F I L M & V I D E O
|
|
William Hurt
Door PIETER STEINZ Plotseling was hij er, in de thrillers Altered States, Eyewitness en Body Heat - als een lange, sexy, beetje slome gewone jongen die verzeild raakt in duistere zaakjes. Maar pas na The Big Chill, Lawrence Kasdans muzikale tragikomedie over de verloren idealen van de jaren zestig, zag iedereen hem staan. William Hurt was Nick, de gekwetste Vietnamveteraan die met zijn cynische humor en charme zowel zijn verburgerlijkte vrienden als de bioscoopbezoeker anno 1982 om zijn vingers wond. In de tien jaar daarna was de beheerst pratende en altijd een beetje ongemakkelijk ogende William Hurt (Washington DC, 20 maart 1950) een van Hollywoods hipste sterren. Als een moderne James Stewart wisselde hij rollen in bescheiden kassakrakers (Gorky Park, I Love You to Death) af met veelgeprezen vertolkingen in serieuzere films. Voor zijn rol als de homoseksuele gevangene in Hector Babenco's Kiss of the Spider Woman (1985) kreeg hij zowel een Academy Award als de acteursprijs in Cannes; in de twee daaropvolgende jaren werd hij voor een Oscar genomineerd - als de onvermoeibare dovenleraar in Children of a Lesser God, en als de schijnbaar leeghoofdige presentator in Broadcast News. 'Hurt was in de jaren tachtig wat Pacino en De Niro waren in de jaren zeventig,' schreef de Amerikaanse Premiere vorig jaar. 'Alleen langer.' En plotseling was William Hurt weer verdwenen. In het begin van de jaren negentig verliet hij zijn vrouw en zijn agent en ging hij in vrijwillige ballingschap in Parijs, waar hij korte tijd samenleefde met Sandrine Bonnaire, zijn tegenspeelster in de mislukte Camus-verfilming The Plague. Hurt leek Hollywood voorgoed vaarwel gezegd te hebben, en dook voornamelijk nog op in films van Europese regisseurs: Until the End of the World van Wim Wenders, Mr. Wonderful van Anthony Minghella, A Couch in New York van Chantal Akerman. Het was zijn rol in Wayne Wangs Smoke, als de geblokkeerde schrijver die langzaam herstelt van de gewelddadige dood van zijn vrouw, die hem weer terug in Amerika bracht. In de afgelopen twee jaar was hij te zien in vijf films, waarvan Michael (met John Travolta) de succesvolste was. Zowel in Smoke als in Michael speelde Hurt het personage dat hem op het lijf geschreven is: de man met het bevroren hart. Een verschrikkelijke gebeurtenis heeft hem kil en gevoelloos gemaakt, en hij heeft een onverwachte liefde nodig om te ontdooien, zoals in The Big Chill en in A Couch in New York. De indrukwekkendste verandering ondergaat Hurt in The Accidental Tourist (Lawrence Kasdan, 1988). Wie hem zag als de reisschrijver die door een hondentrainster (Geena Davis) van zelfmedelijden verlost wordt ('Hurt but healed'), zal voor iedere nieuwe Hurt-film weer naar de bioscoop gaan - zelfs al is dat een komedie over een verdwaalde familie in outer space.
|
NRC Webpagina's
24 JUNI 1998
|
Bovenkant pagina |