John Goodman

In een serie profielen van gezichtsbepalende filmsterren deze week John Goodman, de echtgenoot van Roseanne in de gelijknamige tv-serie, die nu voor de derde maal in een film van Joel en Ethan Coen speelt.

Door BIANCA STIGTER

Over grote dikke mannen bestaan op z'n minst twee vooroordelen, die elkaar lijken uit te sluiten. Of het zijn lieve lobbesen die nooit een vlieg kwaad doen óf het zijn akelige paddepoefen die gemeen uit hun in het vet verzonken ogen kijken en er niet voor terug zullen schrikken hun gewicht in de strijd te werpen. John Goodman (St. Louis, 20 juni 1952) is er als acteur toe in staat beide vooroordelen te bevestigen, vaak binnen een film, soms binnen een scène. In Raising Arizona (1987), de eerste film van de gebroeders Coen waar hij in speelde, was Goodman een via het riool uit de gevangenis ontsnapte boef die gaandeweg hart kreeg voor een gekidnapte baby. In Barton Fink (1991) ging het precies andersom. Eerst lijkt de door Goodman gespeelde verzekeringsagent Charlie Meadows aimabel, daarna ontpopt hij zich tot een monster. In The Big Lebowski, de nieuwste film van de Coens, is Goodmans karakter het wisselvalligst. De Coens schreven het personage van de Vietnamveteraan die nog steeds tegen alles en iedereen oorlog voert speciaal voor Goodman, en hij is als de opvliegende vleesberg een man om van alles te vergeven. ,,He is not the brightest bulb in the Christmas tree'', zegt Goodman zelf over deze Walter Sobchak, die de as van een overleden vriend over de oceaan wil uitstrooien maar hem door de tegenwind in het gezicht van zijn maat laat waaien.

Bekender dan door zijn filmrollen werd Goodman eind jaren tachtig door zijn optreden in een tv-serie. In 1987 kreeg hij de rol van Dan Conner, de echtgenoot van Roseanne in de gelijknamige sitcom. Goodmans karakter was in deze serie vooral laconiek, al wist hij ook hier soms de voordelen die bij zijn postuur horen uit te buiten. De acteur hield zich buiten de set zo afzijdig mogelijk van de schandalen waarin zijn tv-echtgenote keer op keer verzeild raakte. Nu de serie is afgelopen, onder meer omdat Goodman er genoeg van had, kan hij zich weer louter op zijn filmcarrière richten. In Amerika zijn op dit moment vier films met hem te zien, waaronder een thriller, een kinderfilm en Blues Brothers 2000, het vervolg op The Blues Brothers (John Landis, 1980), waarin Goodman de legendarische John Belushi moet doen vergeten.

Goodman, die er aan gewend was naast grotere sterren als Al Pacino (Sea of Love, 1989) of Nicholas Cage op te treden, beschouwt zichzelf als een character actor. Hij is een komediant die, net als Robin Williams, ook een tekenfilmkarakter geloofwaardig kan maken, zoals hij liet zien in de live action versie van The Flintstones (Brian Levant, 1994). Maar ook voor een echte Amerikaanse held is hij geschikt. In 1992 speelde Goodman in The Babe de befaamde baseballspeler Babe Ruth. Goodman begon zijn carrière zelf als football-speler op de universiteit van Missouri. Wegens een blessure stapte hij over naar theater. Een van zijn eerste baantjes betrof een andere Amerikaanse klassieker. Goodman maakte reclame voor Budweiser bier.

Meer sterren