hetzelfde. Ik heb bijna twee en een
half uur op het puntje van mijn stoel gezeten, ademloos elk woord, elke
wending, elk detail opgezogen, en me zeer ongemakkelijk gevoeld. En
bijna steeds gedacht: ja, helaas, zo is het of zo zou het kunnen zijn.
Je zou Solondz hoogstens kunnen verwijten dat hij een zwartkijker is,
die nooit laat zien dat communicatie en harmonie soms wel mogelijk
blijken en daarmee alle hoop laat varen. Maar kunst, het is een
cliché, dient niet om goed nieuws te brengen. Happiness,
een van de belangrijkste films van het afgelopen jaar, ontregelt,
ontroert en schokt, door provocaties en ruime aandacht voor
gebeurtenissen van het type 'Man bijt hond'. Dat maakt de toon niet
sensationeel, exploitatief of anderszins verkeerd. Integendeel, de
extremiteiten van het menselijk bestaan die Solondz ons voorschotelt en
zijn inzicht in de onderliggende motieven, maken op mij een eerlijker
en humaner indruk dan de valse troost waar de gemiddelde Hollywoodfilm
over relaties ons mee naar huis stuurt.
|
NRC Webpagina's
18 AUGUSTUS 1999
|