F I L M & V I D E O
|
Gods and Monsters (officiële site) Gods and Monsters (Imdb)
Bioscoopagenda Nederland
|
In: Tuschinski 2, Amsterdam; Pathé 6, Rotterdam; Metropole 3, Den Haag; Studio, Utrecht; Camera 2, Groningen; Mignon, Breda De demonen in het hoofd van een oudere homoseksuele Hollywoodregisseur Een ontmoeting met de tuinman en de dood
Door DANA LINSSEN
Gods and Monsters is nu ook de titel van een film over de regisseur van deze horrorklassieker, James Whale. Maar meer dan een bio-pic over een lang in vergetelheid geraakte filmmaker, is Gods and Monsters een mooi dramatisch portret van een oudere homoseksuele man die worstelt met eenzaamheid, ouderdom en dood, de manipulaties en machinaties van vriendschap en liefde en met de goden en de monsters in zijn hoofd. Een rol waarvoor Ian McKellen - vilein, verward, grappig en goedmoedig - terecht voor een Oscar is genomineerd, evenals zijn door Lynn Redgrave met angstaanjagende overtuiging neergezette katholieke huishoudster. James Whale (1898-1957) wordt in twee recente publicaties die ten grondslag lagen aan Bill Condons eerste serieuze film - de Whale- biografie A New World of Gods and Monsters van James Curtis en de roman Father of Frankenstein van Christopher Bram - met terugwerkende kracht uitgeroepen tot de eerste Hollywoodregisseur die zijn homoseksualiteit openlijk tot inzet van zijn films maakte. Het is twijfelachtig of dat het hele beeld is van de maker van goed ouderwetse horrorfilms als Frankenstein (1931) en het al eerder genoemde The Bride of Frankenstein (waarin het monster evenals de homoseksueel een maatschappelijke outcast zou vertegenwoordigen), maar ook van andere genrefilms als oorlogsfilm Journey's End (1930), de musical Show Boat (1936) en kostuumfilm The Man in the Iron Mask (1939). Zeker is wel dat het een opvatting is die stof biedt voor het gelaagde drama van Gods and Monsters, dat daarmee zelf een van die uitzonderlijke Hollywoodfilms is waarin homoseksualiteit niet als iets problematisch wordt gepresenteerd. De film draait om de affectieve en vriendschappelijke gevoelens die de sinds jaar en dag uit de filmbiz teruggetrokken Whale tijdens zijn herstel van een herseninfarct opvat voor een jonge, heteroseksuele tuinman met slaapkamerogen. Hij vindt in deze 'ruwe bolster blanke pit' een gewillig oor voor zijn obsessies, hallucinaties en herinneringen. Onder meer aan zijn jeugdjaren in een armetierig Engels arbeidersmilieu, zijn traumatische ervaringen in de loopgraven van de Eerste Wereldoorlog, waar hij zijn eerste grote liefde verloor, en zijn entree in de filmwereld. Niet gehinderd door enige kennis van de mores van Hollywood ('maar natuurlijk hou ik van film, iedereen houdt van film') ontpopt deze Clayton zich meer en meer als een nieuwe creatuur van Whale, al zal moeten blijken of hij een van diens goden of monsters is. Gesitueerd in het in nostalgische kleuren en zomerzoet licht gevangen Californië van de late jaren vijftig, zit Gods and Monsters vol verwijzingen naar en citaten uit Whale's films. Zo worden er parallellen getrokken tussen de overdadige stijl van zijn horrorfilms en de wreedheden waar hij tijdens de Eerste Wereldoorlog getuige van was. Met name de stormscène uit The Bride of Frankenstein (let op de vorm van de schedel van Brendan Fraser!) speelt op diverse manieren een cruciale rol in de plot van Gods and Monsters, maar zó dat dat ook voor wie de filmklassieker nog niet zag begrijpelijk is. Humor zit er ook in de film, van milde glimlachjes tot morbidere momenten, want ook Whale's griezelfilms waren immers komedies, al wilde hij 'de grap niet bederven voor wie hem niet begreep.' En hoe dicht humor aanleunt tegen gne en ongemak blijkt wel uit de alledaagse horror van een (historisch niet correcte) Hollywoodparty waar Whale, die in 1941 wegens gebrek aan succes en artistieke vrijheid de filmindustrie achter zich liet, een pijnlijke reünie beleeft met de bejaarde hoofdrolspelers van zijn Frankenstein-films. Door al die verschillende ingrediënten is Gods and Monsters een sympathieke film die beklijft, lang nadat de betovering van McKellens spel, wat beslist z'n voornaamste aantrekkingskracht is, uitgewerkt is. Een film om je na afloop van te realiseren hoe ingenieus hij is gestructureerd (ook het scenario van Condon maakt kans op een Academy Award) en hoe speels het thema van goden en monsters als metafoor voor de Hollywood-machinerie in z'n geheel in alle geledingen van het verhaal is doorgedrongen.
|
NRC Webpagina's
10 MAART 1999
|
Bovenkant pagina |