R A D I O & T E L E V I S I E
|
NIEUWSSELECTIE
S e l e c t i e
Televisie
|
O O G I N O O G :
Een loden last
Frits Abrahams
Het ging over 'de verworvenheden van het moderne leven'. De mens, zo werd in een begeleidende tekst geconstateerd, heeft de beschikking over ,,de meest verfijnde communicatiemiddelen en een duizelingwekkend aanbod aan trendy artikelen (...) Maar heeft dat alles de kwaliteit van het menselijk bestaan werkelijk verrijkt of hangt de moderne wereld ons als een loden last om de schouders?'' De VPRO'ers gingen met de meest verfijnde filmapparatuur op stap, ze reisden met zeer geavanceerde vervoermiddelen over de halve globe en ze kwamen terug met de boodschap die ze al vooraf geformuleerd leken te hebben, namelijk dat de moderne wereld inderdaad als een loden last op onze schouders rust. Programmamaker Roel van Broekhoven zette de toon nog voordat hij met ons één kilometer had afgelegd. Hij zei in de camera: ,,Voor een tv-maker heb ik een lastige eigenschap. Ik haat tv-kijken. Mijn tv-avonden eindigen altijd met een algeheel gevoel van nutteloosheid.'' Op dat moment hadden wij, argeloze tv-kijkers, nog drie uur VPRO-thema-avond voor de boeg, wat sowieso een hele opgave is, maar wat op Sisyfusarbeid begint te lijken als de programmamaker zélf je al tevoren met zijn algehele gevoel van nutteloosheid opzadelt. 'De moderne tijd', wat dat ook precies moge zijn, kreeg er in die drie uur ongenadig van langs. Een interviewer ging langs Nederlandse deuren om de mensen te vragen wat er met hen gebeurde nadat de tv was uitgezet. ,,Dan is het stil'', zuchtte een echtpaar, ,,want we hebben niet zoveel te praten.'' ,,Ik word gek'', zei een vrouw. Vooral de moderne media waren op deze thema-avond zinloze speeltjes geworden waarmee de mensheid de tijd doodt. Een narcistische kunstenares liet zichzelf via het Internet 24 uur per dag bekijken, en ze bleek ook nog een vast publiek te hebben. De sluwe begeleiders van de zoveelste 'meidengroep' lieten zien hoe je zo'n groepje modelleert naar de eisen van de media: ontneem het individu zijn eigenheid en het succes gloort aan de kim. In een of ander modern Nederlands kantoorgebouw moesten de medewerkers elke morgen op een andere plek gaan zitten en waren fotootjes van vrouw en kinderen uit den boze. Er waren nog wel mensen die zich tegen deze ontwikkelingen verzetten, maar het leken zonderlingen, tevergeefs tegen de stroom van de tijd inzwemmend. Een man en een vrouw die al 25 jaar via met de hand geschreven brieven met elkaar correspondeerden; een groepje Amerikanen dat als een soort tv-vegetariërs een campagne tegen de televisie was begonnen; Japanse go-spelers, overspoeld door moderne computerspellen. Dit alles mondde uit in het pièce de résistance van deze avond: de lotgevallen van Aurelius Yan. Hij bleek afkomstig uit de primitieve samenleving van een eilandje bij West-Sumatra. Hij ontmoette er een Nederlandse antropologe en trok veertien jaar geleden met haar naar Nederland. Yan kon hier niet aarden. ,,Ik ga terug'', vertelde hij, ,,omdat ik het tempo niet kan volgen.'' Van Broekhoven liet zien hoe Yan de draad van zijn oude leven weer probeerde op te pakken in Indonesië. Yan keek op van de vele zieken en behoeftigen die hij er aantrof, maar het leek hem nog niet af te schrikken. Bleef hij of overwoog hij terugkeer naar Nederland? Zijn horloge liet hij nog volgens de Nederlandse tijd lopen: ,,Misschien tot de batterij op is.'' Het was een fascinerend levensverhaal dat een zelfstandige documentaire waard was geweest. Nu ontstond de indruk dat het verhaal van Yan gebruikt werd om een sterk moraliserende thema-avond kracht bij te zetten. Die in mijn ogen veel te cultuurpessimistische moraal luidde: de verworvenheden van het moderne leven zijn eigenlijk verdorvenheden.
|
NRC Webpagina's
4 MEI 1998
|
Bovenkant pagina |