U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.
teller
    R A D I O  &   T E L E V I S I E  
NIEUWS  | TEGENSPRAAK  | SUPPLEMENT  | AGENDA  | ARCHIEF  | ADVERTENTIES  | SERVICE 

  NIEUWSSELECTIE  
  KORT NIEUWS  
  RADIO & TELEVISIE  
  MEDIA  

S e l e c t i e


Televisie

Radio

F I L M   V O O R A F :
De gevallen president

HARRY VAN WIJNEN
Richard Nixon beloofde de Amerikanen na zijn herverkiezing in zijn inaugurele rede in 1973 een krachtig leiderschap dat alle twijfel over de zin van de oorlog in Vietnam voor goed de kop in zou drukken.

Onder zijn leiding zouden de Verenigde Staten niet langer aarzelen de Vietcong mores te leren, lees: in de pan te hakken. Nixon had er genoeg van om door communistische inboorlingen belachelijk te worden gemaakt en kondigde krachtige acties aan, in overeenstemming met de leidende rol van de VS in de wereld. Binnenskamers maakte hij ondubbelzinnig duidelijk wat hij bedoelde. De communisten in Noord-Vietnam zouden er van langs krijgen zoals ze nog nooit hadden gehad. De communistische troepen in Laos en Cambodja zouden van de kaart worden geveegd. ,,We bombarderen ze gek.'' Het Amerikaanse Congres zou alleen in de uitkomst gekend worden, niet in de voorbereiding van de strijd. Dat zou de oppositie tegen de oorlogvoering in eigen land alleen maar kunnen versterken en de linkse warhoofden die de jeugd in hun ban hadden, nog meer in de kaart spelen. Het woord 'links' kon hij niet uit zijn mond krijgen zonder onpasselijk te worden. Onder links verstond hij zo goed als een paar miljoen jongeren die over de uitgangspunten van de oorlogvoering wilden debatteren: de flower power-generatie, de studenten, de uitvreters, de niksnutten. Nixon had een hele studentengeneratie tot vijand verklaard. De dood van vier studenten, die het leven hadden gelaten in een botsing met de politie op het terrein van Kent State University, bevestigde hem in zijn haat tegen de linkse anarchisten, die het op de omverwerping van de gevestigde orde hadden voorzien. Studenten die gemanipuleerd werden door de communisten hadden volgens hem geen enkele reden zich te beklagen.

Nixon's verkiezingsoverwinning in 1973 was geen lange roes beschoren. Nauwelijks een maand na zijn tweede verkiezing las rechter John Sirica Jr op een Watergate-strafzitting een brief voor, waarin een van de verdachten uit Nixons omgeving vier feiten toegaf: dat het Witte Huis betrokken was bij de Watergate-inbraak, dat medewerkers van de president meineed hadden gepleegd en dat de briefschrijver en andere verdachten onder ,,politieke druk'' schuld hadden bekend en hadden moeten beloven hun mond te houden. Een paar maanden later hoorde de televisiekijkende wereld Nixons juridische adviseur John Dean voor de senaatscommissie de ijskoude verklaring afleggen dat het Witte Huis zich op een nog veel grotere schaal aan dirty tricks had schuldig gemaakt en dat Nixon daarvan niet alleen van a tot z op de hoogte was geweest, maar ook persoonlijk de hand had in het uitwissen van de sporen. Die onthulling van een insider en voormalige vertrouweling over de doofpot waarin alle presidentiële schendingen van de Constitutie waren weggestopt, werd Nixons Waterloo.

Oliver Stone's verfilming van Richard Nixons politieke ondergang plaatst de afzettingsprocedure die op het ogenblik tegen president Clinton loopt tegen een instructieve achtergrond. Ook Nixon vertraagde en chicaneerde er in zijn verweer tegenover de openbare aanklagers net zo lang op los, dat het Congres zijn geduld verloor, maar Nixon deed het allemaal tien keer zo erg. Hij loog tien keer zo hard als Clinton, in zijn geval over zijn wetenschap van de inbraak die handlangers van de Republikeinse partij bij politieke tegenstanders hadden gepleegd, en hij kreeg tenslotte zijn verdiende loon, omdat zijn vergrijpen tegen de grondwet ook tien keer zo zwaar wogen als die van Clinton. Anthony Hopkins' empathische vertolking van de gevallen president, die zich door iedereen gehaat waant, beeldt de ontreddering van de in zijn eigen complexen gevangen Nixon psychologisch knap uit, zonder zijn machtsmisbruik en alle andere constitutionele vergrijpen waarvan hij beschuldigd werd te bagatelliseren.

Nixon (Oliver Stone, VS, 1995), BBC2, 23.15-02.20u.

NRC Webpagina's
29 DECEMBER 1998


    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD (web@nrc.nl)