U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.
    R A D I O  &   T E L E V I S I E  
NIEUWS  | TEGENSPRAAK  | SUPPLEMENT  | AGENDA  | ARCHIEF  | ADVERTENTIES  | SERVICE 

  NIEUWSSELECTIE  
  KORT NIEUWS  
  RADIO & TELEVISIE  
  MEDIA  

S e l e c t i e


Televisie

Radio

T V   V O O R A F :
Dodelijke ontgroening

HUBERT SMEETS
Voor de geboortegolvers, die ruim drie decennia geleden lid werden van het studentencorps in Utrecht, ging het niet om vriendschap maar om ,,vrindschap'. Dezelfde geboortegolvers, die nu de Nederlandse maatschappij schragen, hebben nog altijd geen vrienden doch louter ,,vrinden'. Ze kennen hun Latijnse liederen nog steeds. Hun andere jeugdzonden hebben ze zichzelf grootmoedig vergeven.

In het kader van de serie De affaire, een reeks mini-documentaires van de NPS over ,,spraakmakende' verwikkelingen in de contemporaine geschiedens van Nederland, heeft Klaartje Quirijns de jongens van 1965 bijeengebacht. Ze studeerden allen in Utrecht en waren er lid van het studentencorps. Ze hadden toen al luisterrijke namen: jonkheer Van Panhuys, Van Lanschot en Baron van H. Sommigen werden naderhand bekend: D66-parlementariër Doeke Eisma bijvoorbeeld of CPN-politicoloog Meindert Fennema. Allen herinneren ze zich Van Karnebeek, al verschillen ze van mening of hij nullen nu wel of niet sloeg.

Eén van hen was er op de reünie onder auspiciën van Quirijns niet bij: David Rutgers van Rozenburg. Hij overleed in de nacht van 10 april 1965 bij het ontgroeningsritueel van het genootschap Tres rond de stallen van boer Van Wiggen. Tres was een studentenclub, die ooit in 1853 was opgericht door overgrootvader Van Panhuys. Jaarlijks werden er drie leden gerecruteerd, en wel uit de adellijke en/of rijke milieus. De Tres'ers - drie sigaren rokend en drie borrels drinkend - schiepen er genoegen in op Palmzondag in een koets door Zeist te rijden en verhitte centen rond te strooien, zodat het ,,plebs' zijn fikken zou branden. In eigen kring kregen de novieten ook een stevige behandeling, bij voorkeur op de boerenerven die hun vaders hadden verpacht. Een paar uurtjes in de gierput, brandende peuken op de huid uitdrukken: zo bouwden ze aan het toekomstige ,,leiderschap' van de nieuwelingen. In het geniep uiteraard. Zelfs de koetsier van hun driespan moest zich onderwerpen aan de geheime code: ,,ja jonker, dat beloof ik'.

De dood van David Rutgers van Rozenburg mocht daarop geen uitzondering zijn. De jongen was astmatisch. Jonker van Panhuys zou dus een beetje op hem letten, toen hij in het rijtuig de rituele roetkap opkreeg en ook anderszins fysiek onder de laars werd gehouden. Maar Van Panhuys mocht dan wel uit een diplomatengezin komen, van scheikunde had hij geen kaas gegeten. De kap was niet gevuld met roet van houtskool maar van olie. R.I.P. David Rutgers van Rozenburg. De dienstdoende arts in het ziekenhuis, waar hij werd afgeleverd, kon niets meer doen. De Tres'ers zwegen wegens hun ,,eed van geheimhouding'. Ze zagen het ,,vreselijke' incident (Van Panhuys) namelijk niet als ,,individuele verantwoordelijkheid'. ,,Achterbaks', aldus boerenknecht Groen. De daders werden veroordeeld tot één week cel en vervolgden nadien hun loopbaan richting maatschappelijk leiderschap. Twee werden dan ook ambassadeur van Hare Majesteit.

Het studentencorps had immers een ,,band voor het leven' geklonken. Fennema (geen Tres'er en kritisch over het ,,vernederen en vernederd worden') begreep dat later toen hij, inmiddels solidair met het proletariaat, wegens een echtscheidingsprocedure voor de rechter stond. De man bleek ook corpslid te zijn geweest. ,,En mevrouw, wat wilde u nou?' was het enige dat zijn echtgenote te horen kreeg.

Waarna het gezelschap in de documentaire weer een liedje in het Latijn zingt en Eisma nog eens aan zijn pijp trekt. Ze hebben zich, in de woorden van de D66-parlementariër, inderdaad weten ,,te handhaven in het leven'. Het onvermijdelijke The times they are a changing van Bob Dylan, die Quirijns er in haar docu-vluggertje doorheen heeft gemonteerd, scheen voor de elite niet meer dan een alibi om ook aan gene zijde van de klassenstrijd wat te keten.

Wie spreekt daar over de vermaledijde jaren zestig die ons in het onheil van spilzucht en marxistische onwellevendheid hebben gestort? Van Lanschot heeft er in ieder geval geen last van gehad.

De Roetkap (Klaartje Quirijns), Ned.3, 21.13-22.00u.

NRC Webpagina's
4 DECEMBER 1998


    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD (web@nrc.nl)