Z A T E R D A G S B I J V O E G S E L
|
|
Illegale handel in beesten en planten levert meer op dan drugs of wapens
Dieren in dozen
Hieke Jippes
Tijd: een doordeweekse ochtend in maart. Plaats: een vrachtloods op Heathrow's Terminal Four. In de ruimte waarin douane-officier Charles Mackay en zijn collega's zojuist een aantal kratten hebben opengewrikt passen op zijn minst een kathedraal of twee. Pakken en dozen staan in ondoorgrondelijke volgorde en hoog opgestapeld. Steekwagentjes rijden af en aan. Als ratelend de luiken aan de voorzijde van de loods omhooggaan omdat alweer een vrachtwagen zich tegen de laadvloer manoeuvreert, wijkt voor een moment het halfduister. Volgens de laadbrief bevatten de kratten 'jachttrofeeën' - en zo is het ook. De immense krokodillenkop die de douaniers met vereende krachten op de grond gelegd hebben, ligt er zo, zonder achterlijf, maar raar bij. Nauwkeurig achter het kaakgewricht losgesneden, besmeurd met zout en zand om de maden op afstand te houden. Twee man sterk dumpen de douaniers de kop weer terug in de krat. Over een dag of wat zal ergens in de Verenigde Staten de jager, die deze krokodil in Afrika persoonlijk heeft afgeschoten, zijn trofee in ontvangst kunnen nemen. Mackay en zijn collega's van Her Majesty's Customs and Excise CITES -team (naar het verdrag van de Convention on the International Trade in Endangered Species of wild flora and fauna) kunnen van die praktijk denken wat ze willen, volgens de papieren heeft de overheid van het land van herkomst het afschieten en uitvoeren van deze krokodil toegestaan. En de legale lading is dit keer niet gebruikt om er illegale zaken in te verstoppen. De spijkers gaan dus weer in het deksel. Afgedane zaak. Nog geen half uur later staan we in de subtropische warmte van het Dierenopvangcentrum op Europa's grootste internationale vliegveld. Een zwarte kat, wachtend op vliegtransport naar Australië, miauwt klagelijk tegen opsluiting met een zootje ongeregeld: pannenkoekschildpadden, kaaimannetjes en parkieten. In het gangpad tussen de rijen kooien staan twee kartonnen dozen, voorzien van het opschrift: Live Fish. Do not Freeze. Volgens de bijbehorende documenten, waarin zichtbaar is geknoeid, gaat het hier om een lading steur, afkomstig uit Toronto en bestemd voor de Save the Sturgeon Society te Berlijn. Ook al omdat steur binnenkort op de lijst van beschermde diersoorten wordt geplaatst en de handel in deze potentiële kaviaarproducent daarom de laatste tijd stevig is aangetrokken, voelt Mackay nattigheid. De doos, van binnen gevoerd met piepschuim, gaat open. De plastic zak scheurt open en Mackay staat tot zijn ellebogen in een snel slinkende brij van water en steurtjes op kikkervisformaat. De meeste zijn al dood. Wat nog levend in een haastig aangeleverde emmer terechtkomt, zwemt panisch rond. De kat ziet het allemaal voor zijn ogen gebeuren en schreeuwt nog harder dan voorheen. De dierenbewaker vloekt. De Save the Sturgeon Society in Berlijn kan naar zijn steuren fluiten: Mackay neemt ze in beslag. De verantwoordelijke luchtvaartmaatschappij zal in elk geval een standje krijgen. De verdenkingen van de Britse douane inzake de wettelijke toelaatbaarheid van deze zending zullen worden gemeld aan de autoriteiten in zowel Canada als Duitsland. Of die iets met die informatie zullen doen, onttrekt zich verder aan de waarneming hier. Het is, geeft Mackay toe, frustrerend dat de acties van zijn team wat betreft de controle van transitogoederen zelden leidt tot bestraffing van de boosdoeners - al lijden die wel een schadepost ter waarde van de lading. Mackay geeft een snelle rondleiding langs de in beslag genomen waar: enkele tientallen gesmokkelde kaaimannetjes, net uit het ei, die in erbarmelijke toestand in een lading verstopt zaten. Veertig schildpadjes uit een zending uit Frankrijk - bezit en verkoop is in Europa verboden. Vijftig langschildige schildpadjes uit China, overlevenden van opeengepakt transport in een kartonnen doos met te weinig luchtgaten. Voor de bestrijding van dierenleed zijn ze hier niet aangesteld, wel om te voorkomen dat beschermde dieren en planten wederrechtelijk uit hun milieu worden gehaald. Maar als je dat ziet: kameleons in linnen zakjes, ara's in plastic flessen, apen in koffertjes...
