F I L M & V I D E O
|
Charlotte Rampling Stardust Memories Wings of the Dove
Bioscoopagenda Nederland
|
Charlotte Rampling
Door PIETER STEINZ 'Tristesse et beauté' luidt de titel van een van de minder bekende films van Charlotte Rampling (Sturmer, Engeland, 5 februari 1945). Het is ook de kortst mogelijke kenschets van haar carrière als filmster. Rampling werd eind jaren zestig bekend als de vrouw die iedere man imponeerde: wie niet viel voor haar brede mond en hoge jukbeenderen, voor haar slanke postuur en aristocratische elegantie, gaf zich in ieder geval gewonnen aan haar ogen - kattenogen die, zoals een Nederlandse recensent beweerde bij de première van Stardust Memories (1980), zelfs in zwart-wit hun grijsgroene felheid niet verliezen. Tegelijkertijd straalde Rampling een zekere droefheid uit. Niet alleen in de films waarin zij gestalte gaf aan verknipte en/of misdadige vrouwen - de aristocratische echtgenote in Visconti's The Damned, de femme fatale in de Chandler-verfilming Farewell, My Lovely, de incestueuze moeder in de neo-film noir D.O.A. (1988) - maar ook in het werkelijke leven. Als superstreng opgevoede kolonelsdochter sloeg ze in de Swinging Sixties helemaal door. Na haar debuut in Richard Lesters The Knack (1965) en haar eerste succesvolle rol als krengige kamerbewoonster in Georgy Girl (1966) had ze even veel minnaars als abortussen, trok ze met een groep zigeuners door Afghanistan, en bracht ze een tijd door in een klooster met Tibetaanse monniken. Eind jaren zeventig bracht een relatie met de Franse synthesizer-grootheid Jean-Michel Jarre haar in rustiger vaarwater; maar tien jaar later kwam ze met anorexia en zware depressies terecht in een Britse inrichting. Tussen 1988 (een duivelse Europarlemetariër in Paris by Night) en 1993 (een getroebleerde therapeute in Murder in Mind) speelde ze geen enkele film- of televisierol. ,,I love parts that deal with the complexities of the human psyche'', zei Charlotte Rampling bij haar comeback tegen The Times. Dat was een understatement: aan het gemiddelde Rampling- personage is meer dan een steekje los. Zo was ze in Oshima's Max mon amour (1986) seksueel geobsedeerd door een aap, en confronteerde ze in Woody Allens Stardust Memories het publiek met wat je misschien het best kunt omschrijven als full frontal insanity. Maar haar indrukwekkendste rol was in The Nightporter (1974) van Liliana Cavani. Tegenover Dirk Bogarde speelde ze een concentratiekampslachtoffer dat een sado-masochistische relatie begint met haar voormalige beul. Zelfs de vreemdste psychische kronkels wist Rampling geloofwaardig gestalte te geven. In haar comeback-interview met The Times vertelde Rampling dat haar ouders weinig ophadden met haar rolkeuze. 'Lieverd', had haar moeder ooit tegen haar gezegd, 'kun je niet eens een keer zoiets als A Room with a View doen?' Ramplings recentste personage, de overheersende Mrs Lowdon in de Henry James-verfilming The Wings of the Dove, komt niet echt in de buurt. Maar één ding zal haar moeder deugd doen: Charlotte's tegenspeler is Helena Bonham-Carter, de koningin van het soort kostuumdrama dat Rampling nooit gelegen heeft.
|
NRC Webpagina's
6 MEI 1998
|
Bovenkant pagina |