U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.
    M E D I A  
NIEUWS  | TEGENSPRAAK  | SUPPLEMENT  | AGENDA  | ARCHIEF  | ADVERTENTIES  | SERVICE 

  NIEUWSSELECTIE  
  KORT NIEUWS 
  RADIO & TELEVISIE  
  MEDIA  

'Wij hakken geen handen af, wij bevrijden het volk'


Een journalist van Le Figaro en een Spaanse collega vielen maandag, tijdens de bloedige aftocht van de rebellen uit de Sierra-Leoonse hoofdstad Freetown, in handen van de 'bevrijders'.

Door PATRICK SAINT-PAUL

KALABA TOWN, 27 JAN. Het is maandag 9.00 uur. De witte Peugeot 504 van de verslaggevers van Le Figaro en El Mundo passeert de laatste versperring van de West-Afrikaanse vredesmacht ECOMOG, die de rebellen ten oosten van Freetown probeert te verdrijven. Langs deze weg, die loopt door het gehucht Ferry Junction, een waar niemandsland, zijn de rebellen eerder deze maand het schiereiland Freetown binnengetrokken. En langs dezelfde weg voert ook hun bloedige terugtocht.

De meeste auto's en huizen langs deze weg tussen de zee en de heuvels zijn uitgebrand. Roofvogels doen zich tegoed aan de rottende lijken van opstandige soldaten. De door terreur opgejaagde burgerbevolking is in westelijke richting gevlucht. Ze hoopt bescherming te vinden in Freetown, dat inmiddels in handen is van ECOMOG. Slechte enkele burgers die hun huizen niet wilden verlaten, zijn gebleven. Wat ze vertellen, is verschrikkelijk.

Geregeld komen de rebellen tevoorschijn uit de jungle, sluiten hele gezinnen op in hun huizen en steken die in brand. Degenen die ze niet levend verbranden, worden urenlang gemarteld. ,,Een hele dag lang dwongen de rebellen ons eten voor hen klaar te maken'', vertelt een vrouw nog in shocktoestand. ,,Ze dreigden onze handen en hoofd af te hakken met hun kapmessen.''

Een eindje verderop zit een oude vrouw in een reusachtige plas bloed te kermen van pijn. Het bloed gutst uit een gapende wond in haar nek. Ze is verzwakt en uitgeput, en vertelt dat de rebellen geprobeerd hebben met een kapmes haar hoofd af te slaan.

Honderd meter verder houdt een man een stuk onderarm omhoog met een bloederige lap er omheen. ,,De rebellen hebben met een kapmes mijn hand afgehakt. Ik mocht kiezen tussen korte en lange mouwen (amputatie bij pols of elleboog). Ik heb lange gekozen.'' De auto rijdt langs Portee, een dorpje even buiten Freetown. De luttele kilometers lijken een eeuwigheid te duren in deze afgrijselijke omgeving. Roofvogels ravotten uitgelaten voor ze zich op hun prooi storten. Naarmate de rit vordert, verschijnen er steeds meer roofvogels. Bij Wellington heeft de chauffeur er wel genoeg gezien. Hij weigert verder te rijden. We moeten lopend het dorp in.

Kabirru Kamara, onderwijzer aan de school van Wellington, biedt aan onze gids te zijn. In de hoofdstraat van het dorp is geen enkel huis gespaard. Alle hutten zijn met granaatwerpers vernietigd. De stank van talloze lijken wordt gedempt door de snijdende rook die uit de huizen komt. Een oude man met verwilderde ogen slaagt er nog net in zijn huis uit te komen en dan begeven zijn benen het. Hij zakt in elkaar. De rebellen hebben hem niet afgemaakt, maar de kans dat hij het overleeft, is erg klein.

Meutes uitgehongerde honden belagen het dorp. Ze struinen blaffend tussen de resten van de huizen, op zoek naar lijken. Na een paar minuten bereiken we weer de asfaltweg. De auto staat bij het begin van het dorp. De rebellen zijn net aangekomen en staan ons op te wachten. Het is 9.30 uur.

Drie strijders met gescheurde kleren en sandalen aan richten hun machinegeweren op ons. ,,Wie zijn jullie?'', schreeuwen ze naar de twee blanken die ze aanzien voor huurlingen. ,,Rustig maar!'' roept Javier Espinosa, correspondent van het Spaanse dagblad El Mundo, en hij laat zijn perskaart zien. ,,We zijn journalisten.'' De rebellen controleren de identiteitspapieren en een paar anderen komen geld inpikken. ,,Het horloge'', roept een van hen en hij wijst met zijn wapen. ,,Doe je horloge af! Dat is voor mij.''

Als ze zeker weten dat ze inderdaad met journalisten te maken hebben, worden ze wat rustiger. Er komt een gevoel van trots over hen. Ze hebben een goede vangst gedaan.

,,Wat komen jullie doen?''

- We komen kijken of jullie inderdaad dit gebied in handen hebben. We willen graag jullie commandant interviewen.

,,Kom maar mee!'' Dan gaan we naar de Big Man, commandant Rambo. ,,Ga voorop lopen!''