Privé-hobby Het CITES -team op Heathrow is als organisatie betrekkelijk jong. Net als in andere Europese landen had de overheid hier zich in de jaren zeventig op papier wel verplicht tot het bestrijden van de leegroof van dieren en planten uit hun natuurlijke milieu, maar echte prioriteit kreeg het niet. Jarenlang hameren van natuurbeschermingsorganisaties als het Wereldnatuurfonds en zijn opsporingsorganisatie TRAFFIC en aanhoudend diplomatiek zwoegen van het CITES -secretariaat in Genève lijkt hier pas sinds het begin van de jaren negentig vruchten af te werpen. Wat Mackay in 1992 bijna als een privé-hobby begon - de aandacht van de douane concentreren op de smokkel van beschermde dieren en planten - is nu uitgegroeid tot een apparaat dat in elke (lucht)haven zijn specialisten heeft zitten en dat beschikt over een geavanceerd computerprogramma, 'Green Parrot', dat met zijn uitgebreide gegevens ter determinatie de afgunst van collega-wildlife-specialisten in naburige landen oproept. In Nederland, waar de Algemene Inspectiedienst ( AID , van het ministerie van Landbouw), douane, politie en openbaar ministerie pas in 1994 de handen ineensloegen om wildlife-smokkel daadwerkelijk een halt toe te roepen, staat het aanschaffen van een eigen versie van 'Green Parrot' hoog op het wensenlijstje. Het is al moeilijk genoeg om met behulp van de naslagwerken van het CITES -secretariaat exotische vogels uit elkaar te houden, laat staan dat een handje zaden of een hoopje wortels en bladeren door de gemiddelde wetshandhaver op het oog kan worden gedetermineerd als een bedreigde soort. En toch: in de smokkel van bedreigde, exotische planten kan per lading meer geld omgaan dan in het gemiddelde drugstransport. Interpol rangschikte in 1995 voor het eerst de waarde van de smokkel in wildlife hoger dan die van de illegale wapenhandel. Wereldwijd wordt de waarde van die illegale planten- en dierenhandel - tot 25 procent van de legale handel - getaxeerd op een bedrag van twintig miljard dollar. Elke jonge douanier is maar van één ding bezeten: ,,Hij wil drugs vinden of desnoods wapens'', zegt een collega van Mackay in de auto. ,,Ze zijn geen van allen geïnteresseerd in CITES en die vogeltjes en slangen en orchideeën vinden ze maar flauwekul. Tot je tegen ze zegt: joh, die papegaai die je net hebt gevonden, was wel mooi twintigduizend pond waard. Dan zie je ze helemaal opfleuren, want zo'n bedrag, daar kunnen ze mee voor de dag komen.''
