|
T I T E L : |
Beshkempir. |
R E G I E : |
Aktan Abdikalikov. |
M E T : |
Mirlan Abdikalikov, Albina Imasmeva, Adir Abilkassimov, Bakit Zilkietsjijov, Mirlan Tsjinkozojov. |
In: Rialto, Amsterdam; 't Hoogt, Utrecht; Cinemariënburg, Nijmegen.
Delicaat filmdebuut over Kirgizisch
stiefkind
Door DANA LINSSEN
Vijf oude vrouwen wikkelen een
kind, net geen zuigeling meer in doeken. 'Vijf oude vrouwen' betekent
ook zijn naam in het Kirgizisch: Beshkempir. Kind, naam en traditie
vallen samen in dat ene woord, dat aangeeft dat hij een adoptiefkind is,
een telg van een groot gezin die wordt afgestaan aan een kinderloos
echtpaar. Vijf oude vrouwen maken hem klaar voor de
overdrachtsceremonie, wikkelen hem in doeken. Zou het Mozes ook zo zijn
vergaan?
Beshkempir, de eerste lange speelfilm van de Kirgizische
regisseur Aktan Abdikalikov (1957) en de eerste echte onafhankelijke
film die in de voormalige Sovjet-republiek werd geproduceerd, vraagt wel
om een beetje uitleg. De gewoonte om baby's uit kinderrijke gezinnen af
te staan aan echtparen waarvan de vrouw onvruchtbaar is, is weliswaar
aan het uitsterven, maar elk dorp kent nog wel zo'n 'Beshkempir'. Hij
hoort erbij, maar ook weer niet. Het mag dan geen schande zijn om
geadopteerd te zijn, het blijft ongewoon en in het geval van
(kinder)ruzies ligt 'Beshkempir' als scheldwoord voor op de tong. Ook
Abdikalikov zelf was zo'n afgestaan kind en zijn eigen, echte zoon
speelt de hoofdrol in zijn jeugdherinneringen, waardoor Beshkempir een
hele delicate, persoonlijke film is geworden.
Bijna documentair, observerend ademt de camera kleine gebeurtenissen in
en uit. Jongens die honing gaan stelen en zich tegen de bijensteken
insmeren met leem. Beshkempir die als een Golem uit die modderpoel
geboren wordt, zo lijkt het. Sterke taferelen zijn het, in verschoten
zwartwit gefilmd, met af en toe een kleurenbeeld, soms maar een fractie
van het hele kader. Als een herinnering die tot leven komt.
Beshkempir is een van die zeldzame films die wel een verzonnen verhaal
vertellen, maar geen fictie zijn, dicht op de huid van de werkelijkheid
zitten, maar geen documentaire worden en zo gefotografeerd zijn dat het
platte scherm dimensie krijgt, plastisch wordt. De verhaallijn is mager,
concentreert zich op de ontdekking van de hoofdpersoon dat hij een
aangenomen kind is, de prille liefde die hij voor de mooie Ajnoera voelt
en de jaloezie van zijn beste vriend.
Maar Abdikalikov maakt dat voelbaar. Je krijgt zin om de film aan te
raken, alleen om maar even de modder te betasten. Of het zand, waarin de
jongetjes een vrouw boetseren, met borsten als meloenen en een
uitnodigend geslacht. En dan neuken ze haar, giechelig, zoals jongetjes
dat doen en ernstig, zoals een eerste sacraal-seksuele ervaring met
moeder aarde past. En die sculptuur ligt er na afloop zo bloot bij dat
je haar zou willen toedekken. Zo echt is Beshkempir.
|
NRC Webpagina's
4 AUGUSTUS 1999
|