|
T I T E L : |
Black Cat, White Cat |
R E G I E : |
Emir Kusturica |
M E T : |
Bajram - Doctor Kolja - Severdzan, Florijan Ajdini, Jasar Destani, Zabit Mehmedovski, Sabri Sulejmani, Srdan Todorovic |
In: 6 theaters
De Balkan gezien door Kusturica
Door DANA LINSSEN
Emir Kusturica heeft steeds de
tijd tegen. Toen hij met Underground (1994) een tegendraadse
geschiedschrijving van het hedendaagse Joegoslavië afleverde, won
hij weliswaar een Gouden Palm in Cannes, maar haalde de Bosnische
regisseur zich ook de woede van de Franse intellectuele wereld en van
zijn eigen regering op z'n hals. Het verhaal van de film is bijna niet
na te vertellen, maar het had te maken met twee vrienden van wie de een
de ander in een ondergrondse schaduwmaatschappij liet geloven dat de
Tweede Wereldoorlog nog steeds niet was afgelopen. Underground
geeft een bizarre en surrealistische verklaring voor de oorlog op de
Balkan, zonder stelling te nemen in het conflict. Dat was op het
hoogtepunt van de Servische agressie zoiets als een halsmisdaad.
Van de ene op de andere dag besloot Kusturica het filmen eraan te geven.
Nou ja, op een documentaire over het zigeunerorkestje dat het in
Underground te pas en te onpas op een spelen zette na. Hetzelfde
orkestje dat in de slotscène, als iedereen zich met elkaar
verzoent, net zoals het strijkje uit Titanic maar door blijft
fiedelen, terwijl het schiereiland waarop het gezelschap zich bevindt
afbreekt en wegdrijft op de Donau. Die documentaire groeide uit tot
Black Cat, White Cat, een onmogelijke film vol zotte invallen,
waarin dat hele gezelschap van idioten, oplichters, ritselaars en
mafiose zigeuners even verderop aan de oevers van de Donau is
vastgelopen. Daar worden wat zwendeltjes op touw gezet, wat erecodes
geschonden, een beetje wraak genomen en voor de rest heeft Cupido vrij
spel om de juiste geliefden aan elkaar te koppelen. Zelfs als daarvoor
een gedwongen huwelijk, afgesloten om een geldschuld af te lossen, moet
worden ontbonden door middel van wat grootvaders die opstaan uit de
dood. Alles wat tovenaarsleerling Kusturica bedenkt, met een feilloos
gevoel voor zigeunermystiek, Balkanmythologie en slavische melancholie,
is voor hem immers te verwezenlijken.
Of Kusturica nu wél zijn camera aan de wilgen zal hangen weet ik
niet. De hoeveelheid vooroordelen en stereotypen, intolerante
opvattingen en politiek incorrecte hoofdpersonen die hij de St.
Vitusdans laat dansen op de zigeunerbruiloft die het flinterdunne
draadje vormt dat alle boertige uitwijdingen van Black Cat, White
Cat bij elkaar moet zien te binden, is werkelijk enorm. Elke
zigeuner mist wel een tand, loenst of loopt mank, de ene familie gunt de
andere op grond van oeroude vetes het licht in de ogen niet. Er wordt
met geld gesmeten, met kalasjnikovs gezwaaid alsof het vlaggetjes zijn,
om niets geschoten, geroddeld en gemopperd. Alles wat mis kan gaan gaat
mis, de hele wereld staat op z'n kop, maar wonderlijk genoeg ziet hij er
niet veel gekker uit dan het Balkan-slagveld dat we uit de kranten en de
journaals kennen. Daarin schuilt dan ook de kracht van Kusturica's film,
in die overtreffende trap der overdrijvingen.
Black Cat, White Cat ging vorig jaar tijdens het Filmfestival
Venetië in première, kreeg er een Gouden Leeuw en de
geschiedenis herhaalde zich. Want een boerenbruiloft vieren op de Balkan
terwijl de Serviërs Kosovo binnenvielen was ongepast. Kusturica
jaagt met zijn flamboyante stijl en anarchistische (maar niet
onsamenhangende) manier van verhalen vertellen, ongetwijfeld veel
toeschouwers tegen zich in het harnas. Je moet een beetje tegen op hol
geslagen zigeunerorkestjes kunnen, en dat twee uur lang, om van zijn
surrealistische taferelen te kunnen genieten. Maar Black Cat, White
Cat, waarin het ongeluk en het fortuin een gelukkig huwelijk sluiten
en een kind krijgen dat noodlot heet, heeft meer over de politieke
situatie op de Balkan de vertellen dan hij op het eerste gezicht beoogt.
|
NRC Webpagina's
23 JUNI 1999
|