|
T I T E L : |
Amnesty International Film Festival 1998 |
|
16 t/m 20 sept |
In: de Balie, Calypso 2, Bellevue/Cinerama 2, Amsterdam. 17 t/m 21 sept.
In: Filmcentrum Poelestraat, Vera Zienema, RKZ Bios, Simplon-Filmhuis en Centre Culturel Français, Groningen.
Competitie van 15 films over mensenrechten
Door DANA LINSSEN
Jongens zijn het nog, met babyspek op hun wangen en nauwelijks
baardgroei. Ze zijn zwart en zitten net als hun broers, vaders, ooms en
zwagers vast omdat ze iemand hebben vermoord. Bij een gewapende
roofoverval, of zomaar, om te overleven in een buurt waar iedereen met
een wapen op zak loopt en vetes al lang niet meer met de vuisten worden
uitgevochten.
'You've gotta do what you've gotta do' zeggen ze, nuchter, uitgedoofd,
bleek in hun gevangenisblauw en ze zouden het weer doen als het moest.
Ook wij hoeven geen illusies meer over ze te hebben.
De Amerikaanse documentairemakers Marc Levin (wiens speelfilm Slam over
een jonge gedetineerde dichter in Cannes en Sundance werd bekroond) en
Daphne Pinkerson filmden deze jongens gedurende tweeëneenhalf jaar
in de D.C. Jail in Washington. Verteller is Bruno, gevreesd en
gerespecteerd om zijn koelbloedigheid, amper achttien jaar oud en met
een celstraf van 115 jaar boven het hoofd: 'My generation died when our
fathers was born.'
Thug Life in D.C. is een effectieve documentaire die geen enkele poging
doet het verrotte leven van deze jongens te vergoelijken en daarmee hun
misdaden te verdoezelen. Tegelijkertijd zet de film je wel aan het
denken, bijvoorbeeld of het zin heeft om minderjarigen aan dezelfde
straffen te onderwerpen als volwassenen (geluiden die ook in Nederland
opklinken, waar níet vijftig procent van de zwarte bevolking
tussen de achttien en vijfendertig jaar herhaaldelijk met justitie in
aanraking komt). Maar wat dan?
De jongens in Thug Life in D.C. zoeken verzoening in de Bijbel, hun
jongere broertjes oefenen tijdens het bezoekuur in gang slang en het
levensgevaarlijk gewonde slachtoffer vertelt hoe de kogel op een haartje
na zijn halsslagader miste en dat hij geen enkele vrijheidsstraf voor de
dader lang genoeg vindt duren.
Je zou willen dat alle bijna honderd films uit het programma van het
Amnesty International Film Festival 1998 zo confronterend zouden zijn
als die van Levin, die samen met veertien andere documentaires en
speelfilms in competitie is om de Amnesty International Film Award.
De films zijn, ook binnen dit competitieprogramma, weer onderverdeeld in
thema's als 'Universele Verklaring van de Rechten van de Mens' (How the
War Started on my Island, Vinko Bressan, Kroatië, 1997, een
'komische' speelfilm over de oorlog in het voormalige Joegoslavië,
een groot succes in de landen van de Balkan), jongeren en mensenrechten
(Sacrifice, Ellen Bruno, VS, 1998, documentaire over kinderprostitutie
in Thailand), waarheid en verzoening (Gerrie and Louise, Sturla
Gunnarson, Canada, 1997, de liefde tussen een voormalig lid van de
geheime dienst van Zuid-Afrika en een anti-Apartheidsjournaliste), en
bestaan naast fictie en non-fictie producties ook uit animatiefilms en
video's.
Aanbevolen in het competitieprogramma is in ieder geval ook de
documentaire Experiment of the Cross (Vlad Tulkin, Kazachstan, 1996),
deels eerder te zien tijdens het International Documentary Filmfestival
Amsterdam en tijdens een televisie-uitzending van Netwerk, over een
strafgevangenenkamp voor kinderen in Kazachstan. Schreeuwen de jongens
in Washington nog hun pijn uit in wanhopige rapteksten, in Experiment of
the Cross zien soms nog jongere kinderen geen andere uitweg uit hun
gevangenschap dan zelfverminking en zelfmoord.
|
NRC Webpagina's
16 SEPTEMBER 1998
|