|
T I T E L : |
Pleasantville |
R E G I E : |
Gary Ross |
M E T : |
Tobey Maguire, Reese Witherspoon, Joan Allen, William H. Macy, Jeff Daniels |
In: 9 theaters.
Regisseur Gary Ross maakt van kleur een geweldig
special effect in Pleasantville
Roze bloesems in een zwart-wit landschap
Door BIANCA STIGTER
De jaren vijftig zijn in Amerika
nog steeds het decennium waarnaar wordt terug verlangd, ook door mensen
die het niet hebben meegemaakt. Het is de tijd waarin alles nog goed,
schoon en onschuldig zou zijn geweest.
In Pleasantville, het
regiedebuut van scenarioschrijver Gary Ross, zijn de echte jaren vijftig
vervangen door een sitcom uit die tijd, waarin moeder stipt om
zes uur het eten op tafel heeft, basketballen steevast in de basket
belanden en de brandweer alleen hoeft uit te rukken om een kat uit de
boom te redden. Naar deze zwart-witte, steriele wereld worden op
magische wijze twee tieners uit de jaren negentig getransporteerd. David
voelt zich meer thuis in Pleasantville dan in zijn eigen wereld, waar
vader al lang verdwenen is en moeder ook niet vaak thuis is. Deze
eenzame nerd kent alle afleveringen over het gemoedelijke stadje
uit zijn hoofd en weet precies wat hij moet doen als Bud, de
hoofdrolspeler van de serie. Maar zijn populaire zusje Jennifer, die in
Pleasantville de brave Mary Sue moet zijn, weigert het spelletje mee te
spelen. Op haar afspraakje met de aanvoerder van het basketbalteam gaat
ze verder dan handje vast houden. Tegelijkertijd met seks introduceert
Jennifer kleur in het zwart-witte utopia van hedendaags Amerika.
Gary Ross bewees met zijn scenario's voor Big (over een jongetje
in het lijf van een volwassene) en Dave (over een gewone man die
president van Amerika wordt) al dat hij goed overweg kon met
ongeloofwaardige uitgangspunten. In Pleasantville zorgt hij voor
spektakel door langzaam kleur toe te voegen aan beelden die eerder grijs
dan zwart-wit lijken. In de ruim twee uur die de film duurt, vragen niet
alleen de inwoners van het stadje, maar ook de kijkers zich af wat het
nu toch is dat zorgt voor rode rozen en gele frietjes, voor kleur en
voor andere dingen die in Pleasantville onbekend waren, zoals regen,
vuur, kunst en literatuur. Alleen om seks gaat het in deze overvolle
komedie dan allang niet meer.
Langzamerhand gaat Pleasantville steeds meer op onze eigen wereld
lijken, die door Ross zo hartverwarmend verdedigd wordt dat zijn film
aan het werk van Frank Capra doet denken. Net als in de iets
scherpere satire The Truman Show, een van die andere
recente films over televisie, moet de in Pleasantville
gecreëerde fantasiewereld het uiteindelijk afleggen tegen de onze,
waarin het kwade vooral zo nuttig is omdat het kleur kan geven aan het
goede.
Ross draaft soms wel erg ver door. Mensen die al gekleurd zijn worden
bijvoorbeeld kleurlingen genoemd, die door de nog zwart-witte burgers
van de stad worden gediscrimeerd. Even later organiseren de zwart-
witten ook nog een boekverbranding. Meer dan van dit soort pedante
verwijzingen moet Pleasantville het hebben van het wonder tegelijkertijd
kleur en zwart-wit te zien, een special effect waarvoor de nieuwste
digitale technieken zijn gebruikt. Dan zie je bijvoorbeeld een zwart-
witte auto naar lover's lane rijden door een zwart-wit landschap
waarin de kersenbloesems die naar beneden dwarrelen opeens roze gekleurd
zijn. Zo'n scène is als een lach die de zon echt doet schijnen,
als een kus die opeens werkelijk door violen wordt begeleid. Die
vergelijkingen zijn gevoed door de bioscoop, en daar is het waar
Pleasantville dan ook eindigt. Tegen het slot ziet
Pleasantville er niet meer uit als een televisieserie uit de
jaren vijftig, maar als een biocoopfilm uit diezelfde tijd - in glorious
technicolor.
|
NRC Webpagina's
28 JULI 1999
|