Berengal Een dag na het bezoek aan Heathrow. Het toneel verplaatst zich naar Nederland, naar de rechtbank in Utrecht. Voor de drie rechters, die de ernst moeten wegen van een voor Nederland nieuw soort 'groen' milieudelict, staat een ware apothekersuitstalling van doosjes en flesjes met gevarieerde inhoud. Afgezien van een stopfles met witte schilfers, ziet de collectie er fleurig uit: rood, geel en goud. Officier van justitie J. Plooy struikelt herhaaldelijk over de Chinese namen op de etiketten, ook al heeft een tolk die fonetisch voor hem opgeschreven. Maar waar hij de rechters van wil overtuigen, is dat zij hier een sortering aan Chinese medicijnen voor zich hebben, afkomstig uit de groothandel van de Chinese Nederlander Zhi Lin D. De witte schilfers, zegt Plooy, zijn ivoor. Voor de grondstoffen van de andere medicijnen is volgens de etikettering gebruikgemaakt van onder andere tijgerbotten, neushoorn-hoorn, berengal, muskus, zeehondenpenis, pangolis-schubben en saiga-antilope-hoorn. Een deel van de medicijnen, door de politie in beslag genomen na een inval in panden van D. in Utrecht en op de Amsterdamse Geldersekade, is voor alle zekerheid ter analyse opgestuurd naar het enige forensisch laboratorium ter wereld, dat uitsluitend wildlife analyseert: het instituut van de US Fish and Wildlife Service in Oregon. Dat heeft voor een aantal stoffen wel, maar voor veel stoffen ook niet chemisch kunnen vaststellen dat ze in de medicijnen voorkomen. Dat is eigenlijk niet van belang, betoogt Plooy. De wet BUDEP (Wet Bedreigde uitheemse dier- en plantensoorten), waarmee Nederland in 1995 voor het eerst wildlife-delicten opwaardeerde van een kantongerechtsovertreding tot een zwaar te straffen misdrijf, zegt uitdrukkelijk dat vermelding van verboden ingrediënten op het etiket alleen al voldoende is om strafbaarheid vast te stellen. Die bepaling is in de wet opgenomen omdat handelaren weten dat verhitting, verpulvering en vermaling van minieme hoeveelheden analyse vaak onmogelijk maakt. Wat zich op deze dag in Utrecht afspeelt, symboliseert in zekere zin een botsing van culturen. Niet alleen omdat boven al die geplunderde natuur, op tafel voor de rechtbank, het hoog boven de rechters aan de muur opgehangen staatsieportret van koningin Beatrix opeens wel opvallend veel hermelijn langs de koninklijke mantel lijkt te vertonen. Evenmin omdat ons te binnen schiet dat Mister Wildlife Nederland, prins Bernhard, armbandjes van olifantenhaar placht te dragen en dat zijn Britse collega Mister Wildlife International, prins Philip, een voorstander van jagen is. Nee, hier is vooral aan de orde de botsing tussen natuurbescherming en in duizenden jaren gegroeide Chinese medicijnkunst, die gelooft in de koortswerende werking van neushoorn-hoorn en in de veelzijdige toepassing van tijgerbotten. In een rapport dat de divisie Centrale Recherche Informatie ( CRI ) vorig jaar als handleiding voor alle Nederlandse opsporingsinstanties heeft uitgegeven, schrijft de auteur, CRI -milieucriminaliteitspecialist Fred den Hertog, dat de (Westerse) natuurbeschermers de Zuidoost-Aziaten en hun traditionele Chinese medicijnkunst ( TCM ) verwijten dat zij de natuur leegplunderen, terwijl de TCM -voorstanders wijzen op de nog steeds rijke biodiversiteit in hun deel van de wereld, ook al heeft de Chinese medicijnkunst daaruit vierduizend jaar lang gegaard. Zij vinden dat juist de Westerse wereld met zijn milieubeschadigende praktijken het klimaat verandert en de planeet verwoest. Hoe het zij, de gruwelijke cijfers over alleen al de tijger (van circa honderdduizend rond de eeuwwisseling teruggelopen tot vijf- zesduizend wereldwijd nu) en de neushoorn (vier van de vijf soorten staan op uitsterven) brachten de regering van de Volksrepubliek China ertoe in 1993 het gebruik van tijger- en neushoornproducten te verbieden - hetgeen niet betekent dat de praktijk daarmee ook is stopgezet. China