|
T I T E L : |
The Hunger. |
R E G I E : |
Tony Scott. |
M E T : |
Catherine Deneuve, David Bowie, Susan Sarandon, Cliff De Young, Beth Ehlers, Dan Hedaya, Rufus Collins, Willem Dafoe. |
In: Filmmuseum, Amsterdam, zo 8; Haags Filmhuis, di 10; Filmhuis, Maastricht, za 21.
Bowie en Deneuve voor eeuwig jong
Door DANA LINSSEN
Zelfs met haar kin druipend van
het bloed, even gulzig als een kind dat van de taart heeft gesnoept,
maar koeler, behoudt Catherine Deneuve haar waardigheid. Haar tragische
waardigheid zo blijkt in vampierfilm The Hunger (1983), het
regiedebuut van Ridley 'Alien' Scotts jongere broertje Tony. Ze
is mooi, maar haar schoonheid is niet echt, want Deneuve speelt in deze
film een oeroude vampier die alleen maar jong kan blijven bij de gratie
van vers bloed om zich aan te laven en verzadigen. Ook haar geliefden
verouderen na een paar honderd jaar, verzinken in een comateuze slaap en
dan is ze weer alleen. Het romantische 'forever and ever' uit Romeo
and Juliet dat zij elkaar eeuwenlang toefluisterden, krijgt iets
wrangs.
In The Hunger gaat Deneuve met David Bowie, de ster die wat
betreft afstandelijke aantrekkingskracht gerust haar mannelijke
tegenhanger kan worden genoemd. Beiden onaanraakbare iconen van de
populaire cultuur, beiden in een eigenaardige wederzijdse
afhankelijkheidsrelatie met hun publiek. Want waar zij hun fans nodig
hebben om aan de top te blijven, hebben hun bewonderaars hen nodig om
zich te verlustigen aan iets wat ze zelf niet hebben: het eeuwige leven
op het witte doek. Wat dat betreft zijn hun rollen exemplarisch. Bowie
gaat zo goed als dood, want van de kameleontische zanger-acteur weten we
dat hij het vermogen heeft om zich te transformeren tot talloze alter
ego's, van Ziggy Stardust tot Alladin Sane. Daar hoeven we ons geen
zorgen over te maken. Deneuve echter zal nooit worden verlost, na Bowie
legt zij het aan met een kittige Susan Sarandon, een arts die onderzoek
doet naar de verouderingsziekte Progeria. Zij blijft een slaaf van haar
bestaan. Forever and ever.
Seks, dood, leven en lust, het eeuwige eenzame leven van de ster; het
getuigt wel van zelfspot dat Deneuve de onderliggende metaforen van
The Hunger aan de oppervlakte durfde te krijgen. Want al is de
film plottechnisch niet helemaal consistent, hij is dankzij de aanwezigheid van Bowie en Deneuve stijlvol en suggestief. Alleen al de
angstaanjagende videoclipachtige openingssequentie waarin ze afdalen in
de gothic scene van begin jaren tachtig op zoek naar nieuwe
slachtoffers, heb ik dankzij de videorecorder wel tien keer bekeken. En
nog krijg ik kippenvel van de dramatische profetie van Bauhaus-voorman
Peter Murphy die kreunt, klaagt, krijst: 'Bela Lugosi's dead'.
|
NRC Webpagina's
4 AUGUSTUS 1999
|