F I L M & V I D E O
|
www.iffrotterdam.nl.
|
Wereldcinema op tournee
Start tournee vrijdag 6 november in het Filmtheater van het Koninklijk Instituut voor de Tropen, Amsterdam. Daarna onder meer in: Breda, Den Haag, Eindhoven, Groningen, Maastricht, Middelburg, Nijmegen, Rotterdam, Utrecht en Wageningen. T/m juni 1999. Programmakrant verkrijgbaar bij de diverse filmhuizen. Inl.: www.iffrotterdam.nl. Filmfestival Rotterdam gaat meer niet-Westerse films distribueren Uitersten van cinema voor wereldreizigers
Door DANA LINSSEN
Nee, om te weten waar het met de filmkunst naartoe gaat moeten we ver over de grenzen van de Westerse wereld heen kijken. Het Filmfestival Rotterdam doet dat in ieder geval al jaren, niet alleen door films uit andere werelddelen en culturen te programmeren, maar ook door de productie ervan actief te ondersteunen middels het naar de oprichter van het festival genoemde Hubert Bals Fonds, dat inmiddels al meer dan tien jaar bestaat. Een achttal films die de afgelopen jaren met behulp van dit fonds zijn geproduceerd zal de komende maanden door het Nederlandse filmhuiscircuit rouleren. Het festival breidt hiermee zijn distributietak, die sinds twee jaar ook al de in samenwerking met het Filmmuseum opgezette Tiger Releases omvat, verder uit. Vijf van de te vertonen films waren eerder tijdens het festival te zien, waarvan er twee nu de spits afbijten: de Argentijnse film Pizza, birra, faso (1997; Bruno Stagnaro) en het uit Burkina Faso afkomstige Buud Yam (1997; Gaston J.M. Kaboré). In een later stadium zullen dan nog de Colombiaans/Franse co-productie La deuda (1997; Nicolás Buenaventura), de in 1996 met een Tiger Award bekroonde Chinese productie Sons (1996; Zhang Yuan) en de Egyptische film La soeur des palmiers worden vertoond. De overige drie films gaan in januari 1999, tijdens het komende Filmfestival Rotterdam in première en zullen daarna langs de filmhuizen rouleren. Verwacht worden de nieuwste film van de Iraanse filmregisseuse Rakshan Bani-Etemad (The May Lady), het Cubaanse Kleines Tropicana van Daniel Diaz Torres en de Marokkaanse speelfilm Adieu forain van Daoud Aoulad-Syad. Later dit jaar zullen de verschillende titels bovendien op video verschijnen. De eerste twee films uit het programma laten in ieder geval zien dat de toekomst van de film zoals Field die graag schetst net zo divers zal zijn als haar verleden. Van de grotestads hectiek van Pizza, birra, faso ('pizza, drank en saffies') naar de melancholische widescreen- beelden van het hart van Afrika uit Buud Yam, mag voor de hedendaagse, zappende en het World Wide Web van webcam naar webcam surfende wereldreizigers dan maar een enkele muisklik zijn, stilistisch en thematisch zijn het wel degelijk twee uitersten. De ruige, ongepolijste, candid camera-achtige beelden van de super low budget productie Pizza, birra, faso sluiten geruisloos aan bij vergelijkbare films uit Europa. De straten van Buenos Aires hadden net zo goed in Marseille, Parijs of een voorstad van Londen kunnen liggen. De vijf uit hun kinderschoenen gegroeide straatschoffies die in hun levensonderhoud voorzien met straatroof en diefstal hebben even weinig verleden of toekomst als hun Berlijnse, Praagse of Brusselse soortgenoten. In een stad waarin de altijd neonblauwe nacht heerst, auto's toeteren en mensen door elkaar heen praten en over elkaar heen lopen, proberen deze companen het hoofd boven water te houden. Er is niets heroïsch meer aan hun strijd om het bestaan. Spil van de groep is De Cordobés, miezerige boevenkoning en bijna-vader. Vooral die laatste rol valt hem zwaar, het is zijn hoogzwangere vriendin Sandra die in feite in zijn levensonderhoud en dat van zijn vrienden moet voorzien. In vergelijking met bijvoorbeeld de films van Mathieu Kassovitz of meer recentelijk nieuwe Duitse films als Das Leben is eine Baustelle en Wintersleepers is Pizza, birra, faso wat ongevormd. De documentaire stijl blijft een uiterlijk middel, dat zelden echt inzicht in de personages mogelijk maakt. Het veel metaforischer en abstracter gefilmde Buud Yam is in feite het vervolg op Wend Kuuni, een negentiende eeuws sprookje dat die regisseur Kaboré zo'n vijftien jaar gelden in één klap beroemd maakte. Hoofdpersoon Kuuni is nu volwassen geworden en vertrekt voor een queeste langs de oevers van de Niger. Het wit van de woestijn, het spaarzame groen, de bruinlemen huizen, het zijn de kleuren van Burkina Faso, het palet dat deze poëtische, maar zeker niet alleen maar lichtvoetige film zijn nuances geeft.
|
NRC Webpagina's
4 NOVEMBER 1998
|
Bovenkant pagina |