M E D I A
|
NIEUWSSELECTIE
|
GroenLinks boekt ledenwinst van 15 procent door net
Politiek 'foldert' op Internet
Door EGBERT KALSE
DEN HAAG, 14 JULI. Een e-mailtje, een elektronisch kattenbelletje, is zo verstuurd. De Internetsites van politieke partijen hebben er een onverwachts hoog aantal nieuwe leden mee geworven in de verkiezingstijd. Vooral GroenLinks, dat 15 procent van de totale aanwas via het net binnenhaalde, scoorde: 350 nieuwe leden. De VVD haalde zo'n 10 procent, en PvdA en SP waren met 7 procent ook dik tevreden. Dat was een van de conclusies van een seminar onlangs over verkiezingssites. Vertegenwoordigers van politieke partijen, organisaties en bedrijven debatteerden over het nut van Internet voor politiek en burger. De spontane aanmeldingen werden door de deelnemers verklaard door de laagdrempeligheid van het medium Internet. Maar ondanks het onverwachte succes van de aanmeldingen gaan politiek en Internet nog niet van harte samen, concludeerden alle aanwezigen. Velen haden nog de beelden van premier Kok op het netvlies, die tijdens de verkiezingscampagne in april hulpeloos een computermuis bestuurde. Het campagneteam ontfermde zich snel over de virtuele ontmoeting tussen Kok en de surfende kiezers. Zij tikten de antwoorden in die digibeet Kok gaf op de gestelde vragen. ,,Politici hebben de impact van het Internet onderschat'', stelt Arnold Jonk van Writers Block, een Internetmagazine dat ook een verkiezingssite beheerde. ,,Ze gaan nog liever naar Wolvega om in een zaaltje voor dertig leden een babbeltje te houden.'' Toch waren vooral de politieke partijen over het algemeen enthousiast over de rol die hun homepage had gespeeld in de campagne. Vooral de tijd die bezoekers op de sites doorbrachten was een verrassing. Velen bleven een kwartier of langer hangen op een pagina. Lennart Booij van het campagneteam van de PvdA pleitte voor een verdere ontwikkeling van het medium Internet en filosofeerde over ,,een geheel eigen medium waar je met beeld, tekst en geluid je eigen doelgroep optimaal kunt bereiken''. Hij stelde wel dat het Internet in de afgelopen verkiezingen nog steeds ,,slechts een aanvulling is geweest op de gangbare communicatiekanalen''. Grootste struikelblok was vooral de interactiviteit van de verschillende politieke pagina's. Bij de SP bijvoorbeeld kregen ze dagelijks honderden vragen per e-mail, die allemaal beantwoord moesten worden. Daar ontbrak de mankracht voor. GroenLinks en D66 zagen juist om deze reden af van een discussie- en vragenafdeling op de site. De niet partijgebonden verkiezingssites bleken vooral bezocht te worden voor een stemadvies. Nagenoeg alle pagina's hadden een eigen stemwijzer, die door een kwart van de bezoekers van de sites werd bezocht. Tot een uur voor sluiting van de stembussen vulden duizenden mensen de vragenlijsten in om te weten te komen waar zij naar toe waren 'gezweefd'. Verder werd de programmavergelijking vaak geraadpleegd en bleken bezoekers geïnteresseerd in oude verkiezingsuitslagen, spreidingskaarten en andere statistische gegevens zoals opiniepeilingen. De partijen en de vertegenwoordigers van de brede verkiezingssites waren uiteindelijk zeer tevreden over de experimenten. ,,Er moet nog een hoop gebeuren, maar de ervaringen die we hebben opgedaan zijn zeer nuttig geweest'', aldus J. de Graaf van het Instituut voor Publiek en Politiek. De communicatiewetenschapper O. Scholten verstoorde dat enthousiasme echter. Hij stelde dat het Internet als serieus medium in de Nederlandse verkiezingsstrijd nog op zijn minst tien jaar op zich zal laten wachten. ,,De acht- en tienjarigen van nu zijn in 2010 een interessante doelgroep om via het Internet te bereiken'', meende Scholten. Politieke partijen moeten nu vooral niet te veel waarde hechten aan een pagina en twintigers in de partij lekker laten experimenteren en spelen.
|
NRC Webpagina's
14 JULI 1998
|
Bovenkant pagina |