|
T I T E L : |
Next Stop Wonderland |
R E G I E : |
Brad Anderson |
M E T : |
Hope Davis, Alan Gelfant, Philip Seymour Hoffman, Victor Argo, José Zuniga, Cara Buono, Holland Taylor, Jason Lewis |
In: Cinecenter, Amsterdam; Springhaver 2, Utrecht
Sympathiek en triviaal
Door HANS BEEREKAMP
Romantische komedies waarin
wanhopig naar de ware liefde zoekende twintigers en dertigers de voor
hen bestemde partner door een aaneenschakeling van misverstanden steeds
net mislopen, mogen zich de laatste tijd in enige populariteit
verheugen.
In het rijtje You've Got Mail, Sliding Doors en
Notting Hill onderscheidt Next Stop Wonderland zich vooral
door bescheidenheid. De tweede speelfilm van regisseur Brad Anderson,
gelanceerd op het Sundance-festival van 1998, is een kleinschalige low-
budgetproductie met enkele aardige elementen: de eigen sfeer van een
nog niet geheel filmisch uitgemolken stad (Boston), het gebruik van
bossanovamuziek als licht en zwoel Leitmotiv en deels
geïmproviseerde, dus relatief realistisch klinkende dialogen. Aan
de negatieve kant van de balans staan een flagrant gebrek aan
originaliteit van het scenario en een krampachtig aandoende schattigheid
van de personages. De vrouw en de man (Hope Davis als nachtzuster en
Alan Gelfant als loodgieter die zeebioloog wil worden), slechts in de
slotscènes samen in beeld, hebben het woord 'sympathiek' met
koeienletters op hun voorhoofd geschreven staan. Je wordt ongeduldig
van de scenarioverwikkelingen die ervoor moeten zorgen dat ze elkaar
helaas steeds maar niet ontmoeten, terwijl je vanaf het allereerste
begin weet dat het daar op uit moet draaien. De gezichten van deze
onbewuste geliefden willen maar niet in mijn herinnering blijven, in
tegenstelling tot die van de slechtere mensen, die Anderson gelukkig
ook in zijn film heeft gestopt. Aardig is bij voorbeeld de stoet van
onmogelijke mannen (seksisten, leugenaars, opscheppers, neuroten) die de
vrouw, steevast op dezelfde barkruk, de revue laat passeren, nadat haar
moeder buiten haar medeweten een contactadvertentie heeft gezet. En ook
de vriend die haar in de eerste scènes van de film gedumpt
heeft, een botte politieke activist met pluisbaard en een kat die Fidel
heet (Philip Seymour Hoffman), bijft langer hangen dan de echte
hoofdrollen.
De naar believen als poëtisch of komisch op te vatten
verwikkelingen in het Bostonse zeeaquarium (metrohalte Wonderland) met
een ballonvis en piranha's kunnen me ook gestolen worden. Voor het
overgrote deel is Next Stop Wonderland van een stuitende
onbetekenendheid. Realistisch dus, soms goed voor een glimlach van
herkenning, maar niet the stuff that dreams are made of.
Wonderland is voor deze Alice een onbereikbaar station.
|
NRC Webpagina's
4 AUGUSTUS 1999
|