beweert dat het 2,5 miljoen dollar aan direct economisch verlies heeft geleden door de maatregel. Tussen 1950 en 1960 legden alleen al in China 3.000 tijgers door mensenhand het loodje. In 1991 exporteerde de Volksrepubliek nog 16.000 verpakte tijgerpillen, 5.250 kilo vloeibaar tijgermedicijn en 31.500 flessen tijgerwijn. Japan was - en is - afnemer nummer één (met alleen al de invoer van 14,5 miljoen tijgerpillen en 1.900 kilo tijgerbotten in 1992), maar België (ongetwijfeld als doorvoerland) kwam op de tweede plaats. Nederland importeerde in 1992 nog tien containers tijgerwijn. Terzijde: een tijger levert naar schatting zes elf kilo gedroogde botten op. Het cijfer maakt opeens de werkelijkheid zichtbaar achter een andere statistiek: voornamelijk Indonesië leverde in 1993 aan Zuid-Korea nog ruim zesduizend kilo van die botten. De vraag naar TCM is in de Westerse wereld groeiende. Grotere bekendheid, 'alternatieve' geneeskunst is in en de stap van bijvoorbeeld homeopathie naar TCM is maar heel klein. De CRI schat het aantal praktiserenden in Chinese geneeskunst (meestal geen hier erkende artsen) in Nederland op tweeduizend. In Duitsland zijn het er twintigduizend en er zijn zelfs tien TCM -ziekenhuizen. Wildlife-autoriteiten in de VS , waar grote en welgestelde Chinese gemeenschappen zich in de grote steden hebben gevestigd, tipten de Nederlandse autoriteiten over de activiteiten van de Nederlander D. en nog drie andere groothandelaren. T RAFFIC deed daar nog een schepje bovenop door een eigen onderzoek, waarin D. ook al voorkwam. Het CRI-rapport vermeldt: ,,Handelaren beseffen dat Nederland een goede infrastructuur heeft en anderzijds dat de pakkans gering is.'' Handelaren geven de voorkeur aan Nederland, omdat de regels voor import van TCM daar als het meest soepel in heel Europa worden ervaren. China zegt vervangende, gekweekte en gefokte dieren en planten te willen propageren voor zover het TCM betreft. Runderbot voor tijgergebeente, muskus van gefokte herten en - wreed, zeggen deskundigen - galonttrekking aan de beer in plaats van de hele beer. Een onderzoek in de VS (1994/95) wees uit dat van de 600 gepatenteerde TCM- medicijnen die daar te krijgen waren, 430 bedreigde dier- en/of plantensoorten bevatten. De praktische resultaten van de intentieverklaring van de Chinese overheid dat ze naar vervangende grondstoffen wil zoeken, zijn tot nu toe vrijwel nihil, maar ze levert een excuus dat TCM- handelaren in het Westen volgens de CRI dankbaar aangrijpen wanneer ze worden betrapt. Zo ook meneer D.: zijn verweer varieert van 'ik wist het niet' tot 'ik dacht dat het om gefokte/gekweekte soorten ging' tot 'het waren oude (van voor de invoering van strengere wetgeving) voorraden'. Meneer D. importeerde zijn medicijnen, al dan niet voorverpakt, rechtstreeks uit China. Op de omschrijving op de laadbrief, de alles omvattende term herbs (kruiden), was de douane tot voor kort niet bedacht. Sinds de inval, klaagt de advocate van D., worden al zijn zendingen op Schiphol aangehouden en onderzocht. Dat maakt afnemers kopschuw en betekent voor meneer D. tegenvallende bedrijfsresultaten. CRI- man Den Hertog, die de zaak van de publieke tribune volgt, kan tevreden zijn: hij beveelt in zijn rapport intelligente risico-analyse van dit soort zendingen aan. Hij schrijft: ,,Geconstateerd wordt dat handelaren in TCM meer investeren in het vinden van wegen om de bestaande wetgeving te omzeilen, dan dat er constructief gezocht wordt naar legitieme oplossingen voor het blijven gebruiken van TCM .'' Op 26 maart blijkt de Utrechtse rechtbank het met die stellingname eens. Zij veroordeelt D.'s bedrijf tot een boete van tachtigduizend gulden en D. persoonlijk tot een boete van tienduizend gulden en een voorwaardelijke gevangenisstraf van drie maanden met een proeftijd van twee jaar. De TCM-handel in Nederland en daarbuiten heeft een duidelijke waarschuwing gekregen.
