|
|
|
NIEUWSSELECTIE Ministerie van onderwijs, cultuur en wetenschappen
|
Staatssecretaris Van der Ploeg wil zijn plannen
doorzetten
Minderheden geven culturele meerwaarde
AMSTERDAM, 26 MEI. Net toen staatssecretaris Rick van der Ploeg van Cultuur op het punt stond een aantal van zijn ideeën om te zetten in beleid, moest premier Kok naar de koningin om het ontslag van zijn kabinet aan te bieden. Als het aan de staatsecretaris ligt zal de 'uitgangspuntenbrief', waarin Van der Ploeg (PvdA) zijn beleidsvoornemens voor de periode van het volgende Cultuurnota (2001- 2004) ondanks de kabinetscrisis toch worden behandeld. "Premier Kok heeft gezegd: we hebben geen probleem met de Tweede Kamer dus we zullen zoveel mogelijk gewoon doorgaan", aldus staatssecretaris. "Ik stuur mijn brief over een paar weken zoals gepland naar de kamer. Die moet vervolgens beslissen of hij ook wordt behandeld of dat hij te controversieel is. Ik hoop het niet, want de instellingen moeten hun aanvragen voor subsidie indienen voor 15 december en zij hebben recht op duidelijkheid." Gisteren al stuurde Van der Ploeg een andere nota, Ruim Baan voor culturele diversiteit naar de Tweede Kamer. Daarin geeft hij aan hoe hij de deelname van minderheden aan de gesubsidieerde cultuur, als toeschouwer én als kunstenaar, wil bevorderen. Voor het vergroten van wat u noemt culturele diversiteit trekt u 40 tot 60 miljoen gulden uit. Dat geld moet u vinden op een cultuurbegroting van in totaal ongeveer 700 miljoen gulden. Waarom vindt u dit onderwerp zo belangrijk? "In de grote steden bestaat veertig procent van de bevolking uit minderheden. De komende jaren zal dat aantal alleen maar stijgen. En bij jongeren is het al veel groter. Een op de zes Amsterdammers onder de 21 is een Marokkaan. Als je kijkt naar het culturele aanbod dan zie je niet echt een weerspiegeling van de bevolking in die steden. Ik vind dat om te beginnen gewoon niet juist. "En ten tweede, denk ik, zou het culturele aanbod een verrijking kunnen ondergaan als je die culturele diversiteit een kans geeft. Een botsing van culturen, van het beste dat bijvoorbeeld de Turkse of Marokkaanse cultuur te bieden heeft met het beste dat de autochtone Nederlandse cultuur te bieden heeft, kan leiden tot een spanning met artistieke meerwaarde, denk ik. "Een deel van die 40 tot 60 miljoen is overigens bestemd voor het programma 'nieuw publieksbereik', dat bedoeld is om de programmering op de vele podia in het land te verbeteren." De fondsen en adviesraden die in dit land verantwoordelijk zijn voor de verdeling van subsidies beoordelen aanvragen op basis van criteria van kwaliteit. De aanvragen van allochtone kunstenaars kunnen toch op basis van diezelfde kwaliteitscriteria worden beoordeeld? "Dat wil ik ook! Ik wil geen positieve discriminatie, alsjeblieft niet, dat wringt met de artistieke autonomie. Kunstbeleid is geen welzijnswerk. Kwaliteitsbeoordeling staat voorop. "Wel zeg ik dat je, om kwaliteit van minderheden te kunnen beoordelen, misschien van iets andere huize moet komen. Daarom vind ik het zo belangrijk dat kunstenaars uit minderheidsgroepen ook zijn vertegenwoordigd in adviesraden en fondsen. En daarom pleit ik er nu juist ook voor dat onze beste kunstgezelschappen zich met dit onderwerp gaan bezighouden. Dan ben je verzekerd van kwaliteit." Een lid van de Raad voor Cultuur verzuchtte onlangs tijdens een persconferentie: we zouden er graag meer allochtone deskundigen bij hebben, maar die zijn zo moeilijk te vinden. "We hebben onlangs Anil Ramdas benoemd in de Raad voor Cultuur. Maar inderdaad, als je altijd gewend bent geweest om in eigen kring te zoeken, dan is het moeilijk mensen daarbuiten te vinden. Daar moet je netwerken voor opbouwen. En je zult wat moeten doen aan coaching en begeleiding van nieuwe mensen." Kunt u concreet aangeven hoe je als instelling je toegankelijkheid voor minderheden vergroot? Neem bijvoorbeeld een symfonieorkest. "Je kunt je voorstellen, sommige orkesten doen dat ook al, dat een orkest probeert ook stukken van allochtone componisten te spelen. Of dat een orkest de oude wijken ingaat, en kinderen daar eens laat dirigeren, zodat ze voelen hoe het is om zo'n orkest te bespelen. "Wat je ook kunt doen is, spelen met een bekende Turkse zanger - het Residentie Orkest geeft toch ook samen met Paul van Vliet concerten - in de hoop dat zo'n Turkse ster een ander publiek trekt. Je moet niet alles zo doen, maar je kunt wel een poging doen om die kant op te gaan. Ik ga niks voorschrijven aan instellingen, maar ik vraag wel: kom met goeie ideeën en als je dat doet dan is je legitimatiegrond voor subsidie versterkt." Dus dit wordt een nieuw criterium bij het beoordelen van subsidieaanvragen? "Een belangrijk criterium." En als een instelling niet aan dat criterium voldoet? "Dan heeft die instelling een stukje van haar budget niet gelegitimeerd. Dat is niet altijd erg, een instelling kan daar goede redenen voor hebben. Maar het is mogelijk dat er dan een bescheiden deel van de subsidie wordt ingehouden. Hoe ik dat precies wil gaan doen, zal ik aangeven in mijn uitgangspuntenbrief. "Toen ik begon met dit soort ideeën was er een beetje angst. Men zei: gaat dat geen pijn doen bij bestaande instellingen? Nou, het zal hier en daar best een beetje pijnlijk zijn voor instellingen die niet meedoen. Maar ik denk dat instellingen gek zijn als ze het niet proberen, zeker als ze al activiteiten verrichten op dit gebied. Want dan hebben ze een grote kans dat ze mee kunnen eten uit de ruif van deze nieuwe programma's. "Er is vaak gezegd: die gozer wil alleen maar een massapubliek bereiken. Maar daar gaat het mij niet om. Ik wil een breder, ander publiek trekken. Daarnaast zou het natuurlijk ook aardig zijn als allochtoon talent geleidelijk meer de kans krijgt om bij instellingen aan de bak te komen. Ik heb het dan over scheppende kunstenaars. Nu moet ik heel eerlijk zeggen, dat dat in het geval van uitvoerende kunstenaars wel gaat. Je ziet vaak bij orkesten en toneelgezelschappen dat ze, of het nou een Turk of een Nederlander is, toch wel de beste nemen. En laten we eerlijk zijn, veel van de orkesten bestaan al uit allochtonen, gevluchte Tsjechen, Hongaren, Chinezen noem maar op. Of iemand als Wibi Soerjadi, die heeft toch geen enkel probleem?"
|
NRC Webpagina's
26 MEI 1999
|
Bovenkant pagina |