U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.
    F I L M  &  V I D E O  
NIEUWS  | TEGENSPRAAK  | SUPPLEMENT  | AGENDA  | ARCHIEF  | ADVERTENTIES  | SERVICE 


Eindexamen Academie St. Joost Breda AV-Programmamaken 1999

Bredase academie zet aan het denken

Door DANA LINSSEN
De hoofdpersoon van Veysi Yildirims eindexamenfilm De fameuze artiest in ruste kijkt graag naar de films van Buster Keaton, want ,,die doen een beroep op je verstand en verstand is gezond.'' Van Charlie Chaplin houdt hij niet. Chaplin zou teveel aan ,,het sentimentele, het gevoel'' appelleren. En hoewel ik Buster Keaton erg bewonder, is het moeilijk om in de maker van De fameuze artiest een geestverwant te herkennen. Want zonder gevoel is verstand niets waard. Yildirim studeert dit jaar af aan de afdeling AV-Programmamaken van de Academie St. Joost in Breda, een van de zes Nederlandse kunstacademies waar studenten in een audiovisuele richting kunnen afstuderen en die in het verleden filmmakers voortbracht als Jaap van Hoewijk (Procedure 769 - The Witnesses to an Execution) en Jeroen Berkvens en Walter Stokman (Let Me Have it All). St. Joost wil, volgens directeur Andries Meijsen in de catalogus van het Nederlands Filmfestival 1996, dat een miniretrospectief aan de academie wijdde, zijn studenten leren wat er ,,tussen de oren'' van een programmamaker gebeurt en ,,niet onder de knoppen''.

Dat al teveel aandacht voor wat er tussen de oren zit snel leidt tot navelstaarderij bewijzen echter de eindexamenwerkstukken van dit jaar. Klemens Patijn (Ezra en ik) en Marieke Baljé (Koning van de dag) maakten respectievelijk een documentaireportret van een onwillige en ontspoorde jeugdvriend en een drieluik van een soapster, een operazangeres en zichzelf, waarin via opdringerige voice-overs verslag wordt gedaan van hun intenties om deze films te maken, zonder dat daar vervolgens filmische middelen voor worden ingezet. Ook de voor zijn eindexamen met de St. Joost-penning bekroonde Yildirim maakt gretig gebruik van de voice-over om de toeschouwer te doceren waar zijn films over gaan: hoogdravende thema's als het problematische karakter van verhalen in de cinema bijvoorbeeld. Maar waarom zijn er in Breda geen docenten geweest die deze studenten hebben verteld dat film zo'n machtig mooi medium is juist omdat je niet alleen maar met woorden en verhalen hoeft te werken, maar van alles kunt doen met beeld, geluid, acteurs, tijd en ruimte? Dat je met films behalve je verstand ook vooral je gevoel activeert.

De enige die dat begrepen lijkt te hebben is de cum laude afgestudeerde Daan Hocks, die in Visite, een zwart-witte `Bildungsgeschichte' over (onder veel meer) een treurige jongeman die vriendschap sluit met een monstertje uit de stortbak van zijn wc. Hoewel zijn dramaturgie en mise-en-scène nog wat ongevormd zijn, verraadt Hocks tenminste een fotografische blik en een ondogmatische geest. Die houden de aandacht langer vast dan films die een betweterig pamflet over filmmaken willen zijn.

NRC Webpagina's
14 JULI 1999


    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD (web@nrc.nl)