R A D I O & T E L E V I S I E
|
NIEUWSSELECTIE
S e l e c t i e
Televisie
|
O O G I N O O G :
The fugitive
Frits Abrahams
Er viel veel te genieten, al had het verhaal een zeer ongeloofwaardig begin. Ik kan me voorstellen dat je als scenarioschrijver bepaalde clichés wilt vermijden, maar je moet het niet overdrijven. Als je van je hoofdpersonage een van de beruchtste misdadigers van deze eeuw maakt, geef je hem niet twee bewakers mee die slechts bewapend zijn met een ongeladen revolver. Daar trappen de kijkers niet in. Je moet iets ingenieuzers bedenken, een verbluffende ontsnappingsmanoeuvre, waardoor wij in de huiskamer ontzag én sympathie gaan voelen voor het personage. Hij moet dus, om te beginnen, niet door twee agenten, maar door twee pelotons tot de tanden bewapende dienders bewaakt worden. Boven dit legertje cirkelen laag drie, vier gevechtshelikopters. Verder is het geblaf van politiehonden hoorbaar. Onze crimineel heeft alleen een wurgkoordje en een busje traangas op zak. Het enige wat hij verder heeft geregeld, is een vluchtauto, drie blokken verderop, waarin zijn blonde vriendin (Sharon Stone? come-back voor Madonna?) zit te wachten. Hoe komt hij bij die auto? Daar gaat het om. Het is geen gemakkelijke opgave voor scenarist en regisseur, maar toch hoef je er niet meteen een Tarantino voor in te huren: met Dick Maas kun je ook al een heel eind komen. Ook die zou zeker méér hebben gedaan met het cliché van de gekaapte personenauto. Hier hebben de Belgische scenarioschrijvers een belangrijke kans laten liggen. Zij lieten hun crimineel de auto in bezit nemen zonder over te gaan tot gijzeling van de vrouwelijke (!) inzittende. Ter verhoging van de spanning had men beter de vrouw onder dwang kunnen laten meerijden. Misschien zou het interessant zijn geweest haar voor te stellen als een 16-jarig meisje dat pas van huis was weggelopen. Korte close-up: het wurgkoordje. Komen we bij de afloop. Die was niet bijster spectaculair. Een auto die vastloopt in de modder bij Luxemburg, plus een heldenrol voor een boswachter - het is een wel érg mager einde van een drie uur durende klopjacht. Waarom geen indrukwekkende shoot out, waarbij de crimimeel zich vanuit een boshut manhaftig verzet met de handgranaten die de blondine - zij is inmiddels al rochelend in zijn armen gestorven - voor hem had meegenomen? Je moet als filmmaker het cliché niet schuwen, maar benutten. Maar hoe onbevredigend het verhaal op sommige momenten ook was, de aankleding van het drama was schitterend. Zelden zoveel overtuigend gespeelde volkswoede gezien. In de nagebouwde Belgische tv-studio hoorden we enkele figuranten voortdurend schreeuwen: ,,Schaf alle partijen af en begin van de grond opnieuw!'' Er zaten mensen van een politieke beweging, Vlaams Blok genoemd, die het liefst meteen alle zedendelinquenten, vooral die van allochtone afkomst, hadden gecastreerd en gevierendeeld (in die volgorde). Heel treffend was de typecasting van een burger, die men vertwijfeld liet uitroepen: ,,We zijn een tragi-komisch land geworden, ik durf niet meer naar het buitenland.'' Een figurante reageerde daarop met: ,,In Amerika hoorde ik al: België? Ah, het land van Dutroux!'' Zij kregen veel bijval van anderen die in beurtzang uitriepen: ,,De Belgische ziekte bestaat nog steeds.'' Het indrukwekkendst was het spel van de acteurs die de Belgische volksvertegenwoordigers moesten uitbeelden. De overdreven verontwaardiging, de holle parmantigheid, de gekwetste ijdelheid - het was subliem. Slechts op één moment vielen zij stil. Toen 'de tv-presentator' hun vroeg: ,,Waarom werd dat dossier niet naar zijn cel in de gevangenis gebracht?''
|
NRC Webpagina's
24 APRIL 1998
|
Bovenkant pagina |