M E D I A
|
NIEUWSSELECTIE
|
Videokunst met ruimte voor het toeval
Door JANNEKE WESSELING Er verschijnt een uitgestrekte ijszee op mijn computerscherm. Langzaam draait de zee uit het beeld, dampend ijs zie ik nu, een bewolkte hemel en grote drijvende ijsschotsen; dan groen glooiend grasland en een blauwe hemel met wolkenflarden, besneeuwde bergen in de verte. Het ijs kraakt, knallend maken zich schotsen van de massa los. Het geluid van de wind maakt het landschap met zijn kromme horizon tot een akoestische koepel. Gaandeweg realiseer ik mij dat ik 360 graden om mijn as draai en toekijk hoe een gletsjer smelt en uitmondt in zee. De gletsjer is een onderdeel van de cd-rom Person to Person van het kunstenaarsduo Madelon Hooykaas (Maartensdijk, 1942) en Elsa Stansfield (Glasgow, 1945). Het werk is opgezet als een reisverhaal. De gebruiker, of speler komt terecht in het verlaten landschap van IJsland. Hier, aan het einde van de aarde, speelt zich de cyclus af van smeltend ijswater dat verdampt en weer ijs wordt. In de verschillende hoofdstukken van het verhaal kan de speler de kunstenaars tegenkomen terwijl ze bezig zijn met filmen (in het hoofdstuk People). Of hij kan details nader bestuderen (Data), foto's nemen en verzamelen in een 'album'. In het hoofdstuk Text zijn verschillende sprookjes opgeslagen, onder andere een oude Chinese legende uit de tijd dat mensen nog door spiegels heen konden stappen. Het reisverhaal op de cd-rom is niet lineair en kent geen dramatische hoogtepunten: het bestaat uit mooie glasheldere, contemplatieve beelden die de speler steeds op een andere manier kan ordenen en samenvoegen. Person to Person is gemaakt voor de gelijknamige tentoonstelling van video-installaties in het Instituut voor Mediakunst MonteVideo. In 1975 maakten Elsa Stansfield en Madelon Hooykaas hun eerste video environment, zoals dat toen nog heette. Zij behoren daarmee tot de vroegste pioniers in de videokunst. Hooykaas en Stansfield zijn internationaal bekend, hun werk is over de hele wereld te zien geweest - bijvoorbeeld op de Documenta van 1987, in het Museum of Modern Art in New York,in Sydney, Tokio -, maar het beknopte overzicht van drie video-installaties en vier tapes in Montevideo is tot dusverre hun meest omvangrijke presentatie in Nederland. Video is een vluchtig medium. Desalniettemin is het werk van Hooykaas en Stansfield fysiek en concreet van karakter. Videobeelden die uit het niets opdoemen op grote schermen, zoals je veel ziet in de hedendaagse videokunst (bijvoorbeeld bij Bill Viola), komen bij hen niet voor. Ze verstoppen de apparatuur niet, maar nemen die op in een groter sculpturaal geheel. Zo bestaat het werk Re:vision - Towards a field free space uit twee delen, een video-installatie en een maquette voor een 'stralingsvrije ruimte'. In de video-installatie zijn onder meer beelden te zien van grind en schelpen, samen met het geluid van voetstappen, een langdurige close-up van een oog en van een oor. De maquette is een model op een schaal van 1:5 van twee met elkaar verbonden, cirkelvormige ruimten van koper, die door een lange koperen staaf geaard zijn. De wanden zijn van koper-gaas dat de blik op de wereld daarbuiten filtert. Het idee is dat het koper magnetische straling weert, zodat wie zich in de ruimte bevindt voor zover mogelijk vrij is van straling. De maquette zet aan het denken over de veelheid aan magnetische krachten en rondzwevende informatie om ons heen: straling diep uit de aarde of veroorzaakt door elektronische apparatuur. Iedereen die voor het eerst e-mailt zal zich verbazen over de in de ether rondcirkelende boodschappen die het moment afwachten dat ze ergens ter aarde worden binnengehaald. Stansfield en Hooykaas zijn gefascineerd door materialen die onzichtbare krachten geleiden of registreren, zoals koper, lood, of fosfor dat licht aborbeert. Ook steen is een gevoelige materie, want water en wind laten er hun sporen in na; en zelfs kan steen lichtgevoelig zijn, zoals in Hiroshima waar de lichtflits van de atoomexplosie zo intens was dat een ladder op een muur, als op fotopapier, werd 'gefotografeerd'. Dit beeld gebruikten zij in Shadow Pictures (1986), een onderdeel van de grote groep werken From the Museum of Memory. Hooykaas en Stansfield willen het zintuiglijk bewustzijn bij de beschouwer intensiveren. Zo plaatsten zij enkele jaren geleden in de duinen bij Wijk aan Zee een Abri, een paraboolvormig schild van aluminium met een diameter van 3 meter en een hoogte van 4 meter. Een trap leidt omhoog naar een bankje in het observatorium, met een onbelemmerd uitzicht over de duinen en de zee. Wie hier zit, met het schild als beschutting achter zich, hoort versterkt de geluiden van wind en branding. In hun installaties komen vaak instrumenten voor die te maken hebben met kijken, zoals een vergrootglas, een kompas en een telescoop. Het doet denken aan de instrumenten zoals ze soms te zien zijn op schilderijen uit de Renaissance, zoals bij Holbein, of later bij Vermeer. Ze symboliseren een honger naar kennis, en het verlangen om het ontastbare tastbaar te maken en het onzichtbare zichtbaar. Tegelijkertijd is volgens Hooykaas en Stansfield werkelijkheid uiteindelijk ongrijpbaar omdat de dingen in een voortdurende staat van verandering zijn. Daarom laten ze in ieder werk ruimte voor het toeval en voor het onverwachte, bijvoorbeeld door middel van beelden via een live camera. Het werk van Hooykaas en Stansfield is wars van ieder effectbejag. Het is beschouwend van aard, en tegelijkertijd op een onopdringerige manier zeer verleidelijk. Wie er de tijd voor neemt kan niet anders dan zich bewust worden van de kostbaarheid van het leven en van het bewust beleefde moment. Het is zoals Zen-boeddisten zeggen: het verleden bestaat niet want het is voorbij, de toekomst bestaat niet want moet nog komen - wat bestaat is het heden, het bewust beleefde moment dat eindeloos is en onbegrensd.
|
NRC Webpagina's
10 DECEMBER 1998
|
Bovenkant pagina |