U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.
    F I L M  &  V I D E O  
NIEUWS  | TEGENSPRAAK  | SUPPLEMENT  | AGENDA  | ARCHIEF  | ADVERTENTIES  | SERVICE 


S c h a k e l s
Witman fiúk
Witman fiúk (Imdb)

Bioscoopagenda Nederland
www.bios.nl

T I T E L : Witman fiúk (De jongens Witman)
R E G I E : János Szász
M E T : Alpár Fogarasi, Szabolcs Gergely, Maia Morgenstern, Lajos Kovács, Dominika Ostalowska, Peter Andorai

In: Rialto, Amsterdam; Haags Filmhuis; 't Hoogt, Utrecht

Klinisch onderzoek naar barbarij

Door DANA LINSSEN
Je zag haar al met zwoegende boezem van verontwaardiging weglopen vorig jaar uit de jury-beraadslagingen tijdens het filmfestival in Gent (1997): Gina Lollobrigida.

De hoofdprijs van het festival ging geheel tegen haar zin naar een film die zij op 'morele gronden niet goed kon keuren', namelijk Witman fiúk van de Hongaarse regisseur János Szász. Szász verwierf eerder internationale bekendheid met zijn verfilming van Georg Büchners gelijknamige toneelstuk Woyzeck (1994), een kale kroniek van underdogs en outcasts. Het is een amusante drogreden waarop Lollobrigida zich beriep (dat een film over slechte mensen die slechte dingen doen ook nooit een goede film zou kunnen zijn), maar wel begrijpelijk. Soms stuit een filmgeschiedenis je zo tegen de borst dat het alleen mogelijk is met emotioneel gekleurde blik te kijken.

Verwonderlijk is het echter wel dat juist Witman fiúk zo'n heftige reactie wist op te roepen. Toegegeven, er gebeuren wat gruwelijke dingen in de film, er worden dieren gedood en mensen vermoord, maar op zo'n manier dat je Szász nauwelijks effectbejag kan verwijten. De wreedheden van de twee gebroeders János en Erno Witman (amper pubers nog) zijn waarschijnlijk nog het beste te vergelijken met de geheime clubs van Gerard Reve's Werther Nieland. Op bijna wetenschappelijke, maar wel ongelukkige manier trachten ze de onbegrijpelijke barbaarsheid van de wereld te onderzoeken. Zo gaan de broertjes Witman pas dieren martelen nadat hun vader is overleden. Want wat is dat, de dood?

En wat is liefde? Is dat de kille blik waarmee hun moeder, de ijskoningin, hen over de eettafel aanziet, of haar onhandige gerommel met haar nieuwe minnaar? Zijn het de steelse blikken die haar zoons op het dienstmeisje werpen, haar met hun ogen uit haar kleren pellend, maar zonder ooit te weten wat zich onder die onderrokken en lijfjes echt verschuilt? Onhandig laverend tussen liefde en dood, drijven de jongens steeds verder af van overzichtelijke begrippen als familie of huiselijke geborgenheid en vinden hun veiligheid tenslotte in de blos en de boezem van een prostituee.

Maar echt warm wordt het ook in haar bed nooit, want Szász (die zijn scenario baseerde op een kort verhaal van Géza Csáth, een tijdgenoot en geestverwant van Franz Kafka) is een afstandelijke observator. In zijn berekenende kadreringen en esthetiek net zo koel als de moeder van de jongens.

Mooi is zijn film, net als zij, ongeschonden als de wintersneeuw die het vooroorlogse Hongarije overdekt, maar onaanraakbaar.

NRC Webpagina's
21 OKTOBER 1998


    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD (web@nrc.nl)