Souvenir Terug naar Heathrow weer, waar de kamer van het CITES -team is behangen met veelkleurige affiches van dieren en planten. Binnen het team heeft ieder van de douaniers zich in de loop der jaren een eigen voorkeursoort toegeëigend: de een weet alles van ara's, de ander specialiseert zich in reptielen. Alleen de laatstgekomene mag niet kiezen: die krijgt ongevraagd planten en vlinders toegeschoven, de lastigste en minst aantrekkelijke portefeuille. Charles Mackay entertaint vandaag tussen de bedrijven door een hoge douanefunctionaris uit Hongkong. Die zegt dat hij niet gekomen is om de Britten iets bij te brengen. Hij is hier om iets te leren. De rest van het team komt met voorbeelden van bij toeristen in beslag genomen goederen. Dankzij de medewerking van de reisbureaus vinden de meeste Europeanen die naar verre oorden reizen bij hun reisbescheiden nu een foldertje, waarin staat beschreven wat ze in hun exotische vakantiebestemming allemaal als souvenir kunnen kopen - en toch Europa niet mogen binnenbrengen. Dat ivoren olifantje, die schildpadkam, die zeldzame schelp, dat stuk koraal, die boomvaren, die inheemse orchidee - Europese wetgeving verbiedt bezit en invoer ervan en overtreders kunnen op ernstige straffen rekenen. Zo naast elkaar uitgestald wordt de esthetische gruwelijkheid van de meeste in beslag genomen goederen ook nog eens duidelijk. We praten niet in de eerste plaats over het luipaard-haardkleed met opgezette kop dat nog aan Gloria Swanson zou hebben toebehoord. Evenmin vallen we over de vervaarlijk grijnzende muil van een zwarte beer, hoektanden met zilver beslagen, die een niets-vermoedende toerist op zijn schouder langs de Britse douane dacht te kunnen vervoeren. Maar een tasje van een krokodillenlijfje, kopje als sluiting, achterpootjes verlengd tot hengsels? Een olifantenslagtand, uitgesneden als een slagschip? En, in de collectie van de douane in de haven van Rotterdam, uitgeholde olifantenpoten met een strak gespannen dekseltje van zebrahuid? Of een uil uit doopvontschelpen? De attractie van een serie sjatoosj-sjaals die de Franse douane onlangs in beslag nam is dan duidelijker: cashmere is er grof bij. Zo licht, zo fijn, zo warm, dat de doek zonder moeite door de opening van een ring gehaald kan worden. Alleen: voor elke sjaal zijn vijf tot zes zeldzame Tibetaanse antilopen neergelegd. Zij hebben het ongeluk dat alleen hun halshaar - 125 gram per hert - veel geld waard is. En dan is er de doelbewuste smokkel van levende planten en dieren, door mensen die weten dat daarmee veel geld te verdienen valt. Lange tijd is er internationaal gespeculeerd dat de smokkelroutes van de drugshandel mogelijk parallel zouden lopen met die van de illegale handel in planten en dieren. De federale wildlife-autoriteiten in de VS, die een veel langere geschiedenis hebben dan hun Europese tegenhangers, zeggen dat er in die zin een verband bestaat, dat sommige criminelen handelen in alles waarmee geld valt te verdienen. ,,En soms valt met deze handel zelfs meer geld te verdienen dan met drugs'', licht een woordvoerder toe. In Europa valt die suggestie nog niet te bewijzen. ,,We hebben het gedacht'', zegt Jan Hambeukers van de AID, ,,omdat we chemische grondstoffen voor het maken van drugs vonden bij dit soort smokkelaars. Maar het bleek dat ze die grondstoffen niet voor menselijke consumptie gebruikten, maar om de dieren te verdoven voor transport.'' Op Heathrow is Charles Mackay al even omzichtig: ,,Ik heb geen bewijzen, al hebben we een keer levende slangen aangetroffen die gevuld waren met condooms met cocaïne''.