We beginnen te lopen, met de machinegeweren in onze rug. ,,Sneller, sneller.'' In de loop van het gesprek raken de rebellen meer op hun gemak. ,,Wij vernielen die huizen niet'', zegt een van hen. ,,Wij hebben niets te maken met die verschrikkingen waarover gesproken wordt'', en hij probeert zijn hakmes te verbergen. ,,De ECOMOG-soldaten met hun Alpha-Jets (gevechtsvliegtuigen), die zijn hiervoor verantwoordelijk. Wij zijn patriotten. We strijden voor ons land. We willen vrede in Sierra Leone'', zegt hij terwijl hij een flesje bier aanreikt. We lopen langs het café-restaurant dat ze hebben geplunderd en komen in Kalaba Town, de basis van de rebellen. Als ze hun zoekgeraakte kameraden terugzien, beginnen de strijders vrolijk te roepen. ,,We hebben ze gevangengenomen, we hebben ze gevangengenomen'', schreeuwen ze en ze laten hun gevangenen zien. Na het vreugdetafereel worden we bij majoor 'Hardguy' gebracht, de rechterhand van kolonel Rambo. De geüniformeerde soldaat wil zich er ook zelf van verzekeren dat wij journalisten zijn. Hij stelt ons vragen en wordt dan kwaad. ,,De journalisten praten alleen maar de leugens na van ECOMOG'', brult hij opgewonden. ,,Wij komen nu om te horen wat volgens u de waarheid is'', antwoorden de journalisten. Uiteindelijk stemt de 'officier' van 28 jaar in met een vraaggesprek. Maar eerst wil hij nog even duidelijk maken dat hij geen opstandeling is. ,,Ik ben van het SLA [het voormalige Sierra-Leoonse leger]. Ik vecht ervoor dat het leger weer aan de macht komt.''

Waarom voert hij oorlog tegen president Ahmad Tejan Kabbah? ,,Omdat de regering wil dat we van honger omkomen. Alleen de inwoners van Freetown hebben het goed. Wij willen weer gelijkheid voor de mensen in Sierra Leone.''

Omstreeks 10.15 uur hebben we uiteindelijk een ontmoeting met commandant Rambo. Hij draagt een zwart T-shirt zodat iedereen kan zien hoe gespierd hij is, en hij heeft een glas bier in zijn hand. Hij nodigt ons uit om in zijn huis ,,wat te drinken en te praten''. Maar eerst wil hij er even op wijzen dat hij nu brigade-generaal is, en niet meer gewoon kolonel. Zijn helpers zijn het daar niet mee eens. Als hij echter zijn revolver op hen richt en dreigt hen te zullen doodschieten, vinden ze ook dat deze zelfpromotie gerechtvaardigd is.

,,Ik wil u graag bij mij uitnodigen om te laten zien dat wij beschaafde mensen zijn'', zegt Rambo met een joint tussen de lippen. ,,Hier, rook maar. Daar word je sterk van.'' Dan begint hij aan zijn uitleg. ,,We hebben het hele gebied in handen. Als ECOMOG niet wil onderhandelen en onze leider, Foday Sankoh, niet wil vrijlaten, dan vallen we opnieuw Freetown aan.'' Hoe meer hij rookt, hoe verwarder zijn verhaal wordt.

- Wie steekt die huizen in brand?

,,Dat doet ECOMOG met Alpha-Jets'', verzekert commandant Rambo ons.

- Wie verminkt de gewone burgers?

,,Dat doet ECOMOG. Maak toch de waarheid bekend, zodat alle Sierra- Leoners weten dat we voor hen strijden.''

Na deze behandeling door commandant Rambo vragen we of we weg kunnen. ,,We moeten hen meteen executeren, het zijn spionnen'', roept een van de mannen. Weer met zijn revolver zorgt Rambo ervoor dat het stil wordt. ,,Eén van jullie mag weg, en de ander wordt pas vrijgelaten als we zeker weten dat jullie geen leugens over de radio verspreiden.'' Majoor Hardguy stelt voor dat we erom loten. ,,De Spanjaard houden we hier'', beslist Rambo.

Javier Espinosa, de Spaanse journalist, zegt me dat het goed is. ,,Ga jij maar. Geef het bericht door.'' De situatie is nu heel gespannen. Ik vertrek. De rebellen proberen me gerust te stellen. ,,Maak je maar geen zorgen. We zullen hem niets doen. Hij is nu onze vriend'', zegt Rambo.

De rebellen begeleiden me naar de hoofdweg. Wanneer we door Kalaba Town komen, krijg ik het verhaal nog een paar keer te horen. ,,ECOMOG steekt alle huizen in brand'', herhalen ze steeds maar.

Zodra we bij de weg zijn aangekomen, voegt een andere groep rebellen zich bij ons. Dezen tonen hun ware gezicht. Ze vragen aan een bejaarde vrouw waar de ECOMOG-soldaten zijn. Ze weet het niet. Om haar te straffen neemt kolonel Chemical met twee handen zijn granaatwerper vast en schiet op haar. Ze valt dood neer. ,,Ze was een verraadster'', stelt hij vast.

Even verderop probeert een auto afgeladen met burgers weg te komen. De opstandeling stelt zijn granaatwerper in en schiet. Zijn helpers beginnen met mitrailleurs te schieten. De afstand tot de auto met burgers is groot en er wordt onnauwkeurig geschoten. Het lukt ze te ontsnappen. Dan besluiten de rebellen zomaar ineens een offensief te beginnen. ,,Go, go, go!'' schreeuwt kolonel Chemical. Ze schieten in het wilde weg, naar alle kanten, in totale verwarring. Ik roep: ,,Bewaar nou je krachten voor een echt offensief. Ik moet toch naar Freetown om de waarheid over jullie te vertellen.'' De rebellen geven toe. ,,Je moet zorgen dat je niet wordt doodgeschoten'', zeggen ze.

Nadat ik lopend door het niemandsland ben gekomen, bereik ik de eerste wegversperring van ECOMOG. Aan de andere kant bevinden zich duizenden vluchtelingen. Javier Espinosa is nog steeds in handen van de rebellen.

Copyright: Le Figaro/9901100. Vertaling: Michel de Groot.

NRC Webpagina's
27 JANUARI 1999


    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD (web@nrc.nl)