Koningin der kameleons Wie zijn de handelaren dan wel? In een onderzoek dat drs. C.M. Vinke in 1995 in opdracht van het ministerie van Justitie deed naar de organisatiestructuren van de legale en illegale dierenhandel, kwam zij tot de slotsom dat beide circuits door elkaar lopen. Mede door het totale gebrek aan sociale controle is het voor handelaren en liefhebbers/afnemers maar al te gemakkelijk zich te laten verleiden tot het binnen (laten) smokkelen van die bijzondere ondersoort of die ene zeldzame variant. Dat de bedreigde soort bij het transport - ingevroren, verdoofd of onklaar gemaakt door bijvoorbeeld vleugels af te knippen - een overlevingskans van één op tien heeft, mag niet hinderen. Dan smokkel je er twintig binnen als je er twee wilt overhouden. ,,De mensen die zich hiermee illegaal bezig houden denken ook altijd, dat zij het beter weten dan het CITES- secretariaat'', zegt Joost Deijkers van de regionale recherche van de regiopolitie Rotterdam-Rijnmond. De politieman heeft op verzoek van de landelijke stuurgroep gedurende anderhalf jaar leiding gegeven aan 'het project Nosy', het eerste (geslaagde) onderzoek in Nederland naar georganiseerde wildlife-criminaliteit. In juni 1996, na maanden schaduwen, afluisteren en calculeren door een gelegenheidsteam van rechercheurs, AID- inspecteurs, een OM- vertegenwoordiger en een financieel analist, deden Deijkers en zijn Nosy-team een inval in Klaaswaal, in de woning van de advocaat mr. Frans van D. en diens echtgenote Sanna. De echtgenote heeft in de Nederlandse dierenhandel de bijnaam 'koningin der kameleons'. Zij is gek op de beesten en heeft er alles voor over om de hele collectie - hoe zeldzamer, hoe beter - in huis te hebben. Het paar en een handlanger worden ervan verdacht een aantal jaren kameleons te hebben gesmokkeld, uit Madagascar, en die in het geheim te hebben verhandeld. Bij de inval zit Sanna van D. met twee kameleons op schoot op het terras. Het tweetal gaat voor vijfeneenhalve week (te lang, zal het Gerechtshof later oordelen) in voorlopige hechtenis, in afzondering, omdat op die manier ook anderen uit het circuit gehoord kunnen worden. Resultaat van de politie-actie: 35 mensen gehoord, zeven in verzekering gesteld, zevenhonderd dieren in beslag genomen. Onder degenen die worden vastgezet is het hele bestuur van de Nederlandse Vereniging voor Herpetologie en Terrariumkunde, doelgroep kameleon. Als het projectteam tot in de VS informeert naar deskundigen die de in beslag genomen dieren zo kunnen identificeren, dat ook de rechtbank straks geen seconde zal twijfelen, komt uit de VS de naam terug van een Nederlander die daar als een van de grootste deskundigen wordt gezien. De betrokkene, zegt Deijkers, is een van de hoofdverdachten in de zaak van het Nederlandse 'Nosy'-team. ,,Vroeger, als we ergens een inval deden en het ging om het in beslag nemen van goederen, op illegale manier gekregen, dan zei je: 'Jongens, pluk ze!' Je pakte de auto, de sieraden van mevrouw, de schilderijen - maar die kaketoe van 25.000 gulden liet je zitten. Dat is voorbij. Hier op het bureau riepen ze in het begin: 'En Deijkers, hoe is het met je krielkippen?' En zelfs de officier van justitie en de rechter-commissaris moesten er elke keer weer van worden overtuigd dat het hier om ernstige zaken gaat. Geen zware, georganiseerde criminaliteit in de zin dat mensen elkaar naar het leven staan. Maar ook niet - wat sommigen denken - 'een uit de hand gelopen hobby'.'' Deijkers is benieuwd wat de rechter straks zegt: ,,Dit zijn verdachten in hoog aanzien, die nu van hun voetstuk zijn gevallen. De politiek zit ons als BUDEP- projectgroep en als de Nosy-uitvoerders behoorlijk op de vingers te kijken. Als er straks vrijspraak uitkomt, nadat we met vijftien man acht maanden aan die zaak gewerkt hebben, dan speelt dat voor de aanpak in de toekomst wel mee.'' In beslag genomen
In 1998 (tot nu toe) in beslag genomen:
Rotterdamse haven
Schiphol
(bron: Douane Rotterdam)
In 1997 in beslag genomen door
Algemene Inspectie Dienst (excl. politie/douane):
-77 schildpadden en 24 schildpadeieren
|
NRC Webpagina's
18 APRIL 1998
Domicilie, |
Bovenkant